Van de vrouwen die in coronatijd een kind kreeg, is 89 procent gestart met borstvoeden. Zo’n 14 procent van die vrouwen denkt dat ze door corona langer borstvoeding hebben gegeven. Goede ondersteuning, meer rust en thuiswerken lijken daarbij een rol te hebben gespeeld. Dat blijkt uit onderzoek in opdracht van het Voedingscentrum.
Het onderzoek werd gehouden onder 2073 moeders tussen 18 en 45 jaar. De uitkomsten sluiten goed aan bij het thema van de Wereld Borstvoedingsweek, die maandag van start ging: 'Borstvoeding: een gedeelde verantwoordelijkheid'.
Gezond voor het kind
"Het lijkt erop dat er afgelopen jaar meer moeders borstvoeding gaven ten opzichte van voor de coronatijd", stelt woordvoerder Lolkje de Vries van het Voedingscentrum. De meeste moeders die in het onderzoek zeggen borstvoeding belangrijk te vinden, geven daarvoor als reden dat het gezond is voor hun kind.
Belangrijke redenen om in coronatijd langer borstvoeding te kunnen geven zijn: thuiswerken, minder verplichtingen of afspraken, meer ontspanning en rust ervaren en minder hoeven kolven. Daarnaast speelt de kraamverzorgende een doorslaggevende rol bij het doorzetten van borstvoeding geven. Van de vrouwen die zijn gestart met borstvoeden zegt 69 procent dat de kraamverzorgende hierbij heeft geholpen.
Steun van partner in coronatijd
Het meer thuis zijn van de partner vanwege corona had ook een positieve uitwerking op het (langer) borstvoeden. Vrouwen ervaarden hulp en steun. Minder kraamvisite en de daarbij behorende verplichtingen bleek ook gunstig. "Als de omgeving waarin de baby terechtkomt goed samenwerkt om ervoor te zorgen dat hij borstvoeding krijgt, is de kans van slagen groter. En daar heeft een kindje zijn hele leven profijt van", aldus De Vries.
Het onderzoek vond plaats in de periode van maart 2020 tot april 2021. Door de leden van Wij Jonge Ouders, Ouders van nu en een panel van onderzoeksbureau Flycatcher werd een vragenlijst ingevuld over borstvoeding en corona.
- Voedingscentrum
