AMSTERDAM - Het functioneren van patiënten met artrose aan heup of knie gaat minder snel achteruit dan verwacht. In een periode van drie jaar blijft het relatief stabiel. Er zijn wel grote verschillen tussen patiënten. Vooral bijkomende ziekten blijken een belangrijke voorspeller van functionele achteruitgang.
Dit stelt Gabriella van Dijk in het onderzoek waarop zij 26 oktober promoveert aan het VU medisch centrum.
Patiënten met artrose van heup of knie hebben vaak pijn en ondervinden allerlei beperkingen in het dagelijkse leven. Vooral bij oudere patiënten leidt de ziekte vaak tot problemen bij het lopen, traplopen en boodschappen doen.
Van Dijk probeerde met haar onderzoek inzicht te krijgen in de ontwikkeling van artrose van heup of knie en of het ziekteverloop is te voorspellen.
Verschillen
"Drie jaar is eigenlijk te kort om achteruitgang vast te stellen. Beperkingen in activiteiten bleven gedurende drie jaar relatief stabiel. Maar er bestaan grote verschillen tussen patiënten. Sommigen verslechteren, anderen niet. Het is dus van groot belang voorspellende factoren te herkennen.", aldus Van Dijk.
Van Dijk vond onder andere dat een toename van pijn, vermindering van beweeglijkheid en spierkracht binnen een periode van één jaar, een verslechtering van het functioneren na drie jaar voorspellen.
Inschatten
Met de resultaten van het onderzoek kunnen behandelaars het beloop bij individuele patiënten inschatten en de kwetsbaardere patiënten selecteren.
Ook benadrukken de resultaten volgens Van Dijk dat er methodes ontwikkeld moeten worden waarbij niet alleen rekening wordt gehouden met de artrose, maar ook met de verschillende bijkomende ziekten van patiënten.
- VU medisch centrum
