Je brood heet tegenwoordig anders

Nieuwe Warenwetbesluit Meel en Brood van kracht

Getty Images

Tijgerbrood, Italiaanse bol of desembrood: de tijd dat je in het broodschap alleen een halfje wit en een knip bruin kon vinden is al lang voorbij. De consument krijgt steeds meer verschillende fantasienamen voorgeschoteld. Met die groei in diversiteit is het steeds onduidelijker geworden wat er precies in een brood zit. En een ingewikkelde ingrediëntenlijst is niet voor iedereen te begrijpen. Daarom werd op 1 juli 2022 het nieuwe Warenwetbesluit Meel en Brood van kracht. Daarmee kan iedereen aan de naam van het brood direct zien om welk soort brood het precies gaat.

Voorheen was alleen volkoren een beschermde term in het broodschap. Maar vanaf nu kan iedereen aan de naam van het brood direct zien om welk soort brood het precies gaat. Er wordt altijd vermeld of het wit, bruin of volkoren is.  Ook wordt de naamgeving van broden specifieker door het graan te benoemen. Nu wordt het bijvoorbeeld 'wit tarwemaïsbrood' in plaats van 'maïsbrood'. En onder 'tijgerbrood' wordt nu 'heel wit tarwebrood' toegevoegd. Op 1 juli 2020 zijn deze nieuwe regels ingegaan en bakkers hadden tot 1 juli 2022 om dit op orde te krijgen.


Jenneke van Elderen, communicatieadviseur bij het Nederlands Bakkerij Centrum (het kennis- en adviescentrum voor de bakkerijbranche) zegt hier het volgende over: "Het gebeurt nog te vaak dat het goede imago van brood wordt betwist omdat allerlei verschillende termen tot verwarring hebben geleid. 70 procent van de consumenten kiest nog steeds brood uit op kleur, zonder te snappen wat er precies in zit. Dit Warenwetbesluit is een bijzonder goede ontwikkeling omdat consumenten vanaf nu gemakkelijker een bewuste keuze kunnen maken in de bakkerij en de supermarkt."

Lees ook: word je dik van brood?

De belangrijkste wijzigingen:


Wit, bruin of volkoren

De vermelding wit, bruin of volkoren wordt verplicht voor alle broodsoorten. Dit maakt het voor de consument duidelijk wat de basis is van het meelbestanddeel, ongeacht de kleur van het brood.

Graansoort(en)

Als er één, twee of meer granen in de aanduiding genoemd worden, zijn er eisen aan de hoeveelheid van elk van deze granen in het meelbestanddeel van het brood. Ook de volgorde in de naamgeving wordt belangrijk: de granen die er het meeste in zitten komen vooraan. Brood dat bijvoorbeeld nu als 'maïsbrood' werd aangeduid, heet nu dus in de meeste gevallen 'wit tarwemaïsbrood'.
Een 'meergranenbrood' mag alleen zo heten als het meelbestanddeel minimaal drie verschillende graansoorten bevat en het voornaamste graan niet meer dan 90 procent van het meelbestanddeel vormt. Dus straks kun je zowel wit meergranenbrood tegenkomen (bijvoorbeeld gemaakt van tarwebloem, speltbloem en roggebloem) als bruin meergranenbrood en volkoren meergranenbrood. En om het nog wat ingewikkelder te maken: het meergranenbrood uit het voorbeeld mag ook tarwespeltroggebrood of tarweroggespeltbrood genoemd worden, want de naam van brood mag maximaal 3 granen bevatten. Op voorverpakt brood moet het percentage van de verschillende granen in de ingrediëntenlijst worden vermeld.

Desem en desembrood

Niet elk brood mag zomaar '(zuur)desembrood' genoemd worden. Ook hier zitten regels aan die in het Warenwetbesluit zijn vastgelegd. De definitie van zuurdesem is wettelijk vastgelegd. Zuurdesem bevat per definitie actieve of reactiveerbare micro-organismen en is een product van de fermentatie van graan, water en van nature aanwezige micro-organismen. Als micro-organismen afkomstig zijn uit fruit, fruitsap of zuivel mag het product dus niet aangeduid worden als 'desem' of 'zuurdesem'. Dat geldt ook voor een poeder met de smaak van desem waarin de micro-organismen zijn geïnactiveerd.
Voor desembrood geldt dat (zuur)desem als enige rijsmiddel is gebruikt en dat er maximaal 0,2 procent droge gist of 0,5 procent verse gist is toegevoegd aan het meelbestanddeel. Voor brood met minimaal 30 procent vruchten, noten, zaden en/of pitten mag de hoeveelheid toegevoegd gist maximaal 0,5 procent droge gist en maximaal 1,2 procent verse gist bedragen.

Heel, half of …

Er zijn tegenwoordig ook broden die net wat kleiner zijn dan een gangbaar heel brood. Speciaal daarvoor komt er in de nieuwe wet een nieuwe categorie bij: midden brood of middengroot brood genoemd. Dat zit tussen heel en half in. In de nieuwe wet staan regels over wanneer er sprake is van een heel, half of midden(groot) brood. Het hangt niet af van het gewicht van het brood, maar van het zogenoemde droge stofgehalte. Dat is het gewicht dat overblijft als al het water uit het brood verdampt zou zijn. Bij een heel brood is dat tussen 480 en 530 gram, bij een half brood 240-265 gram en bij midden(groot) brood wordt dat 360-400 gram.

Auteur 
Bron 
  • Nederlands Bakkerij Centrum