Groene bonenparade

Verse peulvruchten op een rijtje

Getty Images

Sperziebonen, peultjes, snijbonen. Deze gezonde groene helden zijn peulvruchten, maar worden meestal gezien als groente. Ze bevatten namelijk in tegenstelling tot andere peulvruchten vitamine C en worden ook als groente gebruikt. Alles over deze verse peulvruchten.

Peulvruchten zijn de zaden uit de peulen van een vlinderbloemige plant. De groene verse variant bevat veel vezels en voedingsstoffen en weinig calorieën. Voor 250 gram boon op je bord heb je van de meesten 250 tot 275 gram verse boon nodig.[ITEMADVERTORIAL]

Let wel op dat in veel peulvruchten de natuurlijke gifstof lectine voorkomt. Door het koken raakt de giftige stof uitgewerkt. Eet ze dus niet rauw. Uit pot, blik of diepvries kunnen bonen wel gegeten worden zonder te koken.

Snijbonen

Ze zijn plat en kunnen wel 25 centimeter lang worden: de snijboon. Hij wordt fijngesneden gegeten, want dan komt het aroma het beste tot zijn recht. Snijbonen moeten er lekker frisgroen uitzien en stevig aanvoelen. Gesneden kun je ze het best dezelfde dag bereiden en eten. Ongesneden kun je ze enkele dagen bewaren.

Sperziebonen

De sperzieboon zou je ook kunnen kennen als de prinsessenboon. De bekendste variant is groen, maar er zijn ook gele sperziebonen. In de lente, zomer en herfst kun je ze goed verkrijgen. Ook de sperzieboon moet groen en stevig zijn. Op een koele plaats of in de koelkast kun je ze (in een open plastic zak) een paar dagen bewaren.

Tuinbonen

Een echte zomergroente: de tuinboon. Het is een zaad van een vrij grote viltachtige peul. Elke peul heeft twee tot vijf zaden. Jonge grote zaden zijn het lekkerst. Daarbij zijn ze erg gezond. Tuinbonen bevatten een hoog gehalte aan vitamine B en C als je ze niet te lang kookt.

Als je verse tuinbonen koopt, let er dan op dat de peulen niet slap zijn. Je kunt ze twee tot drie dagen in de koelkast bewaren. Voor 250 gram boontjes op je bord, heb je ongeveer een kilogram peulen nodig. Om de tuinbonen uit de peul te krijgen, zet je je duimen op de bolle kant van de peul en druk je hem open. Na het koken kun je nogmaals doppen en het stugge velletje verwijderen.

Peultjes

Je verwacht het misschien niet, maar peultjes zijn de jonge peulen van de doperwtenplant. Ze worden zeer jong geoogst, want dan is de schil nog jong en mals en heeft er zich nog geen vlies in de peul gevormd. De erwtjes zijn dan nog nauwelijks ontwikkeld.

Let bij de aankoop van verse peultjes op de structuur. Ze moeten fris groen zijn en een knapperige schil hebben. Je kunt ze enkele dagen bewaren in de koelkast, bij voorkeur in een plastic zak met gaatjes. Voor het bereiden kun je de puntjes van de uiteinde afsnijden. Sommige peulen hebben draden langs de rand die je eraf kunt trekken.

Sugarsnaps

De sugarsnaps winnen langzaam terrein. Ze lijken een beetje op peultjes, maar zijn boller en smaken zoeter. Eigenlijk ze nog niet rijp als ze geoogst worden. De zaden zitten nog in de peul, maar dat geeft juist smaak. Ook sugarsnaps moeten  mooi groen zijn bij aankoop. In de koelkast blijven ze ongeveer twee dagen goed. Net als peulen kun je het topje eraf snijden en de draad aan de rand verwijderen.

Haricot Verts

Het is het rechte slanke zusje van de snijboon en sperzieboon: de haricot verts. Ze zijn wat slapper, minder knapperig en donkerder van kleur dan de sperzieboon. Toch is het belangrijk om bij aankoop bonen te kiezen die niet slap zijn en frisgroen van kleur. Dan kun je ze nog zeker twee tot drie dagen bewaren.

Doperwten

Een peul van de doperwtenplant levert ongeveer tien doperwten. Ze worden vers geoogst; de suiker in de erwt is dan nog niet omgezet in zetmeel. Dat geeft de lekkere zoete smaak. Verse doperwten zijn er maar heel kort. Alleen in de vroege zomer.

Koop hele gave peulen, die zichtbaar vol erwten zetten. Doperwten kun je echt het best zo vers mogelijk eten, het liefst binnen twee dagen na aankoop. De peul open je door met je duimen op de onderkant van de peul te drukken tot deze openspringt. De erwtjes kun je dan gemakkelijk loshalen en afspoelen met koud water. Je hebt 500 gram peulen nodig voor 250 gram doperwten.

Kousenband

Het is de meest exotische uit dit rijtje. Kousenband kennen we vooral vanuit Suriname. Het is een lange, groene peul die lijkt op een uitgerekte sperzieboon. In de tropen kan kousenband wel een meter lang worden, de Nederlandse variant moet het doen met 14 tot 25 centimeter. De smaak is pittiger dan die van sperziebonen. Kousenband bevat onder andere foliumzuur, kalium, vitamine B1 en B6.

Kousenband kun je het beste jong, sappig en stevig kopen. Op een koele plaats (niet in de koelkast) is het enkele dagen houdbaar. Net als bij peulen en sugarsnaps is het verstandig om de puntjes te verwijderen en eventuele stugge dragen los te trekken. Reken zeker 250 à 325 gram kousenband per persoon om aan 250 gram groenten per persoon te komen.

Bron 
  • Voedingscentrum
  • Groenten Fruit Bureau