Waarom knuffelen zo gezond is

Liefdevolle aandacht geeft zelfvertrouwen en vermindert angst

Getty Images

Dat knuffelen goed is voor lijf en psyche weten we sinds de jaren vijftig. Maar waarom eigenlijk? Wat doet het met je?

Voor baby’s, zowel in de mensen als dierenwereld, is knuffelen zelfs noodzakelijk om te overleven. Jonge kinderen leven lange tijd in een twee-eenheid met hun moeder. Het kind zoekt een zo veilig en warm mogelijke plek bij de moeder die voor voedsel zorgt. Maar hechtgedrag is meer dan een overlevingsmechanisme. Liefdevolle aandacht als aanraken, knuffelen, vasthouden en troosten maakt gezonder, geeft zelfvertrouwen en ­vermindert angstgevoelens. En dat geldt niet alleen voor kinderen.

Gelukshormoon

Waarom knuffelen zo gezond is, is niet helemaal bekend. "Wel weten we dat er bij knuffelen een speciaal hormoon vrijkomt met de naam ­oxytocine", vertelt Ellen de Bruijn, universitair hoofddocent klinische psychologie aan de Universiteit Leiden. Dat stofje komt vrij bij het geven van borstvoeding, ­knuffelen, massages en seks. Met het stijgen van de leeftijd daalt het gehalte aan oxytocine.

De Bruijn: "Meer knuffelen is dus absoluut goed. Lichamelijk, geestelijk en sociaal functioneren: het hangt allemaal samen. Wij hebben experimenten uitgevoerd waarbij we zagen dat oxytocine angst vermindert in sociale situaties."

In feite werkt een simpele omhelzing of aanraking positief op onze gezondheid. Want verlaag je stress, dan ben je ook weerbaarder tegen infecties, zo blijkt uit onderzoek.

Eerherstel

Het geluksrecept van de Amerikaanse neuro-econoom Paul Zak – zijn bijnaam is Dr. Love – luidt: knuffel minimaal acht keer per dag, want dat houdt ons lichamelijk en geestelijk gezond. Een beetje overdreven, vindt De Bruijn, maar er zit wat in.

Ook huisarts en seksuoloog Peter Leusink vindt het tijd dat de knuffel eerherstel krijgt, zeker in relaties tussen partners. "Bij sommige echtparen is seks uit de relatie verdwenen. Wat jammer is, is dat het knuffelen dan vaak ook van de baan is." Dat komt, legt Leusink uit, doordat een van de partners bang is dat een knuffel tot seks moet leiden. "Het is een hardnekkige mythe, waarbij de gedachte is: ik raak haar maar niet aan, want dan denkt ze dat ik meer wil. Dat is het kind met het badwater weggooien, want de intimiteit die ontstaat door knuffelen is op zichzelf al waardevol. Geef dus vooral wél een knuffel en zeg er bijvoorbeeld bij: 'Ik hoef geen seks; ik vind het gewoon al heel prettig om je in mijn armen te houden.' Dat onderscheid moeten we weer leren maken."

Knuffelen met de buurman?

Maar wat als je geen partner hebt? Op knuffelen met de buurman of een 'gewone' vriend of vriendin rust nog vaak een taboe. Toch zouden we dat als samenleving kunnen leren, zegt Leusink. "We moeten af van de gedachte dat een aanraking wordt gezien als uitnodiging voor seks. Eigenlijk zou het normaler moeten worden dat we af en toe zeggen: 'Wil je me even vasthouden?' Een knuffel geeft een gevoel van vertrouwen en veiligheid. Waarom zou je daar niet om mogen vragen?"

Auteur 
Bron 
  • Plus Magazine