Vitamine D positieve invloed op dialysepatiënten

Getty Images

Wereldwijd maken ongeveer 200.000 patiënten met ernstig nierfalen gebruik van peritoneaal dialyse. Deze vorm van dialyse brengt nadelen met zich mee zoals een vergrote kans op buikvliesontsteking en verandering van het buikvlies. Promovenda Andrea Stavenuiter ontdekte dat vitamine D deze nadelen mogelijk kan verminderen.

Er zijn twee manieren om te dialyseren. Bij peritoneaal dialyse (PD) filtert het buikvlies afvalstoffen uit het bloed: daarvoor wordt een katheter ingebracht. Bij hemodialyse (HD) filtert een kunstnier in een machine het bloed: de machine wordt aangesloten op een bloedvat.

PD geeft meer vrijheid en is makkelijk thuis of op het werk uit te voeren en is relatief goedkoper dan HD. PD heeft ook nadelen: er is een vergrote kans op buikvliesontsteking en er kunnen veranderingen optreden in het buikvlies waardoor de dialyse minder effectief is.

Langer gebruiken

Stavenuiter onderzocht hoe patiënten langer gebruik kunnen maken van PD. Negatieve veranderingen die bij PD kunnen optreden zijn een verdikking in de buikwand, vorming van nieuwe bloedvaten en een toename van ontstekingscellen. De vloeistof van PD trekt afvalstoffen uit het bloed. Tegelijkertijd worden stoffen uit de vloeistof door het bloed opgenomen. Door de vorming van nieuwe bloedvaten is er een groter bloedvatoppervlak. Hierdoor zal de samenstelling van de vloeistof sneller veranderen en daardoor zal het vermogen om afvalstoffen uit het bloed te filtreren afnemen.

"We ontdekten dat deze nadelen in diermodellen deels verminderden door toediening van vitamine D. Ook toonden we aan dat vitamine D belangrijk is voor het functioneren van de nieren, en schade aan de nieren kan voorkomen en herstellen", zegt Stavenuiter.

Van lab naar kliniek

Het onderzoek is uitgevoerd in diermodellen voor PD. Momenteel wordt het effect van twee soorten vitamine D op het functioneren van het buikvlies onderzocht bij mensen. In deze studie krijgen PD-patiënten één van de twee soorten vitamine D toegediend en vervolgens wordt gekeken of de ene soort vitamine D een positiever effect heeft dan de andere soort. De resultaten van deze studie worden eind 2015 verwacht.

Stavenuiter promoveert op 8 oktober bij VUmc.

Bron 
  • VU medisch centrum