LUMC: Onderzoek naar HPV-virus is belangrijk

Getty Images

Onderzoeker Sjoerd van der Burg, verbonden aan het Leids Universitair Medisch Centrum, heeft onlangs een TOP-subsidie ontvangen voor onderzoek naar het humaan papillomavirus (HPV), het virus dat onder meer baarmoederhalskanker veroorzaakt.

Worden duizenden meisjes nu nog preventief ingeënt; over een paar jaar is er mogelijk ook een vaccin voor 'zieke' patiënten beschikbaar. Een doorbraak in de medische wereld, aldus Sjoerd van der Burg. We vroegen hem het hemd van het lijf.

Wat doet het humaan papillomavirus precies?
"Het HPV-virus bestaat uit wel 120 soorten virussen; het is eigenlijk één grote familie. De meeste types zijn onschuldig, maar een stuk of vijftien varianten – waarschijnlijk al wel meer – kunnen kanker veroorzaken. Dit zijn de zogenoemde hoogrisico types, de meest bekende een meest voorkomende zijn HPV16 en 18."

"Deze types leiden in 70 procent van de gevallen tot baarmoederhalskanker, maar zijn ook de boosdoeners bij 90 procent van de gevallen van schaamlip- anuskanker, 40 procent van de gevallen van peniskanker en vaginakanker, 12 procent van de gevallen van keelkanker en 3 procent van de gevallen van mondkanker. Dat heeft vaak alles met seks te maken; we snappen allemaal hoe het daar komt. Op die plekken zit hetzelfde soort weefsel, dat goed geïnfecteerd kan worden door deze virussen."

"De rest van de familie van deze virussen, de laagrisico types, veroorzaken geen kanker, maar kunnen leiden tot genitale wratten of 'gewone' wratten, zoals iedereen ze als kind wel eens op zijn hand heeft gehad."

Het onderzoek draait dus om de hoogrisico types?
"Ja, want die zijn het meest gevaarlijk: daar heb je het meeste last van als mens, want daaraan kun je doodgaan of je raakt ernstig verminkt. Om een voorbeeld te geven: als vrouwen een afwijking aan de baarmoederhals krijgen, dan wordt het vaak weggesneden. Dat zit intern, dus dat zie je niet, maar dat doe je liever niet als iemand nog geen kinderen heeft gekregen, want de ingreep kan complicaties opleveren bij een eventuele zwangerschap."

"Als je het aan je schaamlippen hebt, wordt een gedeelte van je schaamlippen weggesneden en dat is helemaal vervelend. En je kunt je voorstellen dat het weghalen van een tumor in het hoofd-hals gebied tot verminking kan leiden. Daarnaast komt bij zo'n 20 procent van de mensen de ziekte weer terug."

Waarin verschilt het HPV-virus van andere virussen?
"Als je wratten hebt, duurt het lange tijd voor ze verdwijnen. Dat gebeurt ook bij de virussen die geslachtsdelen infecteren. Het virus zit daar gemiddeld tussen de 12 en 14 maanden. Maar bij sommige mensen blijft het veel langer aanwezig, waardoor de kans groter is dat het virus een keer in de genetische kaart terechtkomt."

"Het DNA van het virus zit in een cirkel en deze kan soms openbreken. Dit kan ertoe leiden dat het virus-DNA in het DNA van de mens terechtkomt. Als dit gebeurt, kunnen bepaalde eiwitten van het virus worden gemaakt, die ertoe leiden dat de geïnfecteerde cel transformeert tot een kankercel. Normaal staan die eiwitten onder controle van het virus zelf, maar als het zomaar in het DNA van de mens terechtkomt, dan kan het zijn dat die controle wegvalt."

Waarom is het onderzoek zo belangrijk?
"Wij willen ontrafelen hoe het HPV-virus in staat is om het afweersysteem te omzeilen en daardoor in staat is om zich gemiddeld een jaar lang te verstoppen in het menselijk lichaam."

"Bij de meeste virussen, zoals het verkoudheidsvirus of de griep, wordt je immuunsysteem direct geactiveerd en een paar weken later ben je er klaar mee. Maar zelfs bij gezonde mensen duurt het tussen de 12 en 14 maanden voor het lichaam het HPV-virus zelf opruimt. Gelukkig is dat bij 95 procent van de mensen het geval, maar de overige 5 procent komt bij de artsen terecht en moet worden geopereerd."

"Bij 0,1 procent ontwikkelt zich uiteindelijk kanker; dat gaat toch nog om 600 gevallen van baarmoederhalskanker per jaar. Daar komen nog een groot aantal gevallen van vaginakanker, peniskanker en hoofd-hals tumoren bij. Die laatste groep stijgt snel, vooral onder jonge mannen en vrouwen."

Het onderzoek is een vervolg op een eerder project?
"Ja, onze eerste studie was erop gericht te ontdekken wat er precies mis is met het afweersysteem van patiënten en hoe dat verschilt met dat van gezonde mensen. Het nieuwe onderzoek richt zich op de vraag hoe HPV, als het de cel infecteert, kan ontsnappen aan het immuunsysteem."

"Ons onderzoek bestrijkt nu het gehele gebied van binnenkomst van het virus, de afwijkingen die door het virus veroorzaakt worden tot aan de tumoren die door dit virus ontstaan. Wij willen begrijpen wat er misgaat, zodat we gericht kunnen zoeken naar een oplossing voor dit probleem."

Is er al goed nieuws?
"Op dit moment worden jonge meisjes van twaalf jaar preventief ingeënt tegen baarmoederhalskanker – een goede ontwikkeling – maar in de toekomst willen we ook een vaccin voor zieke patiënten op de markt brengen: een vaccin dat een operatie, bestraling of chemotherapie mogelijk overbodig maakt of tot een verlaging (minder toxische dosis) van de bestraling of chemotherapie kan leiden."

"Het onderzoek naar dit vaccin voor patiënten met een door HPV veroorzaakte kanker is in volle gang: een eerste testronde is twee jaar geleden uitgevoerd. Met hoopgevend resultaat: 20 patiënten met een ernstig voorstadium van schaamlipkanker zijn met het vaccin ingeënt en dit heeft tot de genezing van 9 patiënten geleid. Deze vrouwen zijn al twee jaar ziektevrij zonder medische ingrepen. Een geweldig uitgangspunt voor verder onderzoek."

Wat hoopt u met het huidige onderzoek te bereiken?
"Ik hoop te bereiken dat we mensen in een zo vroeg mogelijke fase van hun ziekte kunnen afhelpen, waardoor we in ieder geval het aantal kankergevallen - veroorzaakt door het HPV-virus - naar beneden kunnen brengen. Daarbij wil ik heel graag voorkomen dat mensen van hun ziekte afkomen door chirurgie, want een operatie kan tot afschuwelijke verminkingen leiden aan bijvoorbeeld de schaamlippen. Dat is echt afschuwelijk om te zien. Het liefst willen we natuurlijk alle patiënten helpen, maar ik hoop dat we in ieder geval een groot aantal mensen kunnen genezen. Dat is ook de reden dat ik in de klinische oncologie werkzaam ben."

Voor het onderzoek wordt samengewerkt de afdelingen Gynaecologie, Pathologie en Immunohematologie & Bloedbank, het Nederlands Kanker Instituut – Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis, twee onderzoekteams in Amerika, het UMC Groningen, het Medisch Centrum Haaglanden Westeinde en het Haga ziekenhuis in Den Haag.