Ben ik overtraind?

Overbelasting van het systeem

Getty Images

Je vindt sporten leuk en bent heel fanatiek. Niets mis mee, zou je zeggen. Maar het kan verkeerd gaan. Je raakt overtraind. Overtraindheid is een vervelende, vaak langzaam insluipende vorm van overbelasting. Hoe kun je het voorkomen en wat kun je eraan doen?

Overtraindheid is een vaak moeilijk vast te stellen probleem. Toch zijn er volgens sportarts Guido Vroemen wel wat handvaten.

Overreaching

"Overtraindheid is een verschijnsel dat ik altijd scherp in de gaten hou. In mijn trainingsbegeleiding kijk ik altijd hoe een sporter zich voelt. Is het gevoel bij de training goed en overeenkomstig de zwaarte van de training?"

Is dit niet het geval en merk ik dat oververmoeidheid een aantal dagen aanhoudt, dan schakel ik in mijn trainingen direct terug in het belasten van de sporter." Met name sporters die zich bezig houden met hardlopen, wielrennen en triatlon behoren tot de risicogroep.

Volgens Vroemen is er een verschil tussen overtraindheid en overreaching. "Twee dagen vermoeid zijn na een zware inspanning, is niet vreemd. Dat noemen we daarom ook geen overtraindheid, maar overreaching"

Het grote verschil tussen overreaching en overtraindheid is de periode van herstel. Overreaching is het voorstadium van overtraining. "Soms gaat de sporter te ver, bouwt hij steeds meer vermoeidheid op en raakt zijn hormoonsysteem in de war. Reken dan gerust op een hersteltijd van twee tot drie maanden. Bij overreaching daarentegen is soms een week rust al voldoende."

Logboek

"Komt een sporter bij mij en klaagt hij erover 'dat het allemaal niet meer gaat' ondanks dat de bloedonderzoeken normaal zijn, dan is het belangrijk zijn logboek na te pluizen. Ik ga dan na wat hij de afgelopen maanden heeft gedaan en probeer de kink in de kabel op te sporen. En ja, dat is een kwestie van veel vragen."

"Helaas zijn er geen fysieke testen die een 100 procent diagnose overtraindheid aangeven. Daarom is een logboek erg belangrijk. Laat de sporter elke keer opschrijven hoe de training voor hem verloopt en of hij het leuk vond om te trainen. Zo kun je vroegtijdig een eventuele overtraindheid opsporen en voorkomen", aldus Vroemen.

Polsslag

Ook de ochtendpols kan iets zeggen over overtraindheid of niet, vernemen we van Guido Vroemen. "Zit de sporter meestal rond de 60 hartslagen per minuut en gaat dit op een gegeven moment afwijken, dan moet hij op zijn hoede zijn."

"Heeft hij bijvoorbeeld 's morgens ineens een hartslag van 70 slagen per minuut, dan kan dit betekenen dat hij niet helemaal fit is. Aan te raden is dat hij dan een beetje oplet en niet zo hard doortraint als dat zijn schema zegt."

Stress

Bij sporters zien we vaak overtrainingsverschijnselen in een periode van intensieve training waarin belasting op belasting wordt gestapeld zonder dat er ruimte is voor voldoende herstel. Maar ook andere factoren spelen overtraindheid in de hand.

"Het kan best zijn dat een sporter al jaren op dezelfde wijze traint en toch overtrainingsverschijnselen krijgt door bijvoorbeeld stress op het werk of in de privésfeer."

Vroemen: "Bij overtraindheid gaat het in feite over overbelasting van het systeem en dat heeft niet per definitie alleen met intensieve en lange training te maken. Daarom kan er ook zeker een link zijn tussen overtraindheid en een burn-out."

Positieve energie

Overtraindheid op lange termijn kan veel schade aanrichten. Niet alleen aan het lichaam zelf, maar ook emotionele instabiliteit en versterkte blessuregevoeligheid zijn zeker factoren waar rekening mee gehouden moet worden.

"Om meer rust in te bouwen, laat ik de sporter op een niveau trainen dat hij wel aan kan. En omdat het hem dan wel lukt, levert dit ook nog positieve energie op."

Guido Vroemen is sportarts en eigenaar van Sport Medisch Adviescentrum (SMA) Amerongen. Verder is hij medisch bioloog en gediplomeerd triathlontrainer.

Auteur