Is een 'imaginary friend' slecht voor kinderen?

Getty Images

Ik heb een flinke kleindochter van bijna 3 jaar. Sinds een paar weken heeft ze een fantasievriendje. Een zusje dat ze Annie noemt en waar ze veel mee doet. Nu heeft ze - tot spijt van haar ouders - geen broertje of zusje. Haar ouders praten daar niet met haar over en nu het denkbeeldige vriendje al langere tijd aanwezig is, maak ik me daar zorgen over. Kan het kwaad?

Ongeruste oma

Linsy Hellegers, psycholoog

Kinderen van (bijna) drie zitten in een fantasierijke fase, vol van rollenspelen. Dit kan met poppen, beren en ook met fictieve personen zijn. Op zichzelf dus geen reden tot bezorgdheid, ook niet als het langere tijd aanhoudt. Kinderen groeien vanzelf weer uit deze fase. Een passende reactie is om in de fantasie mee te gaan en er verder heel luchtig over te doen.

Open zijn

Het kan zijn dat je kleindochter daadwerkelijk een broertje of zusje mist. In dat geval is het een gezonde reactie om aan dit gevoel een uiting te geven en het gemis van een zusje op deze manier op te vangen. Mijn advies aan ouders is om altijd heel open te zijn over hun eigen gevoelens. Het is goed om het gemis te benoemen naar een kind (zelfs van bijna drie).

Kinderen pikken dergelijke gevoelens van ouders namelijk wel op, maar kunnen het niet plaatsen wanneer er niet over gesproken wordt. Dit geeft verwarring en kan tot angst leiden. Dit leed is te voorkomen door open te zijn. Ouders kunnen vertellen dat ze het jammer vinden dat er geen broertje of zusje is en door er een simpele uitleg bij te geven die past bij de leeftijd.  

Wat verder belangrijk is bij kinderen die een fantasiepersoon in hun leven hebben, is dat ze zich goed sociaal ontwikkelen. Het hebben van echte leeftijdsgenootjes om mee te spelen is dus heel belangrijk. Als kinderen zich te veel in hun eigen wereldje terug gaan trekken, zal dit dus extra gestimuleerd moeten worden. In dat geval is het ook aan te raden om contact op te nemen met het centrum voor jeugd en gezin. Daar kan iedereen altijd terecht met vragen over opvoedingen en ontwikkeling.

Emoties

Tot slot wil ik nog even stilstaan bij de neiging tot flink willen zijn. Voor de emotionele ontwikkeling van een kind is het belangrijk om aan alle emoties ruimte te geven. Boosheid, verdriet, angst zijn allemaal gezonde reacties in bepaalde situaties. Voor een kind van bijna drie is het dus heel gezond om te huilen bij pijn of angst.

Als kinderen moeite hebben om hun gevoelens te uiten of vinden dat het niet mag, dan is het goed om het uiten van emoties  aan te moedigen. Dit kan door het te benoemen en door zelf het voorbeeld te geven. Als rolmodel heb je heel veel invloed op de emotionele ontwikkeling. Af en toe flink zijn is goed, maar huilen is ook echt gezond. Het is dé manier van het lichaam om stress kwijt te raken.

Heb jij ook een gezondheidsvraag? Klik hier en stel je vraag aan een expert!