De vlo, een vervelend kriebelbeestje

Vlooien zijn bruinzwarte insecten van zo’n 1 tot 3 millimeter groot. Ze leven van het bloed van dieren met lichaamsbeharing of een verenkleed. Ze leggen witgele, ovale eitjes die met het blote oog nauwelijks te zien zijn en niet op de huid blijven liggen zoals de eitjes van luizen, maar bijvoorbeeld in de hondenmand vallen. 

Er bestaan zo’n 2000 soorten, waarvan er 40 à 50 in ons land voorkomen. Hoe een vlo heet, is afhankelijk van zijn gastheer: zo zijn er vogel-, honden- en rattenvlooien. Mensenvlooien brachten in het verleden de pest over, maar door de verbeterde hygiëne is de mensenvlo (Pulex irritans) in West-Europa grotendeels uitgeroeid. In Nederland komt de ongevaarlijke kattenvlo (Ctenocephalides felis) het meest voor. Hoewel zijn naam anders doet vermoeden, bijt de kattenvlo ook graag in honden. En als het ongedierte eenmaal in huis is, bestaat de kans dat ze ook een uitstapje maken naar mensen.

Vlooienbeet

De mond van een vlo bestaat uit verschillende uitsteeksels, waarmee hij de huid van de gastheer doorboort en bloed opzuigt. Tijdens het bijten spuit een vlo een beetje speeksel in de huid. Als reactie op dit speeksel ontstaat er een kriebelend, rond, rood vlekje met in het midden een bloedkleurig puntje of bultje. Eén beet is nog niet zo erg, maar meestal blijft het niet bij eentje. Zeker bij thuiskomst na een vakantie, waarin de vlooien zich lekker in de warmte en in alle rust hebben kunnen vermenigvuldigen, kun je besprongen worden door een hele plaag. 

Op zoek naar bloed bijten de vlooien vaak meerdere keren in hetzelfde gebied, zoals op de benen of voeten. Als je er gevoelig voor bent, kun je last krijgen van flinke jeuk en uitslag. Het is wel irritant, maar niet gevaarlijk. Probeer de kriebelende plekken niet open te krabben, ze verdwijnen vanzelf weer. Een corticosteroïde-houdende zalf kan ernstige jeuk verlichten.

Vlooienbestrijding

Met een goede hygiëne maak je je huis minder aantrekkelijk voor de lastige insecten. Hun larven leven van huidschilfers en de uitwerpselen van de volwassen vlooien. Met goed stofzuigen en grondig schoonmaken verwijder je hun voedsel en voorkom je dat ze uitgroeien tot volwassen vlooien. Gooi na gebruik de stofzuigerzak weg. Poets de favoriete plekken van je huisdier. Was dekentjes, het omhulsel van de katten- of hondenmand en je eigen kleding op een zo hoog mogelijke temperatuur. Zet de mand ook niet op een warme, beschutte plek, maar liever op een stenen vloer of laminaat.

Als je harige huisdier ongeduldig zit te krabben, wijst dat op de aanwezigheid van vlooien. De beestjes zelf zijn vaak niet zichtbaar, maar hun uitwerpselen kun je als donkere stipjes op de huid zien liggen. Met een vlooienkam verwijder je de volwassen parasieten uit het haar, maar daarmee krijg je niet alle eitjes en larven weg. Behandel daarom zowel je huis als je huisdier met een anti-vlooienmiddel van de dierenarts of dierenwinkel.