Wat is trombose?

Bloedstolsel sluit een ader af

Trombose
Getty Images

Als je in je vinger snijdt, komt je lichaam meteen in actie. Bloedplaatjes en stollingseiwitten vormen een stolsel, oftewel een korstje om het bloeden te stelpen. Soms ontstaat er zomaar een stolsel in een bloedvat zonder dat er sprake was van een bloeding. Dat heet trombose en zorgt voor allerlei problemen.

Raakt de bloedprop of een stukje ervan los van de vaatwand, dan voert de bloedstroom het stolsel mee. Gaat het propje vervolgens vastzitten in een ader of slagader, dan heet dat een embolie.

Zo’n overbodig bloedstolsel (trombus) kan een ader of een slagader gedeeltelijk of helemaal afsluiten. De weefsels achter de bloedprop krijgen daardoor te weinig zuurstof aangevoerd, waardoor ze kunnen afsterven. Een bloedstolsel kan overal waar bloed stroomt ontstaan, maar komt het meest voor in de benen, de longen, het hart en de hersenen. Daar leidt het tot verschillende problemen.

Trombosebeen

Trombose komt vaak voor in de diepliggende aderen van het onderbeen. Door het bloedstolsel stroomt je bloed niet meer goed terug in de richting van het hart. Het been wordt vaak plotseling of binnen een paar dagen dik, warm, pijnlijk, rood en glanzend.

Je hoeft niet altijd iets te merken van een trombosebeen. En de genoemde klachten kunnen ook veroorzaakt worden door een andere aandoening. Bij het vermoeden van trombose zal een arts vragen stellen en een bloedtest doen. Als er vervolgonderzoek nodig blijkt, kan de dokter besluiten om echografie, flebografie, of een CT-scan te laten doen.

Longembolie

Het gevaarlijke van een bloedstolsel in een ader in je benen is dat het los kan schieten. De bloedsomloop voert het vervolgens mee naar het hart en daarna naar de longen. Daar zit het stolsel de bloedtoevoer naar de longen in de weg. Dit heet een longembolie.

Het weefsel achter de bloedprop kan afsterven omdat het te weinig zuurstof krijgt, wat klachten geeft als benauwdheid, een snelle ademhaling en pijn bij het ademhalen, bloed ophoesten, transpireren, een bleek gezicht en flauwvallen. Een longembolie is een gevaarlijke aandoening. Herken je de symptomen, neem dan altijd contact op met je huisarts of bel bij snel opkomende en heftige symptomen 112.

Hart en hersenen

Een stolsel in de hartslagader kan een hartinfarct veroorzaken. Bovendien kan een stolsel dat ontstaat in het hart vastlopen in de slagader van de hersenen. Als zo’n hersenembolie de slagader afsluit, kun je een herseninfarct krijgen. Een stolsel kan zich ook voordoen in de afvoerende vaten van de hersenen, dan is er sprake van sinustrombose.

Oorzaken

Als het bloed te langzaam stroomt, kan er een stolsel ontstaan. Bijvoorbeeld als je lang stilzit tijdens een vliegreis, langdurig bedrust moet houden, geopereerd bent of een been hebt dat in het gips zit. Heb je last van boezemfibrilleren, dan stroomt het bloed trager door het hart en kan het bloed even stilstaan. Ook dit verhoogt het risico op een stolsel.

Ook kan de samenstelling van het bloed veranderen, bijvoorbeeld zwangerschap, het gebruik van een anticonceptiepil met oestrogeen of een erfelijke stollingsafwijking. Trombose ontstaat meestal door een combinatie van factoren. In sommige families komt veel trombose voor. Met bepaalde erfelijke aandoeningen heb je namelijk een hoger risico op trombose. Veel voorkomende erfelijke aandoeningen zijn Factor V Leiden, een teveel aan bloedstollingsfactoren en een tekort aan bloedstollingsremmers.

Als de wand van een bloedvat beschadigd is, kan er makkelijk een stolsel ontstaan. Roken, een hoog cholesterolgehalte, diabetes en een te hoge bloeddruk kunnen de bloedvatwand aantasten.  Trombose ontstaat door een combinatie van factoren. Hoe ouder je wordt, hoe groter de kans op een trombose.

Voorkomen en behandelen

Bij trombose krijg je antistollingsmiddelen die het lichaam helpen stolsels op te ruimen. Heb je een gezwollen trombosebeen, dan krijg je een elastische kous aangemeten die ervoor zorgt dat vocht uit je been wordt afgevoerd. Trombose in de benen tast de kleppen in de aders aan, waardoor je bloed niet goed terugstroomt. Daardoor hoopt zich vocht op in je onderbeen. Een speciaal aangemeten steunkous voorkomt dat.

Als je een keer trombose gehad hebt, bekijkt de arts met je welke risicofactoren je moet vermijden. Sommige patiënten krijgen medicijnen tegen een hoge bloeddruk voorgeschreven. Aan een erfelijke aanleg is helaas niets te doen, maar het aanpassen van je leefstijl kan het risico op het terugkomen van trombose wel verkleinen. Rook je, dan is het verstandig om te stoppen. Ook meer bewegen en gezond en gevarieerd eten helpt. Daarnaast kun je langdurig stilzitten of stilstaan beter vermijden en stoppen met de anticonceptiepil als je die slikt.

Auteur 
Bron 
  • Artsennet
  • Medicinfo
  • Hartstichting
  • Trombosestichting