Minder motorische handicaps bij prematuren

Getty Images

UTRECHT - Het aantal en de ernst van motorische handicaps bij te vroeg geboren kinderen neemt af. Onderzoekers van het UMC Utrecht concluderen dat op basis van ruim 3.000 geboortes tussen 1990 en 2005.

Volgens de artsen is het een teken dat de perinatale en neonatale zorg is verbeterd. Ze beschrijven de resultaten van hun onderzoek in het tijdschrift Journal of Pediatrics.
 
De onderzoekers analyseerden gegevens van ruim tussen 1990 en 2005 waarbij de zwangerschap korter duurde dan 34 weken. In die periode daalde het aantal kinderen dat cerebrale parese (een bewegingsstoornis van de hersenen) of spasticiteit ontwikkelde van 6,5 procent naar 2,2 procent.

Bovendien verminderde de ernst van de spasticiteit bij de kinderen die nog wel een cerebrale parese ontwikkelden. Spasticiteit kan ontstaan als gevolg van een hersenbeschadiging rondom of kort na de geboorte.
 
Minder kinderen ontwikkelen dus spasticiteit, maar de ernst ervan neemt ook af. Dit betekent dat spastische kinderen twintig jaar geleden vaker in een rolstoel terecht kwamen, verstandelijk achterbleven en daarom van speciaal onderwijs afhankelijk waren. Tegenwoordig kunnen de meeste kinderen met een motorische handicap zelfstandig lopen en deelnemen aan het reguliere onderwijs.

Auteur 
Bron 
  • UMC Utrecht