KNMT: Meer aandacht voor kindergebit op consultatiebureau

Getty Images

Om slechte gebitten bij kinderen te voorkomen moet er meer aandacht komen voor gebitsverzorging op het consultatiebureau. Dat stelt de KNMT, de beroepsvereniging van tandartsen, naar aanleiding van de conclusies uit het Signalement Mondzorg 2016 van het Zorginstituut Nederland.

Uit het Signalement Mondzorg blijkt dat vooral kinderen en jongeren uit sociaal-economisch zwakkere gezinnen meer gaatjes hebben, minder poetsen, minder goed eten en minder vaak naar de tandarts gaan. Kinderen met een buitenlandse moeder hebben 50 procent meer gaatjes dan kinderen met een moeder van Nederlandse afkomst. Uit het onderzoek van TNO dat aan het signalement ten grondslag ligt, blijkt ook dat de daling van het aantal jongeren dat een gaaf gebit heeft lijkt te zijn gestopt.

"Een goed gebit is heel belangrijk voor je gezondheid, zeker bij kinderen", vertelt Wolter Brands, voorzitter van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde (KNMT). "Tandartsen streven ernaar dat zoveel mogelijk kinderen met een gezonde mond opgroeien. Maar zij kunnen dat niet alleen bewerkstelligen. Er zijn factoren waarop zij onvoldoende invloed hebben."

Goede zelfzorg

Volgens Brands is het heel belangrijk om te beginnen bij wat ouders en kinderen zelf kunnen doen. Gaatjes – en andere problemen in de mond - zijn te voorkomen door goed en regelmatig te poetsen, het aantal snoepmomenten op een dag te beperken en regelmatig voor een controle naar de tandarts te gaan. De kosten van dat laatste zijn geen barrière: voor de jeugd tot 18 jaar worden de kosten van de controle en de behandelingen vergoed vanuit de basisverzekering. Het blijkt dat veel ouders dat niet weten.

Jong aanleren

Voor het tegengaan van tandbederf bij de jeugd, moet volgens de KNMT met goede zelfzorg zo jong mogelijk worden begonnen. "Ouders moeten weten dat ze vanaf het moment dat hun baby tandjes krijgt, moeten gaan poetsen en dat ze het gebruik van suiker door hun kind zoveel mogelijk moeten beperken", legt Brands uit. "Geen flesjes met vruchtensap mee naar bed, bijvoorbeeld. En dat ze, in elk geval vanaf het moment dat hun kind 2 jaar is, regelmatig voor controle naar de tandarts gaan."

De KNMT vraagt ook huisartsen en wijkverpleegkundigen erop te blijven hameren dat kinderen in ieder geval vanaf 2 jaar naar de tandarts  gaan. Dat is eerder dan nu vaak het geval is: zo’n 40 procent van de 2- en 3-jarigen gaat niet naar de tandarts. Ook ziet Brands een rol voor de overheid en zorgverzekeraars.

Consultatiebureau

Belangrijk is verder dat er extra aandacht voor mondhygiëne komt op het consultatiebureau, zo stelt Brands. Daar komen namelijk (bijna) alle jonge ouders. Op het consultatiebureau wordt nu al wel aandacht besteed aan het gebit, maar soms is dat niet genoeg.

Brands: "Een oplossing zou kunnen komen van een gerichte samenwerking tussen tandartspraktijken en consultatiebureaus. Kinderen kunnen dan totdat ze 4 jaar zijn op gezette tijden worden gescreend en hun ouders krijgen voorlichting van een zorgverlener uit de tandartspraktijk die op het consultatiebureau aanwezig is. Op die manier is ook de drempel naar de tandartspraktijk, die voor sommige ouders hoog kan zijn, te verlagen."