7 vragen over tinnitus

Oorsuizen en andere fantoomgeluiden

Getty Images

Tinnitus is afgeleid van het Latijnse tinnire: rinkelen. Bij tinnitus hoort iemand continu een geluid dat er niet is. Mensen kunnen allerlei verschillende geluiden horen: een pieptoon, ruisen, suizen, brommen, fluiten. Naar schatting een miljoen Nederlanders hebben er last van. Gaat zo'n fantoomgeluid ooit weer weg?

Tinnitus aurium, oftewel 'gerinkel in de oren' is de officiële term voor het waarnemen van geluid, terwijl er geen geluidsbron is. Het is dus geluid dat door het eigen gehoor veroorzaakt wordt. Het wordt ook wel oorsuizen of fantoomgeluid genoemd.

Objectieve en subjectieve tinnitus

Naar schatting hebben 1 miljoen mensen in Nederland een vorm van oorsuizen. Zo'n 30 procent van de volwassenen boven de 60 jaar krijgt ermee te maken, maar ook jongeren kunnen het krijgen. 2 procent van de mensen heeft zelfs ernstige tinnitus, waarbij een kwart daarvan dit fantoomgeluid 'ondraaglijk' noemt.

Er zijn twee vormen van tinnitus bekend. Bij objectieve tinnitus kan het geluid kan (na versterking) toch door de arts worden waargenomen. Bij subjectieve tinnitus hoort alleen de patiënt de geluiden. De laatste vorm komt het meest voor. Vaak komen tinnitus en hyperacusis - overgevoeligheid voor geluid - samen voor. Ongeveer een derde van de mensen met tinnitus heeft ook last van hyperacusis.

1. Wat zijn de symptomen van tinnitus?

Tinnitus uit zich in geluid dat zoals gezegd geen externe geluidsbron heeft. Je hebt er alleen zelf last van; niemand anders hoort het. De mate waarin het zich voordoet kan verschillen. Mensen die er last van hebben geven zelf vaak aan dat het verergert in perioden van stress. Het geluid zelf is dus het primaire symptoom. Andere klachten die soms voorkomen zijn concentratieproblemen, angst, prikkelbaarheid, depressieve gevoelens en slaapstoornissen.

2. Hoe ontstaat tinnitus?

De precieze oorzaak van tinnitus is vaak onbekend. Wel is bekend dat het soms samengaat met bepaalde gehooraandoeningen zoals slechthorendheid, plotsdoofheid, hyperacusis, de ziekte van Ménière, otosclerose of een brughoektumor. Ook is bekend dat hard geluid en harde muziek tinnitus kunnen veroorzaken; vaak in de vorm van een hoge pieptoon.

Tinnitus kan ook een bijverschijnsel van een (infectie)ziekte, allergie, verwonding of trauma zijn. Risicofactoren zijn aandoeningen van het kaakgewricht, hartziekten zoals hartritmestoornissen, bloedvatproblemen onder andere bij suikerziekte, hoog cholesterol, roken, hoge bloeddruk, overgewicht, bloedarmoede en verstoringen in de hormoonhuishouding (overactieve schildklier).

Verder is van een aantal medicijnen bekend dat ze (tijdelijk) tinnitus kunnen veroorzaken. De NVVS (Nederlandse Vereniging voor Slechthorenden) heeft op een rijtje gezet welke geneesmiddelen hoorproblemen kunnen veroorzaken.

3. Wat weten we over de oorzaak van tinnitus?

Er wordt de laatste jaren steeds meer hersenonderzoek gedaan, ondermeer met MRI's en PET-scans. Hieruit is naar voren gekomen dat tinnitus vooral ontstaat als gevolg van spontane activiteit in hoogfrequente neuronen (zenuwcellen) in de auditieve hersenschors. Die activiteit is het gevolg van het ontbreken van 'extern' geluid omdat het binnenoor niet meer (voldoende) werkt door bijvoorbeeld door opgelopen gehoorschade door een ongeluk of verkeerd geneesmiddelengebruik. Daardoor verliezen delen van de auditieve banen in de hersenen hun functie: er valt geen geluidsinformatie meer te verwerken. Als reactie daarop gaan de neuronen zelf aan de slag, wat door de hersenen weer als geluid wordt herkend.

4. Waar vind je hulp bij tinnitus?

De huisarts zal iemand met tinnitus in eerste instantie doorverwijzen naar de KNO-arts. Hij of zij zal onderzoeken of er aanwijsbaar trauma is, zoals vernauwde bloedvaten, dat de tinnitus veroorzaakt en deze zo nodig behandelen. Afhankelijk van de bevindingen kunnen daarna andere deskundigen worden ingeschakeld, zoals de audioloog of de neuroloog.

Is medische of audiologische behandeling niet mogelijk - en dit is helaas vaak het geval - dan komt iemand met tinnitus in aanmerking voor begeleiding door een psycholoog of maatschappelijk werker. In sommige gevallen hebben mensen baat bij acupunctuur of reflextherapie. Voor lotgenotencontact heeft de NVVS een tinnitusforum en een tinnitusloket voor crisissituaties (mensen met tinnitus kunnen in zware psychische nood komen). 

5. Gaat tinnitus ooit over?

Of tinnitus verdwijnt hangt in grote mate samen met de eventuele oorzaak die ervoor gevonden wordt. De KNO-arts zal gericht op zoek gaan naar andere hoorproblemen die de tinnitus kunnen veroorzaken. Zo kijkt hij naar eventuele evenwichtsklachten en gevoelloosheid van het gezicht omdat dit kan wijzen op een brughoektumor of de ziekte van Ménière.

Wordt er een lichamelijke oorzaak gevonden of kan een gehooraandoening succesvol behandeld worden, dan kunnen de tinnitusklachten verdwijnen of verminderen. Helaas gaat tinnitus meestal samen met gehoorklachten aan het binnenoor of de gehoorzenuw en kunnen die aandoeningen niet behandeld worden, waardoor er sprake is van blijvende tinnitus. Ook tinnitus waarvoor geen oorzaak is gevonden gaat meestal niet meer over, al kan de ernst van de klachten variëren.

6. Is tinnitus erfelijk?

Nee, tinnitus is niet erfelijk. De meeste aandoeningen waarbij tinnitus optreedt zijn dat ook niet. Ouderdomsslechthorendheid, otosclerose en mogelijk de ziekte van Ménière zijn deels genetisch bepaald, maar daarbij komt lang niet altijd tinnitus voor.

7. Helpt een hoorapparaat tegen tinnitus?

Nee. Een hoortoestel helpt niet tegen tinnitus. Soms wordt een hoorapparaat wel gebruikt om het tinnitusgeluid te overstemmen of verder naar de achtergrond te dringen. Een ander hulpmiddel is een zogenoemde tinnitusmaskeerder, die wordt voorgeschreven door de audioloog. Dit kleine apparaatje brengt een continue ruis voort dat het tinnitusgeluid overstemt. Nadeel: het geproduceerde ruisgeluid is vaak net zo vervelend als het tinnitusgeluid.

Een deel van de informatie in dit artikel komt uit het boek 101 vragen over oorsuizen en andere hoorproblemen van de Nationale Hoorstichting en Uitgeverij Kosmos.

Auteur 
Bron 
  • Nederlandse Vereniging voor Slechthorenden