Wanneer ga je naar een psycholoog?

"Therapie werkt alleen als je je veilig voelt"

Bij de psycholoog op gesprek
Getty Images

Wanneer is een naar gevoel reden om hulp te zoeken? Wat kun je verwachten? Hoe weet je of je ‘beter’ bent? Psycholoog Paul van der Heijden over psychische hulpverlening: “Je hoeft niet alles zelf op te lossen.”

Je zit niet lekker in je vel. ’s Nachts lig je te malen over dingen die je overdag al had willen loslaten. Je wordt moe wakker en hebt een kort lontje. Het lijkt alsof de kleinste dingen je uit balans brengen. Misschien voel je je somber zonder duidelijke reden of loop je op je werk of in relaties steeds tegen dezelfde problemen aan. Je hebt van alles geprobeerd: wandelen, yoga, ontspanningsoefeningen, met vrienden praten, maar het onbehagen blijft sudderen.

Toch voelt hulp zoeken bij een psycholoog als een grote stap. Is dat niet overdreven? Wat als ze vinden dat je je aanstelt? En als je toch gaat, hoe werkt het dan?

Want we weten wel wat we van een fysiotherapeut kunnen verwachten en hoe een huisarts te werk gaat, maar rondom psychologische hulpverlening hangt een zweem van mysterie.

“Ik merk dat mensen vaak niet weten wanneer ze hulp moeten zoeken en wat ze te wachten staat”, zegt klinisch psycholoog Paul van der Heijden, medeauteur van Bij de psycholoog – Vind je weg in de psychologische hulpverlening. “De beeldvorming rondom therapie is vaak negatief, met verhalen over wachtlijsten en onbeholpen behandelaars. Of het wordt geromantiseerd, alsof een paar sessies alles kunnen oplossen. De waarheid ligt, zoals vaker, in het midden.”

Therapie  gaat niet alleen over praten, maar ook over doen. Oefenen met nieuw gedrag

Wacht niet te lang

Laten we vooropstellen dat iedereen periodes heeft waarin het minder gaat. Een moeilijke tijd na een relatiebreuk, stress op je werk, onzekerheid over je eigen kunnen, het hoort bij het leven. Wat is dan het moment om professionele hulp te overwegen?

“Als klachten langer dan een paar maanden duren en je dagelijks functioneren beperken, zeggen wij: trek aan de bel”, aldus Van der Heijden. “Dat functioneren moet je breed zien. Het kan bijvoorbeeld betekenen dat je werk eronder lijdt, maar ook dat je sociale contacten vermijdt of dat je je emoties slecht onder controle hebt.”

Over het algemeen wordt er te lang gewacht met het zoeken van psychologische hulp, vindt hij. “We zien dat mensen gemiddeld meer dan een half jaar met depressieve klachten rondlopen voor ze hulp zoeken. Bij bijvoorbeeld verslaving of eetstoornissen gaat er nog meer tijd overheen.

Dat komt doordat we psychische klachten in eerste instantie zien als iets wat we zelf moeten oplossen. Mensen schamen zich, bagatelliseren problemen, denken dat ze zich niet moeten aanstellen of dat praten niet helpt. Maar hoe meer tijd er overheen gaat, hoe moeilijker het kan worden om eruit te komen. Het probleem kan zich ook verdiepen, waardoor het langer duurt voordat je verbetering merkt.”

Over de drempel

Het proces van psychologische hulp begint meestal bij de huisarts. Dit is de eerste officiële drempel die je over moet, dat kan spannend zijn. Hoe vertel je in een kort gesprek wat er aan de hand is? Hoe zorg je dat je serieus wordt genomen? Wat gebeurt daarna?

“De huisarts heeft vaak maar tien minuten tijd voor je”, weet Van der Heijden. “Dat is kort. Misschien kom je binnen met somberheidsklachten en besluit de huisarts medicatie voor te schrijven, maar heb je eigenlijk last van een diepgeworteld gevoel van waardeloosheid of een moeilijke relatie met je ouders. Dan wordt de kern van het probleem over het hoofd gezien, waardoor medicatie mogelijk niet zal helpen.”

Daarom is het belangrijk om goed voorbereid naar de huisarts te gaan, advsieert hij. Maak van tevoren een lijstje van je klachten. Hoe lang spelen ze al? Hoe beïnvloeden ze je dagelijks leven? Kun je nog functioneren op je werk en in je sociale contacten? Voel je je somber, gestrest of angstig? Op welke momenten? Het helpt als je concreet kunt benoemen wat je ervaart. “Mensen vinden het soms lastig om over hun gevoelens te praten, zeker bij een huisarts die ze soms niet zo goed kennen. Dat is begrijpelijk. Maar hoe helderder je bent over wat er met je aan de hand is, hoe makkelijker het wordt om een passende doorverwijzing te krijgen.”

