Wat zegt een etiket?
Op het etiket van je eten en drinken kun je ze soms zien staan: E-nummers. Om E-nummers hangt nog altijd een waas van onduidelijkheid. Wat zijn E-nummers nou precies? En moet je ze mijden of niet?
E142 (Briljantzuurgroen), E239 (Hexamine), E308 (Gamma-tocoferol), E435 (Polyoxyethyleen-20-sorbitaanmonostearaat) en zo kun je nog een hele tijd verder gaan. De lijst met E-nummers is erg lang en de betreffende nummers hebben wonderlijke, chemische namen. Stuk voor stuk zijn het namen voor hulpstoffen die aan je eten of drinken kunnen worden toegevoegd.
Heel veel soorten E-nummers
Dat toevoegen gebeurt niet zonder reden. Er zijn zelfs veel verschillende redenen om deze stoffen toe te voegen. Zo kan de producent een product meer kleur willen geven. Dat kan door toevoeging van een kleurstof (E-nummer 100-180). Een andere reden kan zijn dat de producent wil dat zijn product langer bewaard kan worden. Om bederf door bijvoorbeeld schimmels en bacteriën tegen te gaan, kan er dan een conserveermiddel (E200-252) worden toegevoegd.
Toegevoegd kunnen worden:
- Voedingszuren (E260-297, E322-385) om een product minder zuur te maken.
- Antioxidanten (E300-321) om de houdbaarheid te verlengen.
- Emulgatoren, stabilisatoren, verdikkings- en geleermiddelen (E400-495) om de textuur van een product te veranderen. Dus hoe een product voelt.
- Zuurteregelaars, antiklontermiddelen en rijsmiddelen (E500-586) om producten minder zuur te maken, minder te laten klonteren of sneller te laten rijzen.
- Smaakversterkers (E600-650) om de natuurlijke smaak te versterken.
- Glansmiddelen, antischuimmiddelen (E900-914).
- Meelverbeteraars (E920-928).
- Verpakkingsgassen (E938-948).
- Zoetstoffen (E950-968, E420-421).
En dan is er ook nog eens een categorie met overige E-nummers, zoals bepaalde enzymen.
Veilig of niet?
Je ziet het: veel verschillende stoffen met allerlei verschillende doelen. Soms wordt het nut of zelfs de veiligheid van E-nummers in twijfel getrokken. Het is daarom goed om te weten dat de 'E' van 'E-nummer' staat voor 'Europese Unie'.
Dat wil zeggen dat elk E-nummer uitgebreid is onderzocht en uiteindelijk is goedgekeurd door de Europese Unie. Deze staat garant voor de veiligheid van de stof. Neemt niet weg dat vooral de zoetstoffen nog altijd wel eens in een kwaad daglicht staan. Zoetstoffen als aspartaam en cyclamaat komen bijvoorbeeld in light frisdranken voor of in yoghurtsoorten.
De reden dat deze zoetstoffen onderwerp zijn van discussie, is dat je er niet te veel van mag binnenkrijgen. Kinderen tot 4 jaar bijvoorbeeld zouden niet meer dan 2 glazen van een frisdrank met cyclamaat per dag mogen binnenkrijgen. Deze grens is een zogeheten veilige bovengrens.
Blijf je onder die grens, dan is dat in principe veilig. Boven die grens zou je een klein risico kunnen lopen. Onthoud echter dat de grenzen heel ruim zijn genomen. De veilige grens is dus ook echt veilig. Pas ruim daarboven zouden gezondheidsrisico's kunnen ontstaan.
Kortom, als je de EU wilt vertrouwen, dan kun je van de veiligheid van E-nummers opaan, mits je binnen de grenzen blijft. Wat wel onderwerp van onderzoek is, is welke effecten combinaties van verschillende E-nummers kunnen hebben op je gezondheid. Maar op dit moment is daarover nog niets bekend.
Dierlijke stoffen
Voor vegetariërs en veganisten, maar ook voor religieuze mensen als moslims en joden, is het van belang te weten dat er een aantal E-nummers zijn die van dierlijke producten afkomstig zijn. Zo zijn er E-nummers afkomstig van eiwit van kippeneieren.
Wil je weten of een E-nummer van dierlijke oorsprong is, dan kun je gebruikmaken van de handige app van het Voedingscentrum voor je iPhone.