Onderzoek levert tachtig nieuwe 'schizofreniegenen'

Getty Images

Het grootste genetische onderzoek naar schizofrenie tot nu toe heeft meer dan honderd genvarianten opgeleverd die samenhangen met de hersenziekte.

De schaal van het internationale genetische onderzoek is uniek. Het DNA van 37.000 schizofreniepatiënten is vergeleken met dat van 113.000 gezonde mensen. Het leverde 108 genvarianten op die invloed hebben op het ontstaan van schizofrenie, 83 daarvan zijn nieuw. Hiervoor kende de wetenschap ruim 20 schizofreniegenen, het is dus een enorme sprong vooruit.
 
De meeste nieuw gevonden genen hebben te maken met de werking van de hersenen. Maar een klein aantal van de nieuwe schizofreniegenen spelen een rol bij het immuunsysteem. Dat geeft steun aan het idee dat ook het immuunsysteem betrokken is bij de ziekte. Ook het al bekende DRD2-gen komt uit het onderzoek naar voren. Dat klopt goed, want alle schizofreniemedicijnen binden aan deze dopaminereceptor.

Grote stap

De resultaten moeten het onderzoek naar schizofrenie een impuls geven. Sinds de jaren vijftig zijn geen nieuwe biologische mechanismen ontdekt waar medicijnen op kunnen aangrijpen. "Dat we op deze ongekend grote schaal de genetische risicofactoren voor schizofrenie in kaart kunnen brengen geeft ons een enorm vertrouwen dat we binnen afzienbare tijd de biologische oorzaken van schizofrenie echt kunnen begrijpen", zegt prof. dr. Roel Ophoff. "En als dat het geval is, geeft dat goede hoop voor ontwikkeling van nieuwe en verbeterde behandeling van patiënten."
 
Onder leiding van prof. dr. René Kahn (UMC Utrecht Hersencentrum) en prof. dr. Jim van Os (Maastricht UMC) werkte voor het Nederlandse deel van het onderzoek het Genetic Risk and Outcome of Psychosis consortium mee waarin UMC Utrecht, Maastricht UMC, AMC en UMC Groningen participeren. Daarnaast werkten onderzoekers mee van de VU, VUmc en Erasmus MC. Het onderzoek verschijnt op 22 juli in Nature.

Bron 
  • UMC Utrecht