Interview: psychiater Dirk de Wachter in 2020

De kunst van het ongelukkig zijn

dirk de wachter
Linelle Deunk

De Vlaamse psychiater Dirk de Wachter (59) werd in één klap beroemd door zijn boek 'Borderline Times'. Nu wordt hij alom geprezen. Hij praat voor volle zalen en geeft adviezen als: "Soms is het beter een beetje ongelukkig te zijn." Zelf blijft hij verbaasd over alle aandacht.

Over Dirk de Wachter

Geboren in Wilrijk (B), 1960. Is psychiater, hoogleraar en schrijver. Van zijn boek Borderline times, het einde van de normaliteit uit 2011 zijn meer dan 100.000 exemplaren verkocht. De Wachter treedt geregeld op om deskundig commentaar te geven op de tijdgeest. Hij schreef ook een prachtig boek over de liefde, waarin hij ervoor pleit geen onmogelijk hoge eisen te stellen aan onze partner: Liefde. Een onmogelijk verlangen? In oktober 2019 verscheen De kunst van het ongelukkig zijn. Dirk De Wachter is getrouwd en heeft drie kinderen van 30, 28 en 26 jaar. Zijn tweede zoon is psychiater in opleiding.

Heeft de psychiater tegenwoordig de plaats ingenomen van de pastoor of de dominee?

"Ik ben bang dat dat waar is. De ontkerkelijking laat een vacuüm na dat door therapeuten wordt ingevuld. Ik wil geen pastoor zijn, want ik heb geen god om mij te steunen. Als mensen aan mij vragen: ‘Wat moet ik doen?’, kan ik alleen maar een spiegel voorhouden. Ik kan zeggen: wat denkt u zelf? Wat vindt uw vader, moeder of geliefde? We zijn meer dan een brein."

Hoe bedoelt u dat?

"Ik verzet mij tegen het idee dat verdriet terug te voeren is op zones in de hersenen. Ik ben een medicus en heb de neurologie bestudeerd, dus ik weet dat het brein belangrijk is. Maar het menselijk verdriet heeft veel te maken met anderen, niet alleen met het eigen brein. Het verlies van iemand, het kunnen vertellen over het verdriet, of het niet kunnen vertellen. De samenleving richt zich op het ‘ik’, het autonome, waardoor het saamhorige in de verdrukking raakt."

Hoe verklaart u het succes van uw boek Borderline times?

"Het boek was geschreven voor geïnteresseerde psychologen en therapeuten, maar het is ineens populair geworden bij een groot publiek. Sindsdien kom ik in de bladen en op tv, zelfs in Nederland... stel u voor. Met veel genoegen, maar het is ongewoon voor mij, want ik ben psychiater. Het boek is nog steeds actueel. Veel mensen leiden aan angst, burn-out of ze gebruiken veel alcohol of drugs. Als je dieper graaft bij deze mensen, zitten daaronder wat wij psychiaters noemen ‘borderline-trekken’. We streven te veel naar succes en denken dan gelukkig te zijn. Mijn advies is: bekommer je eens om een ander, richt je niet alleen op jezelf. Daar gaat het boek over. Mijn vrouw is huisarts en zij zegt: ‘Wat jij allemaal vertelt, dat weet iedereen toch al?’ Dat klopt, maar als een professor of psychiater het zegt, zijn mensen gerustgesteld."

Uw nieuwste boek heet De kunst van het ongelukkig zijn. Waarom zouden we ongelukkig moeten zijn?

"Ongeluk is niet erg of negatief. Als je af en toe een beetje ongelukkig bent of verdrietig of een tekort voelt, dan win je aan verbinding met anderen. Daarin kunnen we waarachtig vriendschappelijk en liefdevol zijn naar elkaar. Samen plezant zijn mag van mij ook, maar af en toe is het leven lastig. Dat kun je delen met elkaar."

Wat bedoelt u precies met ‘een beetje ongelukkig’?

"Ik spreek niet over een rampzalig ongeluk, zoals het verlies van een kind. En ik vind ook niet dat je het ongeluk moet opzoeken; het dient zich vanzelf aan. Voor mij was ‘een beetje ongeluk’ de aftakeling van mijn liefdevolle vader. Na het overlijden van mijn moeder kreeg hij gezondheidsproblemen en wilde hij eigenlijk niet meer leven. Hij vroeg telkens om euthanasie, maar gaf tegelijkertijd aan dat het tegen zijn principes was. Voor mij en mijn broer was dat heel erg om te zien."

