Deelnemers Start to Run blijven hardlopen

Getty Images

Het hardloopprogramma Start to Run houdt minder actieve Nederlanders ook op de lange termijn in beweging. Na afloop van het programma blijken deelnemers meer te bewegen en ook na viereneenhalve maand loopt 69 procent nog steeds hard.

Dit blijkt uit een publicatie van onderzoekers van het NIVEL in het wetenschappelijke tijdschrift BMC Public Health.

Beginnende lopers
Tweemaal per jaar biedt de Atletiekunie op meer dan honderd locaties het programma Start to Run aan. Het is gericht op beginnende hardlopers. Gedurende zes weken maken de deelnemers kennis met hardlopen. Ze lopen per week één keer onder begeleiding van een professionele coach en twee keer zelf als 'huiswerk'. Ze krijgen informatie over goede schoenen en voeding en na zes weken wordt het programma afgesloten met een testloop van drie kilometer.

Fit
De effectiviteit van het programma is vooral terug te zien in het aantal mensen dat de Fitnorm haalt van drie keer per week twintig minuten intensief bewegen. Hardlopen is een intensieve activiteit. Bovendien blijkt het programma geschikt om een relatief grote groep minder actieve mensen aan te trekken. NIVEL-onderzoeker Linda Ooms: "Hardlopen is een laagdrempelige sport, die veel mensen makkelijk kunnen beoefenen. Het kost weinig tijd en geld. Een programma als Start to Run geeft mensen net dat zetje in de rug om samen in een groep op een plezierige manier te beginnen met hardlopen, en daar ook mee door te gaan."
 
Zwaar intensief
De onderzoekers keken ook naar de intensiteit van het bewegen. Er bleek bij de deelnemers vooral een toename te zijn in zwaar intensieve activiteit en niet in lichte en matig intensieve activiteit. Ook de mate van activiteit op het werk, in het woon-werkverkeer, in het huishouden en in de vrije tijd nam niet toe. Er is alleen een toename te zien in sportactiviteit.

"De deelnemers zijn door Start to Run niet meer gaan bewegen op andere terreinen, de toename in zwaar intensief bewegen is dus volledig op het conto te schrijven van het hardlopen", concludeert Linda Ooms. "Vergeleken met de controlegroep blijken de deelnemers viereneenhalve maand na afloop tweeënhalf uur per week meer zwaar intensief te bewegen."
 
Het onderzoek
Aan het onderzoek werkten honderd deelnemers aan Start to Run mee. Hun 'beweeggedrag' is vergeleken met dat van een controlegroep van honderd mensen uit het Consumentenpanel Gezondheidszorg van het NIVEL van gelijke leeftijd en geslacht. Bij de Start to Run-deelnemers is het 'beweeggedrag' gemeten bij aanvang van het hardloopprogramma, direct na afloop en zes maanden na aanvang. De controlegroep is gelijktijdig gemeten bij aanvang van Start to Run en na een half jaar. Het onderzoek is gesubsidieerd door NOC*NSF.

Auteur 
Bron 
  • Nivel
  • Atletiekunie