Hoe je als (te) dikke man gezond kunt afslanken

‘Mijn vrouw kon het niet langer aanzien’

dikke-man
Getty Images

Journalist Jan Heemskerk (56) was de man van het grote genieten. Tot zijn vrouw hem te dik vond en naar de diëtiste stuurde. Met frisse tegenzin begon hij aan een gezonde leefstijl; nu is hij 22,5 kilo lichter. Zó pakte hij het aan.

Het ging prima met mij, dankjewel. Bemoei je met je eigen zaken. Maar ik deed het uiteindelijk wel, veranderen. Ik pakte mezelf aan en ging anders leven. En ben nu 22,5 kilo slanker, gestopt met drinken en gematigd sportief. En ik voel me zo veel beter. Zoveel sterker, energieker en bewuster… dat ik het toch niet kan laten jou met fluisterzachte hand in de richting van een slank en gezonder leven te duwen. Omdat bij jou misschien toch ook diep van binnen een slanke atleet naar buiten wil.

Nare waarheid

Wat ik heb ontdekt, namelijk: we maken onszelf allerlei onzin wijs. Beelden ons van alles in, en zo niet, dan sluiten we de ogen, vergoelijken en verzwijgen. Vooral mannen zijn daar goed in. Zo is het mij gelukt om zonder het zelf in de gaten te hebben 22,5 kilo zwaarder te worden. Dat kwam doordat ik onbewust geen zin had een impopulaire waarheid aan te kijken: dat ik veel te zwaar was geworden, te veel dronk en te weinig aan sport deed. Zou ik die nare waarheid wel onder ogen zien, moest ik er namelijk iets aan doen.

Ik was immers de man van de grote stukken vlees op de barbecue, liefst pulled pork van de (varkens)schouder, 12 uur zachtgegaard op de Big Green Egg, liefderijk met twee vorken tot draadjes geplukt, overgoten met barbecuesaus en vergezeld van gegratineerde aardappelen, en vooruit: een hapje vergeten groente.

Ik was de man van de goede fles wijn, het pilsje in de tuin, de kloeke G&T of hippe cocktail bij de vernissage. Geen alcoholist – geeft niet, dat vraagt iedereen – gewoon een ­enthousiaste gezelligheidsdrinker, zoals u misschien wel. Sporten was in principe wel ‘mijn ding’, vooral een potje ­veteranenvoetbal. Maar vaak kwam het er niet van wegens een kleine blessure of huiselijke verplichtingen. Met 22,5 kilo gevolgen van dien.

Diëtiste

Het was mijn vrouw die me niet langer kon aanzien, de impasse doorbrak en me naar de diëtiste stuurde. Deze zou mijn leven veranderen.

Door me te wegen en meten, en in kraakheldere taal te laten weten dat ik er behoorlijk slecht aan toe was, en als ik zo zou doorgaan goede kans maakte op diverse kankers, diabetes, en nog een stuk of wat gecorreleerde aandoeningen die mijn levensavond behoorlijk zouden verpesten. Ik schrok me, alvast, de pleuris. Wendy (zo heet de diëtiste) stuurde me een supergezond groente-, ­zaden-, bonen- en notenrijk weekmenu dat ervoor zou zorgen dat ik flink zou afvallen. En ze wees me de weg naar een bruikbare en haalbare manier om meer te bewegen en dat ook vol te houden. Later in het traject ben ik ook met drinken gestopt. Toen ik begon woog ik 110,9 kilo, vandaag de dag 88,4, en alle systemen staan weer in het groen. Ik ben ook heel gelukkig.

Genieten van nieuwe smaken

Dat is niet vanzelf gegaan. Aanvankelijk ben je een en al verzet. Je vindt het gemeen en oneerlijk dat jij alles wat je lekker vindt moet opgeven. Het is dus nodig dat je die eerste fase te lijf gaat met een krachtige motivatie van buitenaf. Zoals bijvoorbeeld het vooruitzicht dat je anders vroegtijdig doodgaat of je laatste jaren met twee geamputeerde benen in een zuurstoftent moet doorbrengen.

