Het percentage Nederlanders dat geïnfecteerd is met HPV, het humaan papillomavirus, is met 3 procent toegenomen in de periode tussen 1996 en 2007. Dat blijkt uit onderzoek van onderzoeker in opleiding Mirte Scherpenisse van het VUmc.
Vooral onder meisjes en vrouwen in de leeftijdsgroep tussen 15 en 24 jaar is het aantal HPV-infecties toegenomen. HPV is een virus dat onder andere baarmoederhalskanker kan veroorzaken.
Antilichamen
Scherpenisse testte het bloed van verschillende groepen Nederlanders op aanwezigheid van HPV-antilichamen. Antilichamen zijn eiwitten die het lichaam zelf aanmaakt als er sprake is of is geweest van een HPV-infectie of nadat iemand gevaccineerd is. Na vaccinatie zijn de antilichamen in staat om het humaan papillomavirus te neutraliseren en bieden zo bescherming tegen kanker.
Voor haar onderzoek vergeleek Scherpenisse de uitkomsten van bloedmonsters uit twee onderzoeken uitgevoerd in 1995/1996 en 2006/2007 onder Nederlanders van 0 tot 79 jaar. Beide groepen waren niet gevaccineerd.
Vaccin
Ook ontdekte Scherpenisse dat de antilichamen die het lichaam zelf aanmaakt na een HPV-infectie niet volledig beschermen, wat betekent dat iemand opnieuw kan worden geïnfecteerd. Een vaccin biedt wel betere bescherming.
Sinds 2010 is er een HPV-vaccin opgenomen in het Nederlands Rijksvaccinatieprogramma voor jonge meisjes. Scherpenisse bestudeerde voor haar onderzoek het beschermingsmechanisme van het vaccin en of het wel op de goede plek terecht komt. Zij vond inderdaad HPV-specifieke antilichamen in de omgeving van de baarmoederhals bij Nederlandse meisjes tussen 14 en 16 jaar die gevaccineerd waren.
- VU medisch centrum
