Baby van gestreste moeder vaker ziek

Getty Images

NIJMEGEN - Als een moeder tijdens haar zwangerschap veel angst en stress ervaart, krijgt haar kind in het eerste levensjaar meer gezondheidsproblemen. Naarmate de moeder meer stress en zorgen heeft, is het kind ook vaker ziek, zo blijkt uit het promotieonderzoek van Roseriet Beijers van de Radboud Universiteit Nijmegen.

Van de ziektes bij baby's kan 10 procent worden verklaard door stress en angst in de zwangerschap. Het gaat dan om algemene ziektes, zoals koorts, oor- en oogontsteking, ziektes van de luchtwegen en huidklachten, niet om spijsverteringsziekten. Daarnaast krijgen de baby's vaker antibiotica voorgeschreven.

Langlopend onderzoek Beijers' studie maakt deel uit van het langlopend onderzoek naar Basale Invloeden op Baby Ontwikkeling (BIBO). Dit onderzoek volgde bijna tweehonderd moeders en hun kinderen intensief vanaf de zwangerschap en tijdens de eerste levensjaren.

Beijers bekeek de ervaren stress en angst bij de moeder in de laatste drie maanden van de zwangerschap en het aantal keer ziek zijn van het kind. Moeders rapporteerden hun stress en angst aan de hand van vragenlijsten. Daarnaast werden speekselmonsters verzameld door de moeders om het stresshormoon cortisol te meten. Informatie over de gezondheid van de baby werd verkregen in maandelijkse interviews tijdens het eerste jaar.

Immuunsysteem Roseriet Beijers: "Enige stress in de zwangerschap is normaal. In deze studie zien wij echter dat hoe meer van deze stress en angst de moeder ervaart, hoe vaker het kind ziek is. We weten niet of het kind ook langer ziek is. Of angst en stress van de zwangere moeder ook daadwerkelijk het immuunsysteem van haar baby beïnvloeden - wat in dieronderzoek en enkele humane studies is aangetoond - kan met behulp van deze studie niet worden gezegd". 

Toekomst Het is nog niet duidelijk wat het vaker ziek zijn als baby, zegt over ziek zijn in het verdere leven. Beijers: "Misschien zijn deze kinderen later juist minder ziek omdat ze al meer ziektes hebben meegemaakt en daardoor meer weerstand hebben. De groep die wij onderzoeken is nu zes jaar. We blijven ze volgen, zodat we daar hopelijk over enkele jaren wat meer over kunnen zeggen".

Bron 
  • Radboud Universiteit Nijmegen