7 klachten waarvoor we ons schamen

Toch maar naar de huisarts

Getty Images

"Gewoon naar de dokter ermee, die kijkt nergens van op!" Misschien heb je die uitspraak wel eens gehoord. Het klopt natuurlijk helemaal, maar toch zijn er gênante kwalen waarmee je misschien liever niet bij je huisarts aanklopt. Wanneer is het verstandig om je toch over je schroom heen te zetten?

1. Aambeien

Aambeien zijn zwellichaampjes die te veel opgezwollen zijn en daardoor gaan jeuken en irriteren. Ze zitten aan de binnenkant van je darm, vlak voor de anus, maar kunnen ook naar buiten zakken. Als er harde ontlasting langs moet, schuren ze open, waardoor je helderrood bloed ziet op het wc-papier of in de toiletpot.

Sommige mensen komen er met het aanpassen van hun voeding- en stoelganggewoontes van af. Bovendien verkoopt de drogist zetpillen en crèmes die jeuk en branderigheid verlichten. Zijn ze hardnekkig of erg pijnlijk, dan is een bezoek aan de huisarts aan te raden. Deze verwijst je indien nodig door naar een specialist die je met verschillende methoden van je aambeien kan verlossen. Ook als je bloed bij je ontlasting hebt of een uitstulping bij de anus voelt, maar twijfelt of een aambei de boosdoener is, moet je naar de huisarts. Die kan uitsluiten of er iets ernstigers aan de hand is.

2. Erectiestoornissen

Zo’n 14 procent van alle Nederlandse mannen kampt met een erectiestoornis. Hoe ouder je bent, hoe groter je risico op erectieproblemen: bijna een derde van de mannen van 50 tot 70 jaar heeft ermee te maken. Ondanks dat ze zo veel voorkomen, gaan maar 4 op de 1000 huisartsbezoeken over erectiestoornissen en wachten mannen gemiddeld 2 jaar voordat ze naar de dokter stappen.

Erectieproblemen gaan niet vanzelf over. Dagelijks minstens 30 minuten bewegen is het enige wat volgens onderzoek kan helpen. Ook stoppen met roken en indien nodig afvallen kan de doorbloeding verbeteren, maar verder kun je er zelf niets tegen doen. Wachten tot het overgaat werkt alleen maar averechts. Naarmate je ouder wordt, nemen de klachten vaak toe. Bij jongeren kan eventuele faalangst steeds erger worden. De huisarts kan je wel helpen, er zijn verschillende behandelingen beschikbaar.

3. Winderigheid

Bij iedereen zit er gas in het maagdarmkanaal. Als je slikt, slik je wat lucht in, maar ook bij het verwerken van onverteerde voedselresten in de dikke darm komen er veel gassen vrij. Die moeten er ook weer uit en daarom laten we dagelijks gemiddeld tien winden. Eet je veel peulvruchten, kool, uien, fruit, kauwgom, light-producten of brood of drink je graag frisdrank met koolzuur, dan kun je last krijgen van extra gasvorming.

Winderigheid kan een teken zijn van obstipatie, een prikkelbare darm, lactose-intolerantie of een darmaandoening. Vaak heb je dan ook last van buikpijn en een opgeblazen gevoel. Er is niet altijd een verklaring te vinden voor winderigheid.

4. Vaginale schimmelinfectie

Jeuk, roodheid en witte, soms brokkelige afscheiding die niet sterk ruikt, wijzen in de richting van een vaginale schimmelinfectie. Heb je er al eerder last van gehad, dan weet je meteen hoe laat het is als je weer zo’n schimmelinfectie hebt. Soms gaat het vanzelf over. Zo niet, dan kun je bij de drogist of apotheek een crème of tablet kopen dat de schimmel doodt.

Weet je niet zeker of je klachten het gevolg zijn van een schimmelinfectie? Twijfel je bijvoorbeeld of het een soa is? Of gaan ze maar niet over? Dan kan de huisarts je adviseren en eventueel andere anti-schimmelmiddelen voorschrijven.

5. Wratten

Maar liefst een derde van de kinderen in de basisschoolleeftijd heeft wel eens wratjes gehad. Toch bleek uit een marktonderzoek dat 22 procent van de ouders zich schaamt voor de wratten van hun kind.

Uiteindelijk verdwijnen wratten vanzelf, maar dat kan wel één à twee jaar duren. Heb je niet zo veel geduld dan zijn er vloeistoffen en zalven waarmee je de wratten te lijf kunt gaan. Deze vind je gewoon bij de drogist.

Met wratjes die bij de geslachtsdelen zitten, moet je wel naar de dokter. Het is ook verstandig om de huisarts naar de wratten te laten kijken als ze heel hardnekkig zijn of wanneer ze jeuken, bloeden of van kleur of grootte veranderen.

6. Kalknagels

Een kwart van de bevolking wandelt rond met kalknagels oftewel schimmelnagels. Ze hebben niets te maken met een gebrek aan hygiëne: de voeten met zeep wassen werkt kalknagels juist in de hand. Je voeten goed afdrogen na het wassen, helpt wel.

Schimmelnagels zijn heel besmettelijk en je loopt ze dan ook gemakkelijk op in openbare gelegenheden zoals het zwembad en de sportschool. Ze zijn op zich onschuldig, maar omdat ze er niet zo mooi uitzien vinden veel mensen ze een beetje gênant. Met een goede verzorging, veel geduld en een anti-schimmelmiddel van drogist of huisarts kun je ze bestrijden.

7. Ongewenst urineverlies

Of je nu een paar druppeltjes verlies als je niest of lacht of ineens zo nodig moet plassen dat je de wc niet meer haalt: ongewenst urineverlies is heel vervelend en waarschijnlijk niet iets waarmee je te koop loopt.

Ondanks dat een kwart van de vrouwen er wel eens mee te maken heeft – maar veel mannen ook – rust er toch een beetje een taboe op. Maar de helft van de mensen met ongewenst urineverlies zoekt hulp! Zonde, want er zijn allerlei behandelingen mogelijk. Soms zijn een paar sessies met een fysiotherapeut al voldoende om de bekkenbodemspieren te trainen. Daarnaast zijn er, afhankelijk van het type urineverlies waarmee je kampt, operaties en medicatie mogelijk.