Medicijnen bij reumatoïde artritis

Weet wat je slikt

Getty Images

Een geneesmiddel tegen reuma en artrose is er nog niet. Wel zijn er medicijnen om de ontstekingen te remmen en de pijn te verminderen. De behandelaar zal meestal met de klassieke middelen beginnen. Daarna zal hij steeds de afweging maken tussen de positieve werking en de mogelijke bijwerkingen van een medicijn, het liefst samen met de patiënt. Voor die patiënt is het dus van belang om te weten welke medicijnen kunnen worden ingezet bij reumatoïde artritis (RA).

Dit zijn ze (in de meest voorkomende volgorde tijdens het beloop van de ziekte):

NSAID's

NSAID's zijn pijnstillers met een enigszins ontstekingsremmend effect, zoals naproxen, ibuprofen en diclofenac.

Corticosteroïden

Een voorbeeld van deze groep is prednison. Corticosteroïden worden soms (al dan niet in combinatie met een DMARD) kortdurend voorgeschreven om de ontsteking snel de kop in te drukken.

DMARD's

Dit zijn klassieke reumamiddelen, die effectief en goedkoop zijn. Omdat het lang kan duren voordat ze werken, wordt soms naast de DMARD en NSAID ook nog een corticosteroïd voorgeschreven. DMARD's zijn onder andere methotrexaat, sulfasalazine, leflunomide, hydroxychloroquine en azathioprine. Deze medicijnen zorgen ervoor dat de ontstekingsverschijnselen afnemen. Methotrexaat wordt vaak als eerste ingezet. Het onderdrukt de afweer, remt ontstekingen, en ondersteunt de werking van de meeste biologicals.

Biologicals

De groep van biologicals wordt ingezet nadat de voorgaande middelen na verloop van tijd onvoldoende effect sorteren. Er zijn verschillende biologicals; hun overeenkomst is dat ze het immuunsysteem (de afweer) afremmen waardoor de ontsteking wordt geremd. De biologicals voorkomen blijvende schade en stoppen bij patiënten met ernstige RA de progressie van de ziekte.

Binnen de biologicals zijn verschillende groepen te onderscheiden. Zo zijn er de zogenoemde TNF-alfa-blokkers (adalimumab, certolizumab pegol, etanercept, golimumab, infliximab). De TNF-alfa-blokkers blokkeren een belangrijk eiwit in het afweersysteem (de Tumor Necrose Factor, alpha, TNF-α)
waardoor het afweersysteem en dus de ontsteking wordt geremd. Daarnaast zijn er abatacept en tocilizumab. Abatacept verstoort de communicatie tussen cellen van het afweersysteem (de B-cellen en de T-cellen) en tocilizumab blokkeert de interleukine-6 receptor, waardoor het eiwit dat verantwoordelijk is voor de ontstekingen (interleukine-6) geen kans krijgt.

Na verloop van tijd kan de werking van de eerste biological afnemen, dan wordt er een andere biological gegeven uit de eerder genoemde reeks van biologicals of de biological rituximab. Rituximab remt ook afweercellen (de B-cellen). Biologicals worden meestal in combinatie met andere middelen gebruikt.
 
Het is belangrijk dat patiënten altijd de behandelend arts goed informeren over eventuele bijwerkingen van de medicatie. De arts kan dan in overleg met de patiënt uitzoeken of het weglaten of wisselen van medicijnen een betere verdraagbaarheid geeft.

Auteur 
Bron 
  • Plus Magazine