Sinaasappels: eten of persen?

Zo profiteer je optimaal van deze vitamine C-leveranciers

Getty Images

Denk je aan vitamine C, dan denk je aan een vers glaasje jus d’orange. Toch is het slimmer om de hele vrucht te eten. Hoe zit dat? En waarom zijn sinaasappels zo gezond?

De sinaasappel (ook wel: appelsien) is een citrusvrucht, net als mandarijntjes en citroenen. Hij is vernoemd naar zijn land van herkomst, China. Tegenwoordig komen onze sinaasappels meestal uit de zonnige landen rond de Middellandse zee of uit Zuid-Amerika. Nederlanders eten jaarlijks gemiddeld maar liefst 8,5 kilogram van deze populaire vrucht.

Gezondheidsvoordelen

Citrusfruit dankt zijn gezonde imago aan het hoge vitamine C-gehalte. In een sinaasappel zit ongeveer 60 milligram vitamine C en dat is al 80 procent van de aanbevolen hoeveelheid die je per dag binnen zou moeten krijgen. Vitamine C is belangrijk voor een goede weerstand, voldoende energie, je zenuwstelsel, gezonde botten, tanden, huid en bloedvaten. Bovendien bevordert vitamine C de opname van ijzer uit voeding.

Daarnaast leveren sinaasappels foliumzuur en vezels. Foliumzuur heb je nodig voor de vorming van rode bloedcellen, een goed functionerend zenuwstelsel en imuunsysteem. Vezels dragen bij aan een soepele stoelgang en zorgen ervoor dat je lang verzadigd blijft na het eten. Bovendien worden ze in verband gebracht met een lager risico op hartziekten, beroerte, darmkanker, borstkanker en diabetes type 2.

Kopen, bewaren en bereiden

Let bij de aanschaf van sinaasappelen op of ze een gave schil hebben zonder beschadigingen of schimmelplekjes. Perssinaasappels zijn wat vezeliger en bevatten meer sap dan handsinaasappels: niet zo lekker om te eten, maar wel heel geschikt om uit te persen. Bewaar sinaasappels buiten de koelkast, dan blijven ze twee tot drie weken goed.

Schil of pel je sinaasappel en eet hem zo uit het vuistje of gebruik de partjes in een recept. Ook de schil kun je gebruiken: wat geraspte schil geeft een frisse citrussmaak aan gerechten en baksels. Was de schil dan wel zorgvuldig voordat je gaat raspen, want citrusvruchten worden behandeld met een middel dat schimmels tegengaat. Eenmaal gewassen, is er geen gevaar voor je gezondheid.

Zelf persen gezonder?

Loont het de moeite om ’s ochtens vroeger op te staan om zelf een vers sapje te persen? Een beetje wel. Versgeperst sinaasappelsap bevat namelijk tot ongeveer 50 procent meer vitamine C dan sap dat gemaakt is van concentraat. (Sap uit een pak is meestal vruchtensap uit concentraat. Dat betekent dat tijdens de productie het water er eerst uitgehaald is en het water later weer toegevoegd is.) Toch zit er zelfs in sinaasappelsap uit concentraat nog een heleboel vitamine C.

Je hoeft je sapje trouwens niet meteen op te drinken. Bij zure sappen, zoals sinaasappelsap, neemt het vitamine C-gehalte langzaam af, met ongeveer 2 procent per dag. Bewaar het wel in de koelkast, in het donker, want licht zorgt ervoor dat vitamine C verdwijnt.

Net zo veel suiker als in cola

Een minpunt van sinaasappelsap is dat er fruitsuikers in zitten, wel zeven suikerklontjes per glas. En dat is vergelijkbaar met de hoeveelheid suiker in een glas frisdrank. Je lichaam ziet het verschil niet tussen suiker uit een sinaasappel of suiker uit cola en gaat er op dezelfde manier mee om. Drink je veel vruchtensap, dan lijkt het misschien alsof je gezond bezig bent, maar ongemerkt krijg je flink wat calorieën binnen.

Bovendien tasten de suikers (en zuren) in sinaasappelsap je gebit aan. En de gezonde vezels die in de vrucht zitten, zeef je eruit met je citruspers. Af en toe genieten van een glas sinaasappelsap kan uiteraard geen kwaad, maar het is het allergezondst om sinaasappels op te eten.

Bron 
  • Voedingscentrum
  • Veggiepedia