Erectieproblemen komen vaak voor

Hoe vaak komt het voor?

Ongeveer 14 procent van de mannen in Nederland heeft last van erectiestoornissen.

Wat zijn de klachten?

Als iemand af en toe eens geen erectie kan krijgen (of geen erectie kan behouden die voldoende is voor seksuele activiteit), dan is dat nog geen erectiestoornis. Dat is het pas wanneer het steeds of vaak niet lukt.

Hoort het bij het ouder worden?

Ja. Met de leeftijd stijgt het aantal mannen dat er last van heeft. Bij mannen tussen de 51 en 60 jaar gaat het om 24 procent; tussen de 61 en 80 jaar is het 41 procent. Bij 80-plussers daalt het overigens weer naar 33 procent. Dat komt doordat mannen die zo oud worden, gemiddeld gezonder zijn.

Kwalen als aderverkalking en diabetes kunnen een erectie moeilijker maken. Ook psychische problemen kunnen tot erectiestoornissen leiden.

Wat als je er niets aan doet?

Medisch heeft dat geen ernstige gevolgen. De problemen kunnen stabiel blijven, maar ze kunnen ook verergeren. Maar wanneer je bang bent dat het een volgende keer weer niet lukt, wordt de kans daarop wel groter.

Wat kan de arts doen?

De huisarts kan in een gesprek uitzoeken of de problemen vooral lichamelijk of psychisch van aard zijn. Soms is uitgebreide voorlichting over de veranderingen op oudere leeftijd voldoende. Dit kan onzekerheid wegnemen en de erectiestoornis laten verdwijnen.

Bij ouderen is het probleem meestal niet psychisch maar lichamelijk. Medicatie kan dan een oplossing zijn. De huisarts kan een erectiepil voorschrijven. Er zijn drie soorten; ze helpen alle drie ongeveer even goed. In zo’n 60 procent van de gevallen maken ze geslachtsgemeenschap mogelijk, in zo’n 75 procent verbetert de erectie.