De behandeling van osteoporose

Geneesmiddelen en supplementen

Getty Images

Osteoporose is niet te genezen, maar als je last hebt van botontkalking is het wel belangrijk om botbreuken te voorkomen. Dat kan met geneesmiddelen en voedingssupplementen.

Als een DXA-scan een T-score geeft van -2,5 of kleiner of als uit een wervelhoogtemeting blijkt dat je een wervelinzakking hebt, krijg je de diagnose osteoporose of botontkalking. Om botbreuken te voorkomen, wordt dan direct gestart met de behandeling. Professor Willem Lems van het VU Medisch Centrum legt uit hoe die behandeling eruitziet.

"De behandeling van osteoporose bestaat over het algemeen uit een anti-osteoporosemedicijn en een calcium- en vitamine D-supplement. Zonder die laatste twee werkt het geneesmiddel ook minder goed. De meeste mensen – vooral ouderen – krijgen van beide niet voldoende binnen, maar voordat een supplement voorgeschreven wordt, bepaalt de dokter natuurlijk wel of je het daadwerkelijk nodig hebt.

Bisfosfonaten

De meeste osteoporosepatiënten krijgen alendronaat of risedronaat voorgeschreven. Beide middelen zijn bisfosfonaten en remmen de botafbraak. Alendronaat en risedronaat zijn heel effectief in het voorkomen van botbreuken. Zelfs het risico op de belangrijkste botbreuk – aan de heup – wordt lager. Daarbij zijn ze goedkoop, hebben we er jarenlange ervaring mee en vallen de bijwerkingen meestal wel mee. Het bisfosfonaat alendronaat bevat soms ook vitamine D. Voor veel ouderen is dit heel prettig: het scheelt hen weer een extra pil om te slikken.

Mijn inschatting is dat 80 tot 90 procent van de osteoporosepatiënten goed reageert op dit geneesmiddel, maar dus niet iedereen. Alendronaat en risedronaat kunnen leiden tot vervelende bijwerkingen in de slokdarm. Iemand met ontstekingen in de slokdarm mag je deze middelen dus niet geven. Sommige mensen krijgen slokdarmproblemen als bijwerking; dan moet je stoppen met de behandeling en kiezen voor iets anders.

Daarnaast hebben bisfosfonaten nog een aantal zeldzame, maar ernstige bijwerkingen. Een daarvan is aseptische botnecrose; een ernstige wondinfectie aan de kaak. Als je heel lang bisfosfonaten gebruikt, kun je ook spontane botbreuken in het bovenbeen krijgen.

Tweede keuze

Als om wat voor reden dan ook alendronaat en risedronaat geen behandelmogelijkheid zijn, kiezen artsen vaak uit een viertal andere geneesmiddelen. Ook deze middelen remmen de botafbraak, maar zijn wat duurder en relatief korter op de markt. Vooral dat laatste is voor artsen vaak een nadeel. Als je al tien jaar iets voorschrijft, weet je precies wat er kan gebeuren, bij nieuwe middelen is dat minder duidelijk.

De vier middelen zijn:

  • strontiumranelaat (dagelijks een pil/sachet)
  • denosumab (twee keer per jaar een subcutane (onder de huid) injectie)
  • zoledronaat (een keer per jaar een intraveneus (in de bloedbaan) infuus)
  • raloxifeen (dagelijks een pil)

Een geneesmiddel waarbij je een keer per jaar aan het infuus moet is natuurlijk heel interessant, maar elk middel heeft zijn nadeel. Zo kan zoledronaat niet gebruikt worden bij patiënten met een verminderde nierfunctie en leidt denosumab mogelijk tot wondroos rond de enkels. Raloxifeen bootst het hormoon oestrogeen na. Dit werkt dus alleen bij vrouwen na de overgang.

Ernstige osteoporose

Bij heel ernstige osteoporose – 10-15 centimeter gekrompen, ten minste twee wervelinzakkingen en tijdens behandeling met bisfosfonaat een derde botbreuk – wordt ook wel eens PTH voorgeschreven. Dit middel richt zich in tegenstelling tot de andere geneesmiddelen op nieuwe botvorming.

PTH is een onderdeel van het bijschildklierhormoon. Dit hormoon wordt dagelijks met injecties onder de huid ingebracht. Je kunt het vergelijken met zelf insuline prikken bij diabetes. Het middel is heel duur en wordt alleen vergoed voor vrouwen met zeer ernstige osteoporose. Zij moeten het geneesmiddel twee jaar gebruiken.

Veel van deze vrouwen hebben ernstige rugpijn. Een bijkomend voordeel van de PTH-injecties is dat de rugpijn vaak minder wordt. Voor een kleine groep osteoporosepatiënten vormt deze behandeling dus een grote stap vooruit.

Niet-medicamenteuze behandelingen

Bij de behandeling van een aandoening gaat het vaak over geneesmiddelen en dat terwijl niet-medicamenteuze behandelingen veel mensen ook aanspreken. Heel terecht. Als arts heb ik er zelf ook wel moeite mee om anti-osteoporosemedicijnen voor te schrijven als iemand een pakje sigaretten per dag rookt.

Als je zelf osteoporose en botbreuken wilt voorkomen, kun je het beste:

  • gezond eten
  • voldoende bewegen
  • niet roken
  • weinig tot geen alcohol gebruiken

Gezonde voeding is natuurlijk voor iedereen belangrijk, dus ook voor mensen met osteoporose. Bewegen zorgt voor sterke spieren en botten. Daarmee verminder je ook weer de kans op vallen.

Roken en alcohol hebben een direct negatief effect op de botten. De leefstijl van mensen die sigaretten en/of alcohol nuttigen, is vaak ook minder gezond. Als je alcohol drinkt, heb je daarbij ook een hogere kans op vallen."

Professor Willem Lems is reumatoloog in het VU medisch centrum en in Reade, beide in Amsterdam. Zijn belangrijkste onderzoekslijn is osteoporose bij reumatische ziekten. Daarnaast is hij een van de oprichters van en werkzaam bij de osteoporosepoli/fractuurpoli in het VUmc.