Diabetes: wat is het verschil tussen type 1 en 2?

Een teveel aan suiker (glucose) in het bloed

diabetes
Getty Images

Diabetes mellitus, ook wel suikerziekte genoemd, is een chronische aandoening waarbij er te veel suiker (glucose) in het bloed zit. Er bestaan verschillende types diabetes, die een verschillende oorzaak hebben en tot andere symptomen kunnen leiden. Waardoor ontstaat diabetes en hoe worden de verschillende types behandeld?

Wat is diabetes?

Bij suikerziekte (diabetes mellitus) zit er te veel suiker (glucose) in het bloed, omdat het lichaam de bloedsuikerspiegel niet op peil kan houden. Er zijn verschillende vormen van deze chronische stofwisselingsziekte.

Diabetes mellitus moet niet worden verward met diabetes insipidus. Dit is een tekort aan vasopressine, waardoor de nieren geen vocht vasthouden en je extreem veel moet plassen.

Oorzaken

Wanneer je eet of drinkt, komen de koolhydraten uit je voeding via het spijsverteringskanaal als glucose in het bloed. Wanneer de bloedsuikerspiegel te hoog wordt, maakt het lichaam insuline aan. Dit gebeurt in de alvleesklier (pancreas). Door insuline wordt de glucose in de lichaamscellen opgenomen, waardoor de bloedsuikerspiegel weer daalt. Bij suikerziekte is deze balans verstoord.

Type 1-diabetes ontstaat meestal op de kinderleeftijd. Het afweersysteem valt de cellen van de alvleesklier aan. De alvleesklier produceert daardoor te weinig of geen insuline. Daardoor blijft de bloedsuikerspiegel te hoog.

Ongeveer negentig procent van alle mensen met diabetes heeft type 2-diabetes. Deze ziekte ontstaat meestal op oudere leeftijd. De alvleesklier maakt wel insuline aan, maar de lichaamscellen reageren er steeds slechter op, waardoor ze te weinig glucose uit het bloed halen en de bloedsuikerspiegel verhoogd blijft.

Zwangerschapsdiabetes (diabetes gravidarum) ontstaat tijdens de zwangerschap en gaat meteen daarna weer over. Door de zwangerschapshormonen maakt de alvleesklier te weinig insuline aan en reageren de lichaamscellen onvoldoende op insuline.

Symptomen

Type 1-diabetes geeft meestal duidelijke symptomen, waardoor de ziekte snel wordt herkend. Deze symptomen zijn:

  • veel dorst en veel drinken
  • veel plassen
  • blaasontsteking: veel kleine beetjes plassen, pijn bij het plassen
  • veel of juist weinig honger hebben
  • gewichtsverlies zonder duidelijke reden
  • misselijkheid en overgeven
  • wazig zien
  • vermoeidheid en ziek zijn

Een ernstige complicatie bij type 1-diabetes is verzuring van het bloed (ketoacidose). De meeste glucose blijft in het bloed en kan niet gebruikt worden als energiebron. De lichaamscellen gaan dan vetten verbranden voor energie, waardoor ketonen vrijkomen die het bloed verzuren. Je krijgt dan bovenstaande symptomen van type 1-diabetes evenals sufheid, verwardheid en een snelle ademhaling, waarbij de adem chemisch of zoetig ruikt (acetongeur). Je pupillen zijn verwijd en je ziet wazig. Buikpijn en spierpijn komen veel voor. In ernstige gevallen kun je het bewustzijn verliezen en in een coma raken. Neem daarom direct contact op met uw arts wanneer je symptomen van een ketoacidose hebt.

Bij type 2-diabetes zijn de klachten vaak minder duidelijk, waardoor het lang kan duren voordat je er iets van merkt. Symptomen van deze ziekte zijn:

  • vermoeidheid
  • veel dorst en veel plassen
  • jeuk
  • wondjes die slecht genezen
  • infecties die regelmatig terugkomen
  • oogproblemen, zoals slecht zien, wazig zien of geïrriteerde ogen
  • zere benen tijdens het lopen
  • kortademigheid bij inspanning

Op de lange termijn kan een te hoge bloedsuikerspiegel je bloedvaten beschadigen. Daardoor kunnen andere ziektes ontstaan, zoals hart- en vaatziekten, nieraandoeningen, oogaandoeningen, erectiestoornissen en problemen aan de zenuwen.