Wat voor iemand was uw vader?

"Mijn vader is mentaal altijd heel scherp gebleven. Zijn favoriete componist was Mozart. Zijn gehoor ging achteruit, maar ik vertelde hem dat we naar Cosi fan tute waren geweest. Hij herinnerde zich toen dat hij met zijn moeder ook naar deze opera was geweest in 1942, tijdens de oorlog. Hij was toen 11 jaar. Hij wist nog precies wie de sopraan was. Wat een geheugen! Ik wist zelf niet meer wie er drie jaar geleden had gezongen. Mijn vader was zo’n lieve man. Dat maakte het moeilijk. Heel veel mensen maken dit mee. Het zijn de dingen van het leven."

Zijn we het rouwen verleerd?

"Rouw is onvermijdelijk en hoort bij een vervullend, zinvol leven. Mensen vragen mij om een pil, om het verdriet niet meer te voelen, maar dat kan niet. Vroeger hadden we regels voor het rouwen, zoals het dragen van zwarte kleding gedurende een bepaalde periode. We moeten er als maatschappij over nadenken hoe we de dood en het verlies een plaats kunnen geven in ons leven. Ik heb daar geen trucs voor. We hebben rituelen nodig. Dat kunnen ook oude rituelen uit tweeduizend jaar kerkgeschiedenis zijn in een nieuw kleedje. Niet kerkelijk, maar wel uit een traditie, zodat we beter kunnen omgaan met lijden. Ik kon het lijden om mijn vader dragen doordat ik mijn vrouw had, en mijn broer en onze kinderen. Ik heb echt heel veel chance (geluk, red.) in de liefde."

U zegt dat we tegenwoordig te makkelijk scheiden. Hoe komt u zelf aan zo’n goed huwelijk?

"Mijn vrouw en ik hebben elkaar ontmoet tijdens de geneeskundestudie. Ge zijt jong en volkomen onnozel, ge weet niet van de wereld en leert elkaar kennen. Volledig verblind door verliefdheid. Na jaren lijkt dat het nog altijd werkt, beter nog dan toen. Dat is pure chance, ik heb daar niets voor gedaan. Dat ik haar heb ontmoet is een noodlottige genade geweest. Ik citeer graag een gedicht van Wislawa Szymborska: ‘Als je chance hebt in de liefde, en je ziet elkaar graag, zwijg erover. Houd het stil. Val anderen er niet mee lastig."

Het is geen prestatie als je geluk hebt gehad. Wees blij. Net als met je kinderen, gezondheid of carrière – denk niet dat je dat allemaal zelf gedaan hebt. Het menselijk leven is niet maakbaar. Mijn grootste geluk is geweest dat mijn ouders mij liefhebbend hebben grootgebracht. Ik zorg voor mensen die minder geluk hebben. Die gevoeliger zijn voor depressies of psychoses dan ik, gewoon door hun genetica. Mensen die verstoten of mishandeld zijn – ik zie ze elke dag.”

Waarom doet u dat?

"Het is mijn taak ze te helpen, juist omdat ik zoveel geluk heb gehad. Voor mij persoonlijk is het iets kunnen betekenen voor een mens in nood een vorm van zingeving. De zin van het leven toont zich niet boven de wolken, maar in de ogen van de hulp vragende medemens. In een wereld die zo inzet op het ‘ik’ dreigt dat teloor te gaan."

U bent nu 59 jaar. Hoe gaat u anderen helpen na uw pensioen?

"Binnen zes jaar ga ik met pensioen aan de universiteit, omdat het nu eenmaal moet. Maar ik blijf werken en zorgen voor mijn patiënten zolang mijn gezondheid het toelaat. Ik ga toch niet in Benidorm op het strand liggen? Als mensen dat graag doen, mag dat van mij. Maar ik kan daar niet mijn zingeving in vinden. De zorg voor de medemens is essentieel om mijn leven vervullend te kunnen besteden. In mijn beroep is er hoge nood, dat is het voordeel. Er zijn veel psychiaters nodig. Ik ga wel een beetje minder werken."

Uw wens voor 2020 is…

"Voor het nieuwe jaar zou ik wensen dat het angstig terugplooien van de westerse mens stilaan opnieuw mag openbloeien in zorg, verwondering en verbinding met de medemens. Alleen in samen leven kan een mens ten volle bestaan. Ik hoop dat de ingebunkerde en egocentrische reflexen tijdelijke krampen zijn in een steeds meer verbonden wereld."

Auteur 
Bron 
  • Plus Magazine