Minder depressies door optimisme-gen

Getty Images

LEIDEN - Vrouwen met een bepaalde genvariant zijn optimistischer. Een genetische variatie in een hersenreceptor beïnvloedt de gevoeligheid voor stress en depressie. Dat blijkt uit onderzoek waarop Liane Klok op donderdag 15 december 2011 aan het Leids Universitair Medisch Centrum promoveert.

Cortisol

is belangrijk bij het omgaan met stressvolle situaties. Het hormoon brengt zijn effecten onder andere tot stand door te binden aan de mineralocorticoïd receptor (MR) in de hersenen. Van deze MR zijn drie veelvoorkomende genetische varianten geïdentificeerd. Promovenda Liane Klok ontdekte dat vrouwen met een bepaalde variant optimistischer zijn.

Personalized medicine

"Vrouwen met deze MR-genvariant hebben minder gedachten van hopeloosheid, wat samenhangt met een kleinere kans op depressiviteit.", vertelt Liane Klok.

In een grotere studie werd relatie gevonden met een lager risico op depressie. Zij ontdekte bovendien dat mensen met verschillende varianten van het MR-gen verschillend reageren op SSRI’s, veelgebruikte antidepressiva. Dit biedt volgens de promovenda mogelijkheden voor personalized medicine, een behandeling die gekozen wordt op grond van iemands erfelijke factoren.

Geslachtshormonen
Alleen bij vrouwen jonger dan 51 jaar was er een verband tussen het type MR en de kans op depressiviteit. Boven de 51 jaar was er geen verschil tussen mannen en vrouwen. Dat verschil komt waarschijnlijk door de werking van vrouwelijke geslachtshormonen, die de expressie van MR beïnvloeden en ook aan de MR kunnen binden.

"Het feit dat depressies bij vrouwen veel vaker voorkomen dan bij mannen, heeft mogelijk met de effecten van oestrogeen en progesteron op deze receptor te maken.", aldus Klok.

Doorbraak
Promotor Ron de Kloet noemt de resultaten een doorbraak in depressieonderzoek: "We hadden eerder aanwijzingen gekregen dat zowel de hersen-MR als de nauwverwante glucocorticoïd receptor van belang zijn voor aanpassing aan stressvolle situaties. Dat deze optimisme-genvariant meer van de receptor aanmaakt betekent dat we op de goede weg zijn."

Bron 
  • Leids Universitair Medisch Centrum