8 vragen over lage bloeddruk

Snel opstaan of omhoogkijken is geen goed idee

Getty Images

Word je licht in je hoofd als je te snel opstaat? Misschien is je bloeddruk dan tijdelijk te laag. Gezondheidsnet beantwoordt acht vragen over lage bloeddruk.

1. Wat merk je van een lage bloeddruk?

Duizeligheid is het belangrijkste symptoom. De bloeddruk is vrijwel nooit continu te laag. Meestaal daalt de druk tijdelijk. Door de drukverlaging stroomt erg weinig bloed naar de hersenen en dus weinig zuurstof. Omdat de hersenen erg gevoelig zijn voor een tekort aan zuurstof, word je licht in je hoofd. Als het erger wordt, krijg je zwarte vlekken voor de ogen en kun je bewusteloos raken.

2. Wanneer komt een lage bloeddruk voor?

Bij een absoluut tekort aan bloed, zoals bij bloedingen en uitdroging door bijvoorbeeld zware diarree. Dan meet je langere tijd een lage bloeddruk. Veel vaker komt het voor dat de bloeddruk tijdelijk – minuten tot een uur – verlaagd is. In die gevallen zit in het hele lichaam voldoende bloed, maar in de hersenen niet. Dit gebeurt na een warme maaltijd (te veel bloed in de buik), bij het opstaan uit bed of uit een stoel (te veel bloed in de benen) en bij omhoogkijken (waarbij de halsslagader wordt gerekt). Normaal gesproken zal het lichaam vrijwel onmiddellijk tegenmaatregelen nemen om de bloeddruk te verhogen.

3. Hoe vaak komt het voor?

Een tijdelijke daling van de bloeddruk komt vaker bij ouderen voor dan bij jongeren. Bij alle leeftijden daalt de bloeddruk in de hierboven beschreven situaties, maar op oudere leeftijd corrigeert het lichaam deze daling later omdat het trager werkt. Daardoor daalt de bloeddruk verder.

Van de ouderen heeft 10 tot 50 procent last van lage bloeddruk binnen één tot tien minuten na het opstaan en een kwartier tot een uur na het eten. Eenderde tot de helft van het aantal gevallen van kortdurende duizeligheid is te verklaren door lage bloeddruk bij omhoogkijken.

4. Hoe ver daalt de bloeddruk dan?

Als er een tijdelijke daling in de bovendruk van meer dan 20 mm Hg (kwik) optreedt of in de onderdruk van meer dan 10 mm Hg, kun je er last van hebben.

5. Heeft medicijngebruik iets te maken met een lage bloeddruk?

Ja. De normale dosering van plaspillen kan bij hitte en bij diarree te hoog zijn, waardoor mensen te veel vocht verliezen. Vocht dat eigenlijk voor het bloed is bedoeld, met als gevolg dat de bloeddruk daalt.

Nitraten – tegen pijn op de borst – kunnen een lage bloeddruk verergeren. Een enkele keer krijgen mensen die pillen tegen hoge bloeddruk slikken permanent een te lage bloeddruk. Zij voelen zich moe, omdat het hart harder moet werken om de bloeddruk op peil te houden. Maar over het algemeen hebben mensen met medicijnen tegen hoge bloeddruk van de tijdelijke daling in de bloeddruk juist minder last.

6. Hoe kun je lage bloeddruk na opstaan voorkomen?

Wiebel voor het opstaan eerst een paar minuten met de benen. De beenspieren pompen het bloed zo naar het hart. Meer drinken – zodat de bloedvaten beter gevuld zijn – kan ook helpen. Evenals zouter eten waardoor het lichaam meer vocht vasthoudt. Andere hulpmiddelen zijn steunkousen gebruiken of het hoofdeinde van het bed omhoog zetten. En wanneer je plastabletten of nitraten gebruikt: vraag aan je arts of de dosering lager kan.

7. Hoe kun je lage bloeddruk na het eten voorkomen?

Het helpt om zes kleine in plaats van drie grote maaltijden te eten. De bloeddruk daalt ook na zo’n kleine maaltijd wel, maar je hebt minder last van dan na een grote maaltijd.

8. Hoe kun je lage bloeddruk door omhoogkijken voorkomen?

Niet meer plotseling omhoogkijken. Verraderlijke situaties zijn bijvoorbeeld de was ophangen en het hoofd achterover in een wasbak leggen.

Auteur