Huisartsbezoek voor 'kleine kwalen' neemt toe

Getty Images

Tussen 2011 en 2015 nam de vraag naar huisartsenzorg toe. Ondanks meer voorlichting, zoals via internet, neemt ook het aantal bezoeken aan de huisarts met 'kleine kwalen' daarbij toe. Dat blijkt uit cijfers van het Nivel.

Kleine kwalen zoals insectenbeten, schaafwonden en hoesten gaan meestal vanzelf over. Of je verhelpt ze met een middel van de drogist. Toch blijkt het voor veel mensen lastig om zelf te beoordelen of ze hiermee naar de huisarts moeten of niet. Ondanks initiatieven om patiënten beter voor te lichten, zoals websites met informatie, blijft het aandeel contacten met de huisarts vanwege kleine kwalen in de periode 2011-2015 zo rond de 4 procent schommelen. Dit is vergelijkbaar met de resultaten uit een eerder onderzoek in Nederland over de periode 2003-2009.

In 2015 kreeg 46 procent een geneesmiddel voorgeschreven voor een kleine kwaal. In 2011 was dit 58 procent. De huisarts lijkt dus vaker een afwachtend beleid zonder voorschrijven van medicatie te voeren bij kleine kwalen.

Antibiotica bij tekenbeet

Er is wel een verschuiving te zien bij insectenbeten. Meer mensen gaan naar de huisarts vanwege een tekenbeet, en krijgen ook vaker preventief antibiotica voorgeschreven. Dit laatste is met name te zien vanaf het jaar 2015, en sluit aan bij de huidig richtlijn waarin het advies wordt gegeven om, in bepaalde situaties, antibiotica voor te schrijven, om zo het risico op het krijgen van de ziekte van Lyme te verlagen.

Geruststellen en adviseren

Voor patiënten is het, ook met goede voorlichting, vaak moeilijk om onderscheid te maken of de klacht die zij hebben vanzelf zal overgaan of dat er meer nodig is. De huisarts kan dit onderscheid wel maken en heeft ook een belangrijke rol bij het geruststellen en adviseren van de patiënt.

Bron 
  • Nivel