De juiste behandelaar

De huisarts kan op verschillende manieren helpen. Soms krijg je het advies om nog even af te wachten of je leefstijl aan te passen met meer beweging, een gezondere nachtrust en minder stress. In andere gevallen verwijst de huisarts direct door. Psycholoog Van der Heijden: “In Nederland kom je met milde klachten die te overzien zijn, zoals angst, een burn-out of een lichte depressie, meestal terecht bij een basis-ggz in de buurt. Er zijn ook specialistische ggz-instellingen voor wat ernstigere problematiek. Dan moet je denken aan zware depressie, trauma-gerelateerde stress of persoonlijkheidsstoornissen. Probleem daarbij is dat de wachtlijsten vaak lang zijn, soms duurt het wel een jaar voordat je hulp kunt krijgen.”

Wat veel mensen niet weten, is dat je met een verwijsbrief van de huisarts ook zelf een behandelaar kunt zoeken. “Dat zijn de zogeheten vrijgevestigde aanbieders die vaak ook contracten hebben met verzekeraars. Doorgaans kom je daar makkelijker binnen dan bij een ggz-instelling. Een ander voordeel is dat degene die op de website staat meestal ook je behandelaar wordt. Bij een ggz-instelling wordt de intake vaak door iemand anders gedaan.

Check wel altijd of iemand goed toegerust is om jou te helpen. Hierbij kun je onder meer letten op een BIG-registratie, opleiding en aansluiting bij de beroepsvereniging NIP. Dit zegt niet alles, maar geeft wel een bepaalde kwaliteitsgarantie.”

Uitgebreid kennismaken

Wanneer je bij een psycholoog terechtkomt, start het traject met een intakegesprek. “Sommige mensen verwachten dat ze meteen aan de slag kunnen met hun problemen, maar de eerste afspraak is meestal een combinatie van kennismaken en inventariseren”, vertelt Van der Heijden. “Wat zijn je klachten? Wanneer zijn ze begonnen? We kijken naar de context en stellen veel vragen, niet alleen over je klachten maar ook over je achtergrond, je levensgeschiedenis, je sociale leven en hoe je met stress omgaat. Dit is belangrijk om te begrijpen welke patronen een rol spelen. Hoe zag je jeugd eruit? Hoe zijn je relaties met familie en vrienden?”

Ook praktische zaken zoals medicatie, slaap, voeding en beweging komen aan bod. Sommige psychologen werken hiervoor met een vragenlijst, anderen laten het gesprek organisch verlopen. “Veel mensen zijn bang dat ze iets verkeerds zullen zeggen, maar daar hoef je je geen zorgen over te maken. Je hoeft niet met een perfect doordacht verhaal te komen. Een goede psycholoog gaat samen met jou ontrafelen waar de kern van het probleem ligt. Andersom is het goed om zelf vragen te stellen. Cliënten zijn vaak wat afwachtend, maar het is slim om te kijken of het klikt. Therapie werkt alleen als je je veilig voelt.”

Behandeling op maat

Na de intake begint de behandeling. Wat die inhoudt, verschilt per persoon en per hulpvraag. Sommige mensen hebben genoeg aan een kort en praktisch traject, anderen belanden in een proces dat maanden of jaren duurt. Van der Heijden: “De meest gangbare behandeling is cognitieve gedragstherapie, oftewel CGT. Het is een methode waarbij je onder meer leert om negatieve denkpatronen te herkennen en deze stap voor stap te veranderen. Door je bewust te worden van je gedachten en ze uit te dagen, kun je emotioneel gezonder reageren op situaties. CGT wordt veel gebruikt bij onder meer depressie en angststoornissen.”

Een andere veelgebruikte behandelmethode is de zogeheten schematherapie. “We gebruiken deze vorm vaak bij mensen met persoonlijkheidsproblemen of met terugkerende relationele problemen, bijvoorbeeld met hun partner, familie, vrienden of collega’s. Schematherapie helpt om te ontdekken waarom je steeds in dezelfde valkuil trapt. We doen dat door in te zoomen op hardnekkige patronen die je misschien al lang met je mee draagt. Vaak zijn deze ontstaan in je jeugd, dus we gaan dieper in op je verleden en de manier waarop je jezelf en anderen ziet. Daardoor is het een vrij intensieve therapie.”

Actief meedoen

Het clichébeeld van therapie is dat het een passief proces is: je gaat op de sofa liggen bij de therapeut, vertelt je verhaal en er treedt vanzelf verandering op. Psycholoog Van der Heijden: “Zo werkt het niet. De effectiviteit van therapie hangt grotendeels af van wat je erin stopt. Dat betekent dat je actief meedoet, probeert open te staan voor verandering en soms moeilijke dingen onder ogen ziet. Veel mensen willen wel veranderen maar hebben geen zin in het ongemak dat daarbij komt kijken. Dat is begrijpelijk, maar echte verandering betekent vaak dat je buiten je comfortzone moet treden.”

