De bouw van de borsten

Melkklieren en vetweefsel

Getty Images

Hoewel met de borst soms ook de borstkas wordt genoemd, gaat het toch meestal om de borsten van de vrouw. Ze spelen een rol bij seksuele opwinding en maken borstvoeding mogelijk. Een (groot) deel van de borst bestaat uit vetweefsel, maar om te kunnen functioneren zijn onder andere ook melkklieren nodig.

Het Latijnse woord voor borst is mamma (mammae in meervoud). Ze bevinden zich op de borstspieren. Borsten kunnen variëren in grootte en vorm, niet alleen tussen vrouwen, maar ook bij een vrouw. Ze zijn zelden helemaal gelijk. Hoe meer vet een borst bevat, des te groter hij is.

Onder invloed van hormonen groeien bij vrouwen de borsten in de puberteit. Ze zijn een zogenaamd secundair geslachtskenmerk. Mannen hebben in aanleg ook borsten, maar deze ontwikkelen zich niet. Borsten groeien omdat het vetweefsel toeneemt en het melkklierweefsel zich gaat ontwikkelen.

Elke borst bestaat uit melkklieren, vetweefsel en bindweefsel. Daarnaast vind je in de borsten ook bloedvaten en lymfevaten en een uitloper van het borstweefsel richting de oksel: de uitloper van Spence. De ligamenten van Cooper geven samen met het bindweefsel de borst stevigheid.

Melkklier

Een melkklier (glandula mammaria) is een lob van een aantal blaasjes (alveoli). In die blaasjes zitten melkproducerende cellen. In een borst vind je gemiddeld 10 tot 25 melkklieren. Elke klier heeft zijn eigen melkkanaal of melkgang (ductus lactifer) die uitmondt in de tepel.

Getty Images
Tepel

Iedere borst heeft een tepel met daaromheen de tepelhof (areola). De kleur daarvan varieert van lichtroze tot donkerbruin. In de tepelhof zitten verschillende kliertjes waaronder talgkliertjes; deze zijn vaak zichtbaar als kleine ronde bultjes rond de tepel.

De tepel zelf bevat veel bloedvaten en zenuwuiteinden. Die spelen een belangrijke rol bij zowel de seksuele opwinding als borstvoeding. Meestal zien tepels er gezwollen uit, maar bij opwinding - of als je het koud hebt - zijn ze hard of stijf.

De gevoeligheid van de tepels kan verschillen. Net als bij de grootte van de borsten komt asymmetrie voor op het gebied van gevoeligheid. De tepels van mannen zijn overigens vaak net zo gevoelig als die van vrouwen.

Werking van de borsten

De belangrijkste functie van de borsten is het voeden van de baby met moedermelk. Ze reageren dan ook op de menstruatiecyclus. Na de eisprong zorgt het hormoon progesteron er voor dat het klierweefsel toeneemt. Er gaat meer bloed naar de borsten als voorbereiding op een eventuele zwangerschap. Pijnlijke borsten tijdens de menstruatie (of zwangerschap) zijn hier het gevolg van.

Na bevruchting wordt tijdens de zwangerschap de melkproductie voorbereid door het hormoon prolactine. In de eerste fase ontwikkelen de melkklieren zich verder, laat in de zwangerschap specialiseren de cellen zich in het afscheiden van melk.

Tijdens de borstvoeding stroomt de melk vanuit de melkklieren via de melkkanaaltjes naar de tepel als de baby de tepel stimuleert. Dit gebeurt onder invloed van het hormoon oxytocine. Soms komt dit hormoon ook al vrij als een moeder haar baby hoort huilen. Geproduceerde melk wordt opgeslagen in de melkklieren.

Ouder worden

De samenstelling van de borst verandert enigszins met de leeftijd. Jonge borsten zijn vaak stevig en elastisch. Dit komt omdat de borst dan nog voornamelijk uit bindweefsel bestaat. Bij het ouder worden gaan de borsten vaak hangen, het bindweefsel wordt slapper. Daarnaast verandert door de afname van oestrogeen in de overgang het melkklier- en vetweefsel. Ook dat maakt de borsten minder stevig.

Problemen met de borsten

De bekendste - en helaas ook gevaarlijkste - aandoening van de borsten is borstkanker. Het is de meest voorkomende vorm van kanker bij vrouwen, maar kan ook bij mannen voorkomen. Ook kun je kanker aan de tepel krijgen; de ziekte van Paget.

Aangeboren afwijkingen in of aan de borst zijn bijvoorbeeld een ingetrokken tepel en polythelie. In dit laatste geval heb je een of meerdere extra tepels. Andere aandoeningen zijn ontstekingen aan de borst, gevoelige borsten en cysten of goedaardige knobbels. Tijdens de zwangerschap zijn borsten soms gezwollen en bij het geven van borstvoeding komen tepelkloven regelmatig voor.