Driekwart Nederlanders heeft weleens plasproblemen

Getty Images

Driekwart van de volwassen Nederlanders heeft weleens plasproblemen. Toch zijn deze klachten nog steeds moeilijk bespreekbaar. Dit blijkt uit onderzoek van GfK in opdracht van de Continentie Stichting Nederland onder 1220 Nederlanders.

De plasklachten die het vaakst voorkwamen, waren vaak moeten plassen (21 procent), een sterke aandrang (17 procent) en vaak ’s nachts naar de wc moeten (16 procent), gevolgd dooo incontinentie, een zwakke straal, moeilijk op gang komende plasbeurten en een pijnlijk of branderig gevoel bij het plassen.

Taboe

Net als in 2014 geeft de meerderheid (60 procent) aan dat ze ongemakken bij het plassen een taboe vinden. Uit het onderzoek blijkt ook dat mensen met plasproblemen voornamelijk hun partner hierover in vertrouwen nemen. Ten opzichte van vorig jaar blijken meer mensen zich te wenden tot hun huisarts (van 32 naar 38 procent). Familie en vrienden worden minder snel in vertrouwen genomen; slechts een kwart zou overwegen plasklachten met hen te bespreken.

Mantelzorgers

Mantelzorgers lijken het taboe te doorbreken. Wanneer zij te maken hebben met plasklachten bij de verzorging van een hulpbehoevende naaste, praat 63 procent hier gewoon over met de persoon die ze verzorgen. Nog eens een derde probeert het onderwerp bespreekbaar te maken, maar slaagt er niet in een gesprek met de verzorgde over plasklachten te hebben. Daarnaast gaat ruim een kwart van de mantelzorgers actief op zoek naar een oplossing voor plasklachten en laat de patiënt bijvoorbeeld oefeningen doen.

"Plasproblemen kunnen een sterke invloed hebben op het dagelijks leven. Toch wordt hier niet of nauwelijks over gesproken. En dat terwijl klachten als vaak (in de nacht) moeten plassen en incontinentie te behandelen zijn door leefstijladviezen, medicijnen, fysiotherapie en in het uiterste geval een operatie", constateert Ruud Bosch, uroloog bij UMC Utrecht en voorzitter van de Continentie Stichting Nederland. "Wanneer u veel last hebt van de plasklachten, overweeg dan om naar de huisarts te gaan", aldus Bosch.

Bron 
  • Continentie Stichting Nederland