De milt, nodig voor een goede afweer

Kun je zonder dit orgaan?

Getty Images

Linksboven in je buik bevindt zich de milt. Een orgaan dat je normaal gesproken niet voelt zitten, maar dat wel heel belangrijk is voor je afweersysteem. Wat doet hij precies? En zou je ook zonder kunnen?

De milt is een paarsig orgaan dat ongeveer zo groot is als een vuist: een centimeter of 10 lang en bij gezonde volwassenen 150 tot 200 gram zwaar. Hij bevindt zich linksboven in de buik, vlakbij de maag en het middenrif. Omdat hij beschermd wordt door de ribbenkast, voel je de milt normaal gesproken niet zitten.

Functies

De milt speelt een rol in het lymfesysteem en maakt onderdeel uit van het bloedvatenstelsel. Je hebt hem nodig voor een goede afweer. De milt maakt namelijk afweerstoffen aan tegen bepaalde bacteriën. Bovendien filtert hij bacteriën en oude en geïnfecteerde bloedcellen uit je bloed. Daarnaast is de milt een opslagplaats voor witte bloedcellen en bloedplaatjes. 

Vergrote milt

Ten gevolge van verschillende aandoeningen kan de milt te veel bloedcellen en -plaatjes vasthouden, waardoor hij opzwelt. Een vergrote milt (splenomegalie) komt voor bij infectieziekten zoals de ziekte van Pfeiffer, hepatitis, tuberculose en malaria. Ook bloedarmoede, verschillende vormen van bloedkanker en andere bloedziekten kunnen gepaard gaan met miltvergroting.

Een vergrote milt veroorzaakt weinig symptomen. Je buik of rug kan linksboven pijn doen. Omdat een vergrote milt tegen de maag drukt, kun je ook het gevoel hebben dat je vol zit terwijl je niets of maar weinig gegeten hebt. Een arts kan bij lichamelijk onderzoek voelen of de milt gezwollen is, maar soms is er een echo, CT- of MRI-scan nodig om vast te stellen hoe groot de milt is. 

Steek in je zij

Tijdens inspanning, bijvoorbeeld hardlopen, kun je een steek in je zij voelen. Veel sporters denken dat deze pijn met de milt te maken heeft en daarom noemen ze het ook wel miltsteken. De milt zou te veel op het middenrif stuiteren, samentrekken zodat er meer bloed naar de spieren gaat of slecht doorbloed zijn. Toch heeft zo’n zijsteek niets met de milt te maken.

Bijmiltjes

De meeste mensen hebben één milt, maar 15-30 procent heeft een of meerdere extra miltjes, zogenaamde bijmiltjes. Deze komen vooral voor bij patiënten met een bloedziekte. Moet hun milt eruit, dan wordt al het miltweefsel verwijderd, inclusief de bijmiltjes. Als de milt niet meer te redden is na een ongeval komen ze juist van pas. De bijmiltjes nemen dan de functie van de milt over.

Verwijdering van de milt

Het kan nodig zijn om de milt te verwijderen. Dat heet een splenectomie. Dit gebeurt bijvoorbeeld als de milt gescheurd is bij een ongeluk. Omdat de milt zo’n goed doorbloed orgaan is, verlies je erg veel bloed als hij beschadigd is. Ook bij bepaalde bloedziekten, ziektes van het lymfesysteem of als de milt te snel werkt, is een splenectomie soms noodzakelijk.

Je kunt leven zonder milt, maar als je geen milt meer hebt of als je milt niet goed functioneert, loop je een hoger risico op ernstige infecties. In de eerste twee jaar na de splenectomie is het risico het grootst. Na een miltverwijdering krijg je dan ook het advies om je te laten inenten tegen een aantal bacteriën, zoals de pneumokok en meningokok. Daarnaast is een jaarlijkse griepprik en een noodvoorraad antibiotica in je medicijnkastje aan te bevelen.

Auteur 
  • Jolanda Niemantsverdriet
Bron 
  • Onze Lieve Vrouwe Gasthuis
  • Radboudumc
  • Merck Manual medisch handboek