Fructose-intolerantie

Allergisch voor vruchtensuiker?

Getty Images

Fructose is een andere naam voor vruchtensuiker. Het zit van nature in fruit, vruchtensap, honing en groenten. Ook suiker uit de suikerpot (sacharose) bestaat voor de helft uit fructose. Lastig als je niet tegen fructose kunt!

Als je fructose uit voeding niet verdraagt, is er sprake van fructose-intolerantie. Er zijn twee vormen van fructose-intolerantie: erfelijke fructose intolerantie (ookwel HFI of fructose 1-fosfaat aldolase deficiëntie genoemd) en de meer voorkomende normale fructose-intolerantie.

Gewone fructose-intolerantie

Normaal gesproken wordt fructose via het enzym xylose isomerase in de cellen van de dunne darm opgenomen. Bij gewone fructose-intolerantie is dit enzym niet (voldoende) aanwezig in de darm en wordt fructose dus niet door de dunne darm opgenomen. Het gevolg: fructose komt grotendeels onverteerd in de dikke darm terecht. De darmbacteriën smullen van deze vruchtensuikers. Tijdens het fermenteren door de darmbacteriën ontstaan gassen. En deze gassen geven klachten als winderigheid, buikpijn en diarree.

Hoe vaak komt het voor

Fructose-intolerantie kan erfelijk zijn. Ongeveer een op de drie personen heeft problemen met de opname van monosachariden (de eenvoudigste koolhydraten, zoals fructose of lactose). Veel mensen met fructose-intolerantie kunnen wel kleine hoeveelheden fructose verdragen. Vanaf welke hoeveelheid iemand klachten krijgt, varieert. Sommige mensen hebben al klachten bij 1 gram fructose, terwijl anderen probleemloos 20 gram kunnen eten.

De diagnose

Net als bij lactose-intolerantie, kun je fructose-intolerantie met de waterstofademtest aantonen. Hiervoor drink je een fructose-oplossing, waarnaar er gekeken wordt of je waterstof uitademt. Als er waterstof in de uitademingslucht zit, wijst dit erop dat de darmflora fructose heeft afgebroken en kan de diagnose fructose-intolerantie gesteld worden.

De behandeling

Als je fructose-intolerantie hebt, kun je minder fructose eten. Het is een kwestie van uitproberen hoeveel je verdraagt; helemaal fructose-vrij is meestal niet nodig. Mensen met fructose-intolerantie zijn meestal ook gevoeliger voor koolhydraten als inuline, sorbitol en xilitol. De huidige behandeling van patiënten met fructose-intolerantie bestaat daarom naast een fructosebeperkt dieet vaak ook uit een FODMAP-dieet.

Op momenten dat het minderen van fructose lastig is, kan een capsule met het enzym xylose isomerase uitkomst bieden. Het enzym zorgt ervoor dat de fructose uit de maaltijd omgezet wordt in glucose.

De erfelijke vorm

Bij de erfelijke vorm HFI mist het lichaam het enzym fructose-1-fosfaat-aldolase. Dat enzym is nodig om fructose af te breken. Als dat niet lukt, wordt het overtollig fructose opgeslagen in de lever, nieren en dunne darm. Het gevolg: de suikerstofwisseling raakt verstoord. Andere klachten zijn buikpijn en overgeven na het eten van fructose. Kinderen die HFI hebben en toch veel fructose binnenkrijgen, kunnen nier- en leverproblemen krijgen met uiteindelijk de dood als gevolg.

Het is lastig te zeggen hoeveel mensen deze erfelijke vorm van fructose-intolerantie hebben, omdat de diagnose moeilijk te stellen is. Naar schatting heeft 1 op de 22.000 mensen HFI.

Een DNA-test kan uitsluitsel geven, maar als de test geen HFI aantoont, wil dat nog niet zeggen dat die persoon het ook daadwerkelijk niet heeft. Een leverbiopsie of een fructose-tolerantietest waarbij fructose wordt geïnjecteerd en vervolgens glucose en fosfaat in het bloed wordt gemeten, kunnen uitsluitsel geven. De behandeling bestaat uit een levenslang strikt fructose-, sacharose- en sorbitolvrij dieet.