Hoe wordt de diagnose gesteld?

Heb je symptomen van diabetes? Ga dan naar je huisarts. Hij of zij onderzoekt je en laat de bloedsuikerspiegel meten. Het bloedonderzoek wordt meestal gedaan met een vingerprik tijdens het bezoek aan de huisarts. Bij het vermoeden van type 2-diabetes wordt de test meestal herhaald. Dit gebeurt ’s ochtends, voordat je hebt gegeten (nuchter).

Risicofactoren

Type 1-diabetes kun je niet voorkomen. Het eigen afweersysteem valt de cellen van de alvleesklier aan. Mogelijk spelen erfelijke factoren, virussen en voeding hierbij een rol.

Bij het ontstaan van type 2-diabetes spelen leefstijlfactoren, zoals overgewicht, ongezonde voeding, te weinig bewegen en roken, een belangrijke rol. Erfelijke factoren kunnen het risico verhogen. Mensen met een Surinaamse, Hindoestaanse, Turkse of Marokkaanse achtergrond hebben een hoger risico op deze ziekte. Met een gezonde leefstijl is type 2-diabetes vaak te voorkomen of (deels) te genezen.

Behandeling

Bij zowel type 1 als type 2-diabetes is een gezonde leefstijl belangrijk om complicaties als hart- en vaatziekten zoveel mogelijk te voorkomen. Gezond eten, veel bewegen, een gezond gewicht en niet roken verminderen de kans op complicaties. Als het nodig is schrijft je arts medicijnen voor die je cholesterolgehalte verlagen. Daarmee verlaag je je risico op hart- en vaatziekten. Haal ook jaarlijks de griepprik. Door diabetes ben je namelijk extra vatbaar voor griep en kan griep ook ernstiger verlopen.

Bij type 1-diabetes moet je levenslang insuline gebruiken om het tekort aan te vullen. Je gaat daarvoor naar het ziekenhuis, waar je begeleid wordt door een diabetesverpleegkundige of een internist. Zij kunnen je helpen goed met de ziekte om te gaan en voor een optimale behandeling te zorgen. De hoeveelheid insuline die je nodig hebt, hangt af van je voeding en je bewegingspatroon. Je meet meerdere keren per dag je bloedsuikerspiegel en gebruikt insuline. Je dient dit medicijn toe via injecties. Je kunt ook voor een insulinepomp kiezen, die meerdere keren per dag insuline toedient via een klein slangetje onder de huid. Tegenwoordig zijn er ook draadloze insulinepompen verkrijgbaar.

Bij type 2-diabetes blijf je meestal onder controle bij de huisarts of praktijkondersteuner. Een gezonde leefstijl is extra van belang bij deze ziekte. Als het nodig is schrijft je huisarts medicijnen voor om je bloedsuikerspiegel te verlagen. Dit kunnen tabletten zijn, bijvoorbeeld metformine, of insuline.

Wanneer je bloedsuikerspiegel goed is ingesteld, kom je iedere drie maanden op controle. Eén keer per jaar krijg je een uitgebreidere controle, waarbij onder andere je ogen en voeten worden onderzocht op eventuele complicaties.

Prognose

Type 1-diabetes is niet te genezen. Je moet je hele leven je bloedsuikerspiegel regelmatig controleren en insuline gebruiken.

Type 2-diabetes kan soms genezen wanneer je gezonder gaat leven en afvalt. Meestal blijft de ziekte echter aanwezig en zijn levenslange controles en behandeling nodig.

Zwangerschapsdiabetes verdwijnt meestal vanzelf binnen een dag na de bevalling.

Auteur 
Bron 
  • Nederlands Huisartsen Genootschap
  • Diabetes Fonds
  • DVN