Miljoenste overnachting in Ronald McDonald huis

Getty Images

BAARN - Chantal Janzen en Robert ten Brink sliepen van maandag 22 op dinsdag 23 augustus in Ronald McDonald VU Huis. Het is de miljoenste overnachting in een Ronald McDonald Huis in Nederland.

De ambassadeurs van het Kinderfonds overnachtten in het Ronald McDonald Huis waar ouders, broertjes en zusjes verblijven van kinderen die zijn opgenomen in VU medisch centrum.

Ambassadeur van Ronald McDonald VU Huis Nikkie Plessen overhandigde Chantal en Robert ’s avonds hun kamersleutel. De volgende ochtend genoten de ambassadeurs van een smakelijk ontbijt en maakten een praatje met de aanwezige gasten.
 
Reuzentaart
Bij deze mijlpaal wordt in alle Ronald McDonald Huizen stilgestaan. Dinsdagochtend werd een speciale 'miljoenste overnachting taart' bezorgd voor de gasten in de Ronald McDonald Huizen, beschikbaar gesteld door Multivlaai. Daarnaast bood de Holland Hotelcheque een attentie voor alle vrijwilligers aan: de Holland Hotel Card, waarmee gratis kan worden overnacht in aangesloten hotels. Zonder vrijwilligers konden Ronald McDonald Huizen, Huiskamers, Vakantie- en Sportlocaties niet bestaan en waren één miljoen overnachtingen niet mogelijk geweest.
 
60.000 overnachtingen per jaar
In 1986 werd het eerste Ronald McDonald Huis in Nederland geopend, bij het Emma Kinderziekenhuis AMC in Amsterdam. Nu, 26 jaar later, zijn er 15 Ronald McDonald Huizen die jaarlijks 60.000 overnachtingen verzorgen voor 4.250 gezinnen.

Dankzij Ronald McDonald Huizen kunnen gezinnen in een moeilijke tijd dicht bij elkaar blijven. Als het nodig is, staan ouders binnen een paar minuten aan het ziekenhuisbed van hun kind. De aanwezigheid van ouders heeft een bewezen positief effect op het genezingsproces van het kind.

Gezinnen hebben in een Ronald McDonald Huis hun eigen gastenkamer, met badkamer en televisie. Ze delen gemeenschappelijke ruimtes, zoals woonkamer en keuken. Ouders ondervinden vaak veel steun aan elkaar, omdat ze zich in dezelfde onzekere situatie bevinden.

Auteur 
Bron 
  • Nationale Zorggids