Maar ook doodsangst gaat vervelen, dus op die manier beklijft de verandering niet. In de tweede fase moet je jezelf toestaan te genieten van de nieuwe ‘smaken’ in je leven: het heerlijke fruit in je ochtendhavermout, wakker worden zonder kater, de herten die je tegenkomt bij het dauwtrappen in de polder en je lichaam dat strakker en sterker en aantrekkelijker wordt. Kortom: je moet durven toegeven dat jouw oude leven misschien helemaal niet zoveel beter was dan dit nieuwe en je je dat alleen maar zelf hebt wijsgemaakt. En hoe stom dat eigenlijk is.

Domme gewoonte

Ik kijk met verbazing en soms met schaamte terug op alle bokkensprongen die ik maakte om aan gedrag vast te houden waarvan ik nu weet dat het helemaal niet beter, leuker, lekkerder of spannender was. Sterker nog: waarvan ik nu wel durf te zeggen dat het ongezonder, oppervlakkiger en soms ronduit gênanter was. Groente is net zo lekker als vlees, als je het goed klaarmaakt. Nuchter is veel beter dan aangeschoten – vooruit, behalve als je 25 bent, brildragend, heel verlegen en je anders nooit een leuk meisje durft aan te spreken. Fit zijn is duizend keer fijner dan een vleesberg. Verandering is niet eng maar tof.

Maar de beste ontdekking is: iedere gewoonte is af te leren, omdat het niets anders is dan, precies, een (domme) gewoonte. Die we zelf belangrijk hebben gemaakt en dus ook weer onbelangrijk kunnen maken, en vervangen door iets anders en beters. Je hoeft dus, nogmaals, niets van mij, maar mocht je toch een beetje de kriebels hebben gekregen, beloof ik je: het leven wordt veel en veel ­beter, je hoeft het alleen maar te willen.

Jan’s tips om gezonder te leven

  1. Neem kleine stapjes. Niemand loopt ongetraind een marathon. Ik ben begonnen in de polder bij mijn huis. Een paar honderd meter wandelen, twee keer in de week, en steeds een stukje verder.
  2. Doe het samen. Buurman ­Jeroen en ik gaan nu al voor het zesde jaar samen diezelfde polder in, en dat was ons nooit gelukt als we elkaar niet hadden opgejuind.
  3. Alle begin is moeilijk. Probeer – al gilt je hele kinderachtige brein moord en brand – een beetje zelfspot te hebben en in te zien dat je je vreselijk loopt aan te stellen met je ­afkeer van veldsla.
  4. Op een mooie dag vind je ­ineens fruit lekker. Want fruit ís lekker. Jij was alleen om duistere reden ­anti-fruit. En misschien hou je toch van ­fietsen. Zou zomaar kunnen.
  5. Trek je niets aan van wat ­anderen vinden. Met name als je stopt met drinken, krijg je het moeilijk. Aanvankelijk is ­iedereen trots, maar al snel vragen je vrienden wanneer je weer begint. Na enige tijd is men gewend aan jou met spa. Jij trouwens ook.
  6. Lees mijn boek Als Jan het kan... Gezond en slank voor gewone ­mannen. Hierin staat eerlijk, herkenbaar en vrolijk besproken hoe je het bovenstaande concreet en succesvol aanpakt!

 

Liesbeth van Rossum is internist en endocrinoloog en Mariette Boon is internist in opleiding en onderzoeker naar bruin vet. Samen schreven zij de bestseller 'Vet belangrijk'. Dit duo weet alles over lichaamsvet en hoe je dat kunt beïnvloeden. Wil je afvallen? Luister dan naar onderstaande podcast voordat je start met een dieet, want dan kun je veelgemaakte fouten voorkomen.

Dit artikel is eerder verschenen in Plus Magazine mei 2019. Nog geen abonnee van Plus Magazine? Abonnee worden? Dat doet u in een handomdraai!

Auteur 
Bron 
  • Plus Magazine