Waarom zweet de een meer dan de ander?

Variatie in transpiratie

Getty Images

Bij de een loopt het zweet op een warme dag in straaltjes over de rug, terwijl bij een ander zelfs tijdens een intensieve work-out geen druppeltje vocht te ontdekken is. Zweten is heel natuurlijk en nuttig, maar niet iedereen zweet bij dezelfde inspanning. Hoe komt dat? En kun je leren zweten?

De hoeveelheid zweet die je produceert, is onder andere afhankelijk van leeftijd en geslacht. Een kind zweet bijvoorbeeld minder dan een volwassene en vrouwen zweten minder dan mannen. Verder lijkt het erop dat blanken en negroïde mensen meer zweten dan Aziaten, mensen uit een warm klimaat meer dan mensen uit een koelere regio en getrainde atleten meer dan bankhangers.

Zweetklieren

Zweten is een manier om warmte van je lichaam af te voeren. De hitte die - bijvoorbeeld door inspanning - in het lichaam ontstaat, wordt via het bloed naar de huid afgevoerd en verlaat je lijf daar. Als je niet snel genoeg afkoelt, activeert je lichaam de zweetklieren. Door de verdamping van water wordt nog meer warmte onttrokken aan de huid. Je koelt verder af.

Van die zweetklieren heb je er gemiddeld 2 tot 4 miljoen. Toch zegt het aantal zweetklieren niet per se iets over de hoeveelheid die je zweet. Lang niet alle zweetklieren zijn (even) actief. Zo hebben mannen minder zweetklieren dan vrouwen, maar zijn de mannelijke klieren wel actiever.

Verschillen

De hoeveelheid warmte die je produceert, is wel een belangrijke oorzaak voor het verschil in zweten. Kinderen hebben bijvoorbeeld minder spieren en bij hen komt dus minder warmte vrij. Vooral kleine, magere kinderen zullen het sneller koud hebben. Vrouwen hebben naar verhouding vaak meer vet en minder spiermassa. Daarbij zorgen rondingen voor meer verdampingsoppervlak.

De temperatuur waarbij de zweetklieren actief worden, verschilt daarnaast per persoon. Vrouwen bijvoorbeeld zweten over het algemeen pas bij een hogere lichaamstemperatuur dan mannen. De menstruatiecyclus speelt hierbij ook een rol: tussen de menstruatie en de eisprong krijgen vrouwen het sneller warm. Kinderen en ouderen beginnen waarschijnlijk ook pas bij een hogere lichaamstemperatuur zweet te produceren.

Leren zweten

Het vermogen om te zweten, kun je trainen. Zweetklieren die in rust zijn, kun je activeren door dagelijks in de hitte te vertoeven of regelmatig te sporten. Het lichaam leert dan om bij een lagere temperatuur te zweten en meer te zweten. Iemand die van een koud naar een warm land verhuist, heeft na ongeveer zes weken hetzelfde zweetpatroon als een lokale bewoner. Ook van vaak naar de sauna gaan wordt gezegd dat het helpt bij het veranderen van je zweetpatroon.

Te weinig zweten

Goed kunnen zweten is belangrijk. Als het zweten laat op gang komt, is de kans op oververhitting namelijk aanwezig. En dat kan lichamelijke problemen opleveren. Bij een hoge lichaamstemperatuur presteert het lichaam een stuk minder. Mensen die niet zo snel of weinig zweten, kunnen vaak ook minder goed tegen warmte.

Het komt voor dat mensen helemaal geen zweetklieren hebben, bijvoorbeeld door de erfelijke ziekte anhidrotische ectodermale dysplasie (AED). Naast niet kunnen zweten en grote kans op oververhitting, hebben mensen met deze aandoening ook vaak last van droge ogen, een gevoelige huid, brokkelige nagels en problemen met de tanden.

Te veel zweten

Hoe belangrijk zweten ook is, langdurig en veel zweten is zeker niet goed. Je droogt dan uit. Het lichaam kan ongeveer een liter vocht verwerken, meer neem je niet op. In principe zweet je ook niet meer dan een liter vocht per uur uit, maar sommige topatleten lukt dit wel.

Bij ongeveer een op de honderd mensen is de zweetproductie zo hoog, dat er gesproken wordt van hyperhidrosis. Je ervaart dan echt hinder in het dagelijks leven.