Ondervoeding bij je partner of ouders? Zo herken je als mantelzorger de eerste signalen

Dit zijn de eerste tekenen van ondervoeding

broze bejaarde staart uit het raam
Getty Images

Wist je 1 op de 12 Nederlandse 65-plussers ondervoed is en dat bij 85-plussers zelfs 1 op de 6 is? Grote kans dus dat jij ook iemand kent met (hoog risico op) ondervoeding. Hoe erg is ondervoeding eigenlijk en op welke signalen kun je als mantelzorger letten?

Het is best lastig om te zien of iemand ondervoed is. Jouw slanke moeder kan namelijk goed gevoed zijn terwijl je partner (met een beetje overgewicht) misschien wel ondervoed is. Ondervoeding is een tekort aan voedingsstoffen, vooral calorieën en eiwitten. En dat brengt risico’s met zich mee. Het vermindert de spiermassa en daarmee ook de kracht en energie. Daardoor gaat iemand minder bewegen. Het gevolg: de spiermassa neemt nog verder af. Ook de kans op vallen en dus botbreuken neemt toe. Door het tekort aan voedingsstoffen kan het lichaam niet meer goed functioneren en neemt ook de weerstand af. Iemand is dus bevattelijker voor ziekte. Tot slot is een goede voedingstoestand van levensbelang bij het herstellen na een ziekte.

Vooral zieken en ouderen zijn ondervoed

In Nederland zijn veel mensen - vaak zonder het te weten - ondervoed, vooral zieken en ouderen. Ondervoeding kan ontstaan doordat iemand te weinig eet, de voedingsstoffen zoals calorieën en eiwitten minder goed opneemt of juist extra energie en voedingsstoffen nodig heeft, bijvoorbeeld om te herstellen van een ziekte.

Wanneer is iemand ondervoed?

Het gewicht dat iemand nu heeft, zegt niet altijd iets over het wel of niet hebben van ondervoeding. Wat