Voor sommige mensen is therapie heftig. Je moet immers dingen onder ogen zien die je misschien liever zou vermijden. Je kunt worden geconfronteerd met patronen waar je nooit eerder bij stil hebt gestaan. Dat is niet makkelijk. Het kan zelfs pijnlijk zijn. Dat gevoel van ongemak is volgens Van der Heijden precies waar de groei zit. “Therapie gaat niet alleen over praten, maar zeker ook over doen. Over oefenen met nieuwe manieren van denken en jezelf beter begrijpen. Het is geen quick fix maar een proces waarin je stap voor stap ontdekt hoe je zelf dingen anders kunt aanpakken.”

Een goede psycholoog gaat samen met jou ontrafelen wat de kern van het probleem is

Sprong in het diepe 

Een veel gestelde vraag is ook: hoe weet ik dat ik klaar ben met therapie? Is er een eindstreep? “Sommige behandelingen hebben een vast aantal sessies, zoals vijftien of twintig bij CGT. Sommige trajecten, zoals schematherapie, duren langer en kunnen een of zelfs twee jaar in beslag nemen.

Maar therapie is geen oneindig proces. Het is een periode waarin je aan jezelf werkt zodat je verder kunt. Een goed moment om af te ronden is wanneer je merkt dat je zelf oplossingen vindt voor dingen waar je eerst hulp bij nodig had. Als je de technieken die je hebt geleerd zelfstandig kunt toepassen.”

Voor sommige mensen voelt het beëindigen van de therapie als een sprong in het diepe. “Dat is niet zo gek, soms is de psycholoog de eerste die echt naar je luistert. Het kan moeilijk zijn om dat los te laten. Maar een goede psycholoog helpt je ook om weer afscheid te nemen. Het doel van therapie is dat je uiteindelijk zonder hulp verder kunt.

Dat betekent niet dat je nooit meer een slechte dag mag hebben. Het gaat erom dat je beter weet hoe je ermee om moet gaan. Dat je handvatten hebt om jezelf op te vangen als je je rot voelt. Ook kun je natuurlijk nog eens teruggaan naar je psycholoog. Je hoeft het niet alleen te doen.”

Stappenplan psychische hulp

1. Ga langs bij je huisarts 

Die kan kijken welk traject bij jou past. Of misschien krijg je het advies om even af te wachten of om naar de praktijkondersteuner te gaan. Die voert geen psychotherapeutische gesprekken, maar kan wel tips geven en uitzoeken wat jij nodig hebt. In België: je huisarts kent meestal wel psychologen in de regio die kwalitatieve zorg verstrekken, of kijk zelf op www.vindeenpsycholoog.be. Wie het financieel moeilijk heeft, kan terecht bij het CGG (Centrum Geestelijke Gezondheidszorg).

2. Weet welke weg je bewandelt

Als de huisarts je verwijst naar een psycholoog, kom je gewoonlijk bij een GZ-psycholoog terecht. Deze doet eerst de nodige diagnostiek en voert daarna een aantal gesprekken met je. Dit wordt vergoed door de ziektekostenverzekering.

In België: de eerste sessie bij een psycholoog is doorgaans een kennismaking. Op het einde van het gesprek zal de psycholoog je verwachtingen bevragen en kijken hoe hij of zij daarbij kan helpen.

3. Zoek uit met wie je te maken hebt 

Check of je zorgverlener een BIG-registratie heeft (www.bigregister.nl) of is aangesloten bij de beroepsvereniging NIP. Zo niet, dan kun je beter verder zoeken.

In België: sinds 1 januari 2020 moeten klinisch psychologen erkend zijn. Departement Zorg geeft deze erkenning af. De Federale Overheidsdienst Volksgezondheid heeft hiervoor criteria vastgelegd.

4. Vraag je af hoe lang je kunt wachten

Is er sprake van therapie die wordt vergoed, dan heb je vaak te maken met een wachtlijst. Heb je de mogelijkheid om de therapie zelf te financieren, dan kun je meestal sneller aan de slag en heb je een ruimere keuze aan behandelaren.

5. Vertrouw op je onderbuikgevoel 

Een kennismakingsgesprek is een goede manier om te kijken of de psycholoog en jij op één lijn zitten.

6. Je therapeut hoeft geen vriend(in) te worden 

Een goede psycholoog is vriend en vijand tegelijk; je voelt je thuis en begrepen, maar er worden ook dingen gezegd die je misschien liever niet zou horen.

7. Kijk of de locatie past 

Of therapie wel of niet werkt, wordt grotendeels bepaald door non-specifieke factoren. Dat begint met de klik tussen jou en je behandelaar, maar ook de locatie moet goed voelen.

8. Geen quick fix 

Het resultaat van de meeste therapieën hangt vooral af van degene die ze krijgt. Jij wilt iets veranderen, dat kan een ander niet voor je doen. Therapie is dus geen quick fix. Het kan heel veel opleveren, maar vraagt wel moeite en inzet.

Een andere versie van dit artikel verscheen eerder in Plus Gezond mei 2025. Abonnee worden van het blad? Dat doe je in een handomdraai.

 

 

Auteur 
Bron 
  • Plus Gezond