Snel ingrijpen bij hersenbloeding baby cruciaal

Getty Images

UTRECHT - Lang niet alle te vroeg geboren kinderen met een hersenbloeding krijgen ontwikkelingsproblemen. Snel ingrijpen nadat er bij een baby een hersenbloeding is opgetreden, kan een motorische en cognitieve achterstand voorkomen.

Verpleegkundige Mieke Brouwer van het UMC Utrecht onderzocht de motorische en cognitieve prestaties van 32 schoolgaande kinderen tussen de 5 en de 8 jaar. Al deze kinderen waren te vroeg geboren (na 26 tot 35 weken). Vlak na de geboorte hebben ze een hersenbloeding gehad waardoor de afvoer van het hersenvocht verstoord was en de hersenkamers in grootte toenamen.

Ingreep
Via een speciale ingreep konden neonatologen, artsen gespecialieerd in vroeggeboorte, de grootte van de hersenkamers onder controle gehouden. Ze verwijderden dagelijks overtollig hersenvocht via een onderhuids reservoir en een afvoerbuisje. Bijzonder is dat deze ingreep al plaatsvond vóórdat de kinderen duidelijk last hadden van het opgehoopte vocht. Meestal wachten artsen af tot de baby ernstige klachten krijgt, zoals spugen of een te snelle groei van het hoofd.

Resultaat
Brouwer laat zien dat de meerderheid van deze vroeg behandelde kinderen, 59 procent, geen leerproblemen, motorische handicaps of epilepsie hebben. De overige kinderen hebben wel motorische beperkingen of leerproblemen. Het gemiddelde IQ van de groep is met 93 wel iets lager dan gemiddeld. Kinderen kunnen ondanks een hersenbloeding dus vaak normaal presteren op latere leeftijd, concludeert Brouwer.

Een internationaal vergelijkend onderzoek, opgezet door het UMC Utrecht en het Erasmus MC, moet definitief uitwijzen of een vroege behandeling beter is. In het UMC Utrecht krijgen ongeveer tien kinderen per jaar een reservoir om hersenvocht te verwijderen.

Hersenbloeding
Bij te vroeg geboren kinderen ontstaan vaak hersenbloedingen omdat het vaatstelsel nog niet uitgerijpt is. Zo’n bloeding in de hersenkamers verstoort de vochtcirculatie in de hersenen en leidt tot vergrote hersenholtes of ventrikels. Dit kan druk geven op het hersenweefsel rondom de hersenholtes en kan uiteindelijk het hersenweefsel zelfs beschadigen. Op korte termijn veroorzaakt dat een te snelle toename van de hoofdomvang. Bij ernstige beschadigingen kan het kind motorisch of geestelijk gehandicapt raken.

Bron 
  • UMC Utrecht