Radioactieve straling: wat zijn de risico's?

De 8 meest gestelde vragen

Getty Images

Je ziet het niet, voelt het niet, maar het kan wel schadelijk zijn: radioactieve straling. Wat is het precies en wat zijn de risico's ervan? Acht veel gestelde vragen beantwoord.

1. Wat is radioactieve straling?

Als radioactieve stoffen vervallen zenden ze ioniserende straling uit, in de volksmond ook wel radioactieve straling genoemd. Radioactieve straling zie of voel je niet maar kan wel schadelijk zijn. Er zijn verschillende soorten radioactieve straling. Sommige soorten hou je met een papiertje tegen, maar anderen gaan nog door een halve meter dik beton.

2. Hoe kun je aan radioactieve straling worden blootgesteld?

Dat kan op verschillende manieren. Je kunt radioactieve stoffen binnenkrijgen door besmet voedsel te eten of lucht in te ademen die radioactieve deeltjes bevat. Ook kun je ook over een grote afstand bestraald worden door radioactieve deeltjes die vanuit de lucht of de omgeving straling uitzenden. Tenslotte kun je uitwendig besmet raken door radioactieve deeltjes die op je huid of kleren gaan zitten.

3. Wat zijn de risico’s van radioactieve straling?

Radioactieve straling kan het DNA in lichaamscellen beschadigen. Veel beschadigingen worden keurig hersteld, maar soms gebeurt dat niet en soms gebeurt dat niet helemaal goed. In beide gevallen kan dat leiden tot gezondheidseffecten.

4. Als je straling ontvangt, krijg je dan kanker?

Als beschadigd DNA niet goed hersteld wordt kan dat op lange termijn kanker veroorzaken. Hoe meer je wordt blootgesteld aan radioactieve straling, hoe groter de kans daarop is. Maar als je als gevolg hiervan kanker krijgt, dan is dat pas na vele (tientallen) jaren. De kans dat dat níet gebeurt is overigens veel groter, ondanks de straling. Zelfs als je in één keer 100 keer meer straling ontvangt dan normaal in een jaar, neemt je kans op kanker nog maar met ongeveer 1 procent toe.

5. Wat moet je doen tijdens een kernramp?

Bij een zwaar kernongeval zal de overheid maatregelen nemen om de gevolgen zo goed mogelijk op te vangen. Je moet dan denken aan maatregelen zoals evacueren, schuilen, jodium profylaxe, ontsmetting van huid en kleding en ingrepen in de voedselketen. Van te voren zijn zogenaamde interventie niveaus vastgesteld die aangeven of een maatregel nodig is of niet.

6. Welke radioactieve stoffen zijn bij een kernramp het meest gevaarlijk?

Ten tijde van een zwaar kernongeval draagt radioactief jodium het meest bij aan de stralingsdosis. Het gaat dan vooral om I-131. Radioactief jodium is na een aantal weken vervallen. Op de lange termijn is radioactief cesium het meest belangrijk, en dan vooral Cs-137. Deze radioactieve stof vervalt veel langzamer: na dertig jaar is nog ongeveer de helft over.

7. Helpt het als je jodiumpillen inneemt?

De radioactieve stoffen die bij een kernongeval vrijkomen, kunnen radioactief jodium bevatten. Dit radioactieve jodium wordt na inademing opgenomen in de schildklier. Door tabletten te slikken met niet-radioactief (stabiel) jodium neemt de schildklier minder van het radioactieve jodium op. Stabiel jodium werkt alleen als het kort voor of in de uren na het overkomen van de radioactieve wolk wordt ingenomen. Daarom moet zo’n tablet alleen worden ingenomen als de overheid dat zegt. Het heeft geen zin stabiel jodium in te nemen als er geen radioactief jodium in de buurt is. Het interventieniveau voor jodium profylaxe geeft aan wanneer inname nodig is. Jodium profylaxe is vooral zinvol voor kinderen en jongvolwassenen. Voor mensen boven de 45 is de positieve werking nooit aangetoond.

8. Als je straling ontvangt, ga je dan dood?

Als een cel te zwaar beschadigd is kan hij niet meer delen. Dat is normaal gesproken niet erg, tenzij er extreem veel cellen zwaar beschadigd zijn. In dat geval word je stralingsziek. Dat is echter een heel bijzondere situatie die alleen maar voorkomt bij mensen die aan extreem hoge stralingsdoses zijn blootgesteld. In Tsjernobyl gold dat bijvoorbeeld voor werkers die na de ramp te lang bij de beschadigde reactor te werk gesteld werden. Van die groep werkers zijn er bijna 50 overleden aan stralingsziekte. Mensen die in de buurt van Tsjernobyl getroffen werden door de radioactieve wolk hadden wel een verhoogde kans op kanker maar kregen geen stralingsziekte. Daarvoor was de stralingsdosis die zij ontvangen hadden te laag.

Auteur 
Bron 
  • RIVM