6 vragen over een subarachnoïdale bloeding (SAB)

Symptomen, behandeling en prognose van SAB

Getty Images

Subarachnoïdale bloedingen komen niet vaak voor. Jaarlijks zijn er ongeveer duizend patiënten die ermee te maken krijgen. Zes vragen over deze specifieke hersenbloeding.

Wat is een subarachnoïdale bloeding?

Een subarachnoïdale bloeding (SAB) is een bloeding rondom de hersenen tussen de hersenvliezen. De hersenen worden omgeven door drie vliezen. Het middelste vlies heet arachnoïdea of spinnewebvlies. De ruimte tussen dit vlies en het binnenste vlies dat direct tegen de hersenen aanligt, wordt de subarachnoïdale ruimte genoemd. Deze ruimte bevat het hersenvocht (de liquor) en omgeeft de gehele hersenen en het ruggenmerg. In deze ruimte lopen daarnaast de bloedvaten die de hersenen van bloed voorzien. Wanneer een bloeding ontstaat vanuit een bloedvat in deze ruimte, noemen specialisten dat een subarachnoïdale bloeding.

Wie loopt risico?

Een SAB treedt vooral op bij mensen tussen de 40 en de 50 jaar en komt in Nederland jaarlijks zo’n duizend keer voor. In de regel is deze aandoening niet erfelijk, maar in sommige families kan de kans op een aneurysma verhoogd zijn. Andere risicofactoren zijn: roken, een hoge bloeddruk en alcoholmisbruik.

Wat zijn de symptomen van een subarachnoïdale bloeding?

De verschijnselen zijn een zeer plotseling optredende heftige en aanhoudende hoofd- en nekpijn. De hoofpijn bereikt binnen een minuut het maximum en duurt langer dan een uur. Patiënten omschrijven het als 'de ergste hoofdpijn ooit', vaak na het gevoel van een 'knapje' of slag in de nek. Naast de hoofdpijn is er vaak sprake van misselijkheid en braken. Bij een zeer ernstige bloeding verliest iemand het bewustzijn. Andere symptomen zijn krachtsverlies in de ledematen, een verminderd bewustzijn en nekstijfheid.

Wat veroorzaakt een subarachnoïdale bloeding?

Een SAB ontstaat meestal doordat een zwakke plek in de wand van een slagader onder invloed van de bloeddruk is uitgestulpt en geknapt. Zo’n blaasvormige uitstulping heet een aneurysma. Dit type hersenbloeding kan ook ontstaan bij een aangeboren kluwen van bloedvaten; een arterioveneuze malformatie (AVM) of een ongeval. In 10 procent van de gevallen knapt er ‘gewoon’ een kleine ader. Deze bloedingen zijn veel minder ernstig en herkenbaar door de plaats waar ze zitten: meestal rond de middenhersenen. Daarom worden ze perimesencefale bloedingen genoemd.

Hoe wordt de diagnose gesteld?

Voor het stellen van de diagnose is het specifieke verhaal van de patiënt belangrijk. Als aanvullend onderzoek wordt een hersenscan gemaakt. Als op de scan wordt gezien dat er bloed in de subarachnoïdale ruimte aanwezig is, moet snel worden uitgezocht of de oorzaak een geknapt aneurysma is. Hiervoor wordt meestal een vaatonderzoek gedaan, een angiografie. Bij dit onderzoek wordt een lieskatheter ingebracht en opgeschoven tot de halsslagader. Door deze katheter wordt contrastvloeistof ingespoten. Hiermee brengt de specialist de bloedvaten van de hersenen in beeld.

Wat is de behandeling van een subarachnoïdale bloeding?

Een aangetoond aneurysma moet snel worden behandeld om te voorkomen dat er opnieuw een bloeding uit ontstaat. De plaats, de vorm en de grootte van het aneurysma en de conditie van de patiënt bepalen welke behandeling wordt uitgevoerd en wanneer deze zal plaatsvinden. Er zijn twee mogelijkheden: coilen of clippen.

Coilen

Via een katheter in de lies brengt de specialist een aantal dunne spiraalvormige draadjes, coils, in het aneurysma. Hij vult het aneurysma daarmee zodat er geen bloed meer in kan komen. Dit gebeurt onder narcose, maar het is geen operatie. Deze procedure vindt plaats op de röntgenafdeling onder doorlichting.

Clippen

Coilen is soms niet mogelijk omdat de plaats van het aneurysma niet met een katheter bereikt kan worden of omdat het door de vorm niet kan worden opgevuld met coils. Dan gaat men clippen. Bij clippen wordt een knijpervormig klemmetje, een clip, aangebracht op de steel van het aneurysma, zodat er geen bloed meer in kan komen. Dit gebeurt via een hersenoperatie onder narcose. Clippen is ook niet altijd mogelijk. Bij ernstige hersenzwelling of als de conditie van de patiënt te slecht is, wordt de operatie uitgesteld.

Mogelijke complicaties

  • Nieuwe bloeding: deze kan vlak na de eerste bloeding optreden maar ook een aantal dagen later. Een tweede bloeding verloopt meestal ernstiger dan de eerste. De prognose wordt er negatief door beïnvloed.
  • Vaatspasmen of vaatkrampen in het hoofd: dit is een veel voorkomende complicatie in de eerste twee weken na de subarachnoïdale bloeding. Door de vaatspasmen ontstaan vaatvernauwingen waardoor de hersenen plaatselijk te weinig bloed kunnen krijgen. Er kan dan een herseninfarct, ontstaan.
  • Verstopping in de normale afvoer van het hersenvocht: hierdoor ontstaat ophoping van het hersenvocht met verwijding van de hersenkamers en een verhoogde hersendruk.
  • Longoedeem: de longen houden dan veel vocht vast, waardoor benauwdheid ontstaat.
  • Hartritmestoornissen: deze zijn vaak onschuldig en goed te behandelen met medicijnen

Wat is de prognose?

Regelmatig ontstaat door de SAB en eventuele complicaties hersenschade. Deze kan mild zijn en mettertijd weer verdwijnen, maar soms kan er ook ernstig functieverlies zijn. Denk aan verlamming van de ledematen, spraakproblemen of geheugenproblemen.
Vaak zijn de gevolgen minder ingrijpend. Meestal treedt wel een lichte geheugenstoornis op met daarbij concentratiestoornissen en snelle vermoeidheid.  Dit kan in de loop der jaren weer verminderen.

Auteur 
Bron 
  • Nederlandse Hartstichting
  • VU medisch centrum
  • Nederlandse Vereniging voor Neurochirurgie
  • Nederlandse Vereniging Voor Neurologie