5 vragen over afbouwen van benzodiazepines
In Nederland slikken bijna 1,4 miljoen mensen een slaappil, kalmeringsmiddel of medicijn tegen angst. De meeste van hen zijn 50-plus. Deze medicijnen maken je zo suf dat je hersenen overdag ook minder goed werken. Dat kan grote gevolgen hebben. Psychiater Remke van Staveren schrijft hoe je kunt minderen in haar nieuwe boek ‘Minder slikken’. Vijf vragen over hoe je minder slaappillen kunt slikken.
1. Maakt het uit of je een slaappil of een kalmeringspil slikt?
Remke van Staveren: ‘Nee, want het gaat meestal om dezelfde medicijnen: benzodiazepines. Ook wel ‘pammetjes’ genoemd, of ‘benzo’s’. De ene benzodiazepine werkt langer dan de ander. Heb je vooral moeite met inslapen, dan krijg je meestal een kortwerkende benzodiazepine zoals temazepam. Heb je moeite met doorslapen of heb je overdag spanningsklachten, dan krijg je een langwerkend middel zoals diazepam. Middelen als zolpidem en zopiclon zijn geen benzodiazepine, maar lijken er wel op. Wat al deze medicijnen gemeen hebben: ze zijn enorm verslavend en geven veel bijwerkingen. Ook op je hersenen.’
2. Wat doen slaapmiddelen met je hersenen?
‘Veel van de bijwerkingen zijn bekend - sufheid overdag, concentratieproblemen of het makkelijker breken van een bot door een val. Maar er zijn ook minder bekende bijwerkingen zoals onverschilligheid en afvlakking. Benzodiazepines laten alle hersenactiviteit afnemen. Wie eenmaal is afgebouwd, voelt zich helderder, kan zich beter concentreren en dingen beter onthouden. In mijn boek staat zelfs het voorbeeld van een man bij wie de familie dacht dat hij aan het dementeren was. Nadat hij zijn slaappil had afgebouwd, werd hij weer zo helder dat de zorgen om dementie onterecht bleken.’
3. Hoe kun je minderen?
‘Als je ineens stopt, krijg je veel ontwenningsverschijnselen, dus geleidelijk afbouwen werkt beter. Maar ook dat is moeilijk. Slechts een op de vijf mensen lukt het om op eigen kracht af te bouwen. Het gaat stapje voor stapje. Elke stap omlaag in de dosering geeft weer ontwenningsverschijnselen. Dat zijn onder meer: een grieperig gevoel, hartkloppingen, zweten, maag-darmproblemen, problemen met zien, duizeligheid en spiertrekkingen. Er zijn ook psychische ontwenningsverschijnselen zoals angst, alertheid, onrust, prikkelbaarheid, slapeloosheid, veel dromen, geheugen- en concentratieproblemen en somberheid.’
4. Wat als je weer slapeloos wordt? Of angstig?
‘Je kunt opnieuw je oude klachten krijgen, zelfs veel ernstiger dan dat de klachten oorspronkelijk waren. Maar dat zijn ontwenningsverschijnselen. Daar heb je veel minder kans op als je heel geleidelijk afbouwt en naarmate je naar het einde komt steeds kleinere stapjes neemt. Als je een benzodiazepine gebruikt voor het inslapen, kun je in de ochtend onrustig, angstig of zelfs paniekerig wakker worden. Deze klachten komen doordat het middel is uitgewerkt, door ontwenningsverschijnselen dus.
Als je benzodiazepines hebt afgebouwd is vooral het laatste stukje moeilijk, als je nog een zeer lage dosis gebruikt of zelfs al gestopt bent. Je krijgt dan juist de heftigste ontwenningsverschijnselen die weken kunnen aanhouden. Belangrijk om vooraf te weten, zodat je niet op het eind afhaakt.’
5. Is er een alternatief voor benzodiazepines?
'Benzodiazepines zijn enorm verslavend. Dokters schrijven daarom soms andere medicijnen voor, die ook helpen bij het slapen of bij het kalmer worden. Dit zijn bijvoorbeeld het antiallergisch middel promethazine, het antipsychoticum quetiapine (Seroquel) het antidepressivum trazodon of mirtazapine. Deze medicijnen zijn niet verslavend, maar zeker niet onschuldig. Ze hebben veel bijwerkingen en stoppen is bij deze medicijnen soms net zo moeilijk.
Wat dan wel? Vraag bij de dokter eens naar cognitieve gedragstherapie bij slaapproblemen (kortweg CGT-i), dat is bewezen werkzaam. Of probeer meditatie of mindfulness.