Darmpatiënten doen het goed op de arbeidsmarkt

Getty Images

UTRECHT - Mensen met een chronische darmziekte doen het over het algemeen goed op de arbeidsmarkt, zo blijkt uit onderzoek van het NIVEL.

Het merendeel van de Crohn of colitis ulcerosa-patiënten heeft last van de ziekte bij het werk als gevolg van vermoeidheid, stress of spanning. Toch zijn ze net zo vaak actief op de arbeidsmarkt als andere Nederlanders.

Kostwinners
Driekwart verricht betaald werk voor ten minste 12 uur per week. Ze doen daarmee niet onder voor de algemene Nederlandse bevolking. Wel werken mannen van 45-65 jaar met een chronische darmziekte minder vaak fulltime dan gezonde leeftijdsgenoten. Dit is een belangrijk verschil, omdat dit vaak kostwinners zijn.

Positief
Mensen met chronische darmziekten die actief zijn op de arbeidsmarkt zijn positief over hun werk en vinden de sociale contacten belangrijk. Van de groep die niet werkt, zou een derde wel graag willen werken.

Ondersteuning
Een derde van de werknemers met een chronische darmziekte voelt zich niet voldoende gesteund door hun leidinggevenden. Darmpatiënten die niet werken maar dat wel graag willen, geven aan dat zij mogelijk wel aan de slag kunnen als aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan. Bijvoorbeeld flexibele werktijden, werk dicht bij huis, thuis werken en (om)scholing.

Eigen invloed
Veel factoren bepalen hoeveel uren darmpatiënten kunnen werken, zoals leeftijd en geslacht, de ziektelast die ze ervaren en de aanwezigheid van eventuele andere aandoeningen. Ook de invloed die mensen zelf denken te hebben op het ziektebeloop speelt een belangrijke rol.

"Dit is een interessante bevinding, omdat je de persoonlijke controle die iemand over zijn ziekte ervaart mogelijk kan veranderen. De andere factoren staan vast. We onderzoeken hoe het door patiënten ervaren controlegevoel kan worden versterkt. We weten nog niet hoe het controlegevoel en het verrichten van betaald werk bij mensen met chronische darmziekten met elkaar samenhangen, mogelijk is er sprake van een wisselwerking.", aldus NIVEL-programmaleider Mieke Rijken.

Bron 
  • Nivel