Hoogleraar Suïcidepreventie: "Vertrouw je onderbuikgevoel en ga het gesprek aan"

Suïcidecijfers onder jongeren blijven stijgen

jongere met sombere gevoelens
Getty Images

De wintermaanden kunnen zwaar zijn. Korte dagen, donkere avonden en de druk rond de feestdagen zorgen bij sommige mensen voor eenzaamheid of somberheid. Iedere dag overlijden er in Nederland gemiddeld 5 mensen door zelfdoding, onder wie veel ouderen, maar helaas ook steeds meer jongeren. Hoogleraar Suïcidepreventie Prof. Dr. Renske Gilissen, benadrukt dat alertheid nodig is: "Praten redt levens." Hoe herken je signalen van mentale problemen? En hoe voer je het gesprek als je je zorgen maakt over een kind, kleinkind of iemand anders in je omgeving?

De cijfers liegen er niet om. Meer dan 1.800 zelfdodingen in 2024 en het is de meest voorkomende doodsoorzaak onder jongeren tot 30 jaar. Elke maand overlijden in Nederland gemiddeld 26 jongeren door suïcide — dat is het equivalent van een volledige schoolklas. Hoogleraar Suïcidepreventie en hoofd van de onderzoeksafdeling van 113, Prof. Dr. Renske Gilissen pleit al jaren voor meer openheid en betere preventie. 

"Bij jongeren zien we een zorgwekkende stijging in suïcides. Over de afgelopen 10 jaar zelfs 33 procent meer. Soms overlijden er zelfs meer dan 30 jongeren per maand. Dat betekent dat er elke dag een jongere overlijdt door zelfdoding. Dat zijn ongelooflijk verdrietige cijfers. We zien een toename in zowel suïcides als in jongeren die met zelf toegebracht letsel bij de spoedeisende hulp van het ziekenhuis belanden. Op middelbare leeftijd komt suïcide het meest voor, maar daar is juist een daling te zien. Dat is natuurlijk heel goed nieuws. Maar de aandacht voor jongeren is dus extra hard nodig, al mogen we oudere leeftijdsgroepen zeker niet vergeten."

Wat zijn de belangrijkste oorzaken van suïcide?

"Er is nooit één duidelijke oorzaak. Was die er maar, want dan hadden we ook veel gemakkelijker een oplossing gevonden. Suïcidaliteit ontstaat vaak door een combinatie van factoren: een biologische of psychische kwetsbaarheid, zoals depressie of trauma, in combinatie met externe stressfactoren. En die stressfactoren stapelen zich vaak. Bijvoorbeeld een relatie die uitgaat, in combinatie met een steeds sterker gevoel van eenzaamheid, financiële problemen of werkeloosheid. Bij jongeren valt op dat velen voortijdig school verlaten zonder diploma. Dat is geen directe oorzaak, maar wel een belangrijk signaal om tijdig in te grijpen. Want iemand valt niet zomaar uit van school. Juist bij dreigende schooluitval is het belangrijk jongeren te bereiken en ondersteunen. Dat we contact zoeken en het gesprek aangaan."

Zijn er verschillen tussen jongens en meisjes?

"Ja. Bij jonge mannen horen we vaak dat hun suïcide onverwacht komt: ze praten er niet over. Bij jonge vrouwen is er vaker al bekend dat ze psychische problemen hebben, bijvoorbeeld omdat ze aan zelfbeschadiging deden, al gezegd hadden dat ze dood willen of omdat ze al langdurig in de zorg zitten. Toch vallen ook zij regelmatig tussen wal en schip door lange wachttijden of gebrek aan passende hulp. Dat zien we ook wel terug in onderzoeken onder nabestaanden; dat jongeren van het kastje naar de muur zijn gestuurd en niet de juiste hulp hebben gekregen."

Veel ouders en grootouders zien hun (klein)kind misschien worstelen, maar weten niet goed wanneer het serieus wordt. Welke signalen kunnen wijzen op suïcidale gedachten?

"Dat is heel verschillend, de signalen verschillen per persoon. Soms trekken jongeren zich terug, zitten veel op hun kamer, gamen urenlang of vermijden sociale contacten en komen hun bed niet uit. Andere jongeren vertonen juist extreem gedrag: roekeloosheid, winkeldiefstal, agressie of overmatig alcohol- en drugsgebruik. Schoppen tegen de maatschappij. Er is dus geen eenduidig profiel. Mijn advies: vertrouw je onderbuikgevoel. Heb je zorgen? Ga het gesprek aan."

Praten is de eerste stap naar hulp

Hoe doe je dat,  praten met iemand die suïcidale gedachten heeft?

"Veel mensen vinden dat spannend, maar praten is de eerste stap naar hulp. Stel open vragen, luister zonder direct oplossingen te bieden en durf expliciet te vragen naar suïcidale gedachten. 'Denk je wel eens aan de dood?'. En als iemand dan 'ja' zegt vraag dan ook of iemand al een plan heeft, of misschien zelfs al een datum of methode in gedachten. Vraag ook of er dingen zijn die iemand wel blij maken. Probeer echt te luisteren en echt het gesprek te voeren. Bagatelliseer het niet en zeg niet: 'zo erg is het toch niet'. Juist serieus luisteren geeft iemand lucht. Voor wie dit lastig vindt: via vraagmaar.nl kun je gratis een online training volgen over hoe je dit gesprek voert. Dat kost je maar een uur van je tijd, maar kan levens redden."

Hoe gevaarlijk is social media voor jongeren met suïcidale gedachten?

"Social media hebben twee kanten. Negatieve effecten zijn algoritmes die jongeren steeds meer sombere content voorschotelen. Dat kan problemen versterken. Tegelijkertijd ervaren sommige jongeren juist steun via online contact of vinden ze daar makkelijker hulp. Het is dus niet zwart-wit, maar we moeten ons wel bewust zijn van de risico’s."

Mentale gezondheidsbevordering ís suïcidepreventie

Welke rol kunnen scholen spelen in suïcidepreventie?

"Een grote rol. Mentale gezondheidsbevordering ís suïcidepreventie. Scholen zouden standaard programma’s moeten aanbieden over omgaan met problemen, stress en emoties. Juist op school kunnen we jongeren bereiken voordat het misgaat. Er zijn goede voorbeelden, zoals het programma STORM, maar nog niet elke school biedt zo’n soort lesprogramma aan. STORM staat voor Strong Teens and Resilient Minds en stimuleert de ontwikkeling van een positief zelfbeeld, weerbaarheid en veerkracht bij jongeren. Leerlingen worden hierbij ook door de GGD gescreend op mentale klachten, waaronder somberheid en suïcidale gedachten. Als ze die inderdaad hebben, dan krijgen ze extra hulp aangeboden."

Wat is er nodig in de zorg?

"Na een suïcidepoging zou elke jongere goede nazorg moeten krijgen, maar dat gebeurt helaas nog niet overal. Het komt nog steeds voor dat ze lichamelijk behandeld worden op de spoedeisende hulp en daarna naar huis gestuurd worden zonder psychische follow-up. Ook binnen de GGZ moeten jongeren bijvoorbeeld  minder van het kastje naar de muur gestuurd worden. Eén aanspreekpunt en continuïteit zijn essentieel. Het is schrijnend dat jongeren die aangeven te worstelen met suïcidale gedachten niet direct terecht kunnen voor de juiste psychische zorg."

Welke onderzoeken lopen er nu?

"We doen heel veel verschillende onderzoeken om meer kennis te krijgen hoe we tot minder suïcides kunnen komen. Dit doen we onder andere binnen de GGZ, in het onderwijs, in ziekenhuizen en op de werkvloer. Een van de belangrijke onderzoeken is de psychosociale autopsie. Daarbij interviewen we nabestaanden van iemand die is overleden door suïcide. Hun verhalen geven waardevolle inzichten in oorzaken en signalen. Dat helpt ons om nieuwe gevallen te voorkomen. Nabestaanden ervaren het vaak ook als steunend dat hun verhaal gehoord wordt."

De belangrijkste boodschap?

"Praat. Met je kind, je kleinkind, je partner of je vriend. Vraag door, luister echt, en wees niet bang om de woorden suïcide of zelfdoding te gebruiken. Hoe meer we praten, hoe meer levens we kunnen redden."

Denk je aan zelfdoding of maak je je zorgen om iemand? Praat erover. Bel gratis 113 of chat via www.113.nl.


Prof. Dr. Renske Gilissen (1977) is bijzonder hoogleraar Suïcidepreventie aan de Universiteit Leiden en hoofd van de onderzoeksafdeling van 113 Zelfmoordpreventie, de nationale organisatie voor suïcidepreventie in Nederland. Ze is gespecialiseerd in het ontwikkelen van wetenschappelijk onderbouwde interventies, het verbeteren van suïcidepreventie en het versterken van kennis rondom psychische kwetsbaarheid. Haar missie is om suïcide bespreekbaar te maken en de kennis over effectieve preventie te vergroten. Renske Gilissen werkt nauw samen met hulpverleners, beleidsmakers en ervaringsdeskundigen om te bouwen aan een samenleving waarin niemand zich zo wanhopig voelt dat suïcide de enige uitweg lijkt.
 

Auteur