Trombose door de anticonceptiepil

Hoeveel risico loop je door pilgebruik?

Vrouw met strip anticonceptiepillen in handen
Getty Images

Zo'n 1,4 miljoen Nederlandse vrouwen slikken de anticonceptiepil. Dat de pil zo populair is, is niet vreemd want het is een zeer betrouwbaar middel om zwangerschap te voorkomen. Maar wat veel vrouwen zich niet realiseren, is dat de pil het risico op trombose vergroot. Dagelijks krijgen 2 tot 5 pilgebruiksters trombose. Je loopt meer risico als je net begint met de pil én als je ouder wordt. Hoe zit dat?

Je realiseert het je misschien niet maar als je de combinatiepil slikt, verandert de samenstelling van je bloed. Je bloed bevat dan meer progestageen en oestrogeen en daardoor wordt het risico op een trombose groter. Maar hoeveel dit is, verschilt per pil en is ook afhankelijk van andere factoren. Zo wordt de kans op trombose groter als je ouder wordt en als je net begint met de pil.

Andere risicofactoren:

  • Een erfelijke afwijking, zoals Factor V Leiden
  • Trombose in de familie
  • Je hebt eerder een trombose gehad
  • Je rookt of hebt gerookt
  • Overgewicht
  • Pilgebruik op oudere leeftijd (35+)
  • Je bent net bevallen (in de eerste 6 weken na een bevalling is het risico op trombose groter)
  • Lange vliegreis
  • Recente operatie
  • Botbreuk
  • Bedlegerigheid of rust, bijvoorbeeld bij een verstuikte enkel

Lees ook: wat is trombose?

Zoals gezegd zijn er zo'n 1,4 miljoen pilgebruiksters in Nederland. Hun tromboserisico is 5-12 op de 10.000. Dit betekent concreet dat jaarlijks 700 tot 1.680 pilgebruiksters trombose krijgen. Het maakt daarbij wel uit welke pil je slikt. Tussen de verschillende generaties pillen zit namelijk een verschil in risico op trombose. Een kwart van de Nederlandse vrouwen die de anticonceptiepil gebruiken, slikt een pil die een extra verhoogd risico geeft op trombose. Het gaat om de anticonceptiepillen met de werkzame stof desogestrel of drospirenon (zie onderstaande tabel).

 

Eerste generatie anticonceptiepilEthinylestradiol (oestrogeen) en levonorgestrel, lynestrenol of norethisteron als progestageen 
Tweede generatie anticonceptiepilEthinylestradiol en levonorgestrel,
norethisteron of norgestimaat.
Geeft in
vergelijking met andere combinatiepillen het
laagste risico op trombose, namelijk 5 tot 7
per 10.000 pilgebruiksters. Het verschil met de 1e generatie zit in de halvering van de hoeveelheid oestrogenen.
Derde generatie anticonceptiepilEthinylestradiol en desogestrel, gestodeen of cyproceteronacetaat.Het risico is bijna 2
keer zo hoog als bij de tweedegeneratiepil,
namelijk 9 tot 12 per 10.000 vrouwen.
Vierde generatie anticonceptiepilEthinylestradiol en rospirenon of
diënogest.
Zorgt voor een verhoogd risico op
trombose, vergelijkbaar met de
derdegeneratiepil.


Ga vooraf het gesprek aan met je huisarts

Het is dus belangrijk als je de anticonceptiepil wil gaan gebruiken stil te staan bij de risico's en vooraf het gesprek met je huisarts aan te gaan, zeker als er trombose in de familie voorkomt. De huisarts kan je adviseren welk anticonceptiemiddel het beste bij je past. Dit is natuurlijk ook afhankelijk van waarom je de pil wil gaan gebruiken. Wil je dit bijvoorbeeld om zwangerschap te voorkomen of om je menstruatie te reguleren?

Kies je in overleg met je huisarts voor de pil, dan adviseert de richtlijn voor huisartsen de combinatiepil met levonorgestrel (tweedegeneratiepil) als eerste keuze voor te schrijven. Dit is de combinatiepil met het laagste tromboserisico. Het tromboserisico is het hoogst in de eerste jaren na de start van de pil. Daarna neemt het risico op trombose toe met de leeftijd, vanaf een jaar of 35. Omdat het risico op trombose vooral in het eerste jaar van gebruik verhoogd is, wordt overstappen naar een tweede generatiepil niet aanbevolen als je al langer een pil met desogestrel, gestodeen of drospirenon slikt.

Ben je boven de 35?

Ben je boven de 35 en slik je al langere tijd de pil? Dan wordt aangeraden een alternatief voor de pil te overwegen. Denk aan een spiraaltje of pil zonder oestrogeen.

Hoe zit het met andere hormoonhoudende anticonceptie?

Combinatiemiddelen
De anticonceptiepleister en anticonceptiering bevatten net als de combinatiepil de hormonen progestageen en oestrogeen. Het risico op trombose is vergelijkbaar met de derde en de vierde generatiepil, namelijk 9 tot 12 per 10.000 vrouwen.

Middelen met 1 hormoon (alleen progestageen)
De minipil, hormoonspiraal en het hormoonstaafje bevatten alleen progestageen en geen oestrogeen. Deze anticonceptiemiddelen, en ook de hormoonvrije koperspiraal, geven geen verhoogd risico op trombose. Het is onduidelijk of de prikpil een verhoogd risico op trombose geeft. De prikpil wordt wel afgeraden bij vrouwen die op dat moment trombose hebben.

Heb je trombose gehad?

Vrouwen die al eens trombose hebben gehad, mogen geen combinatiepil of prikpil gebruiken. Overleg met je huisarts welke vorm van anticonceptie het beste bij jou past.

Lees ook: Zó herken je de symptomen van trombose

 

Auteur 
Bron 
  • Trombosestichting
  • Thuisarts
  • Trombosedienst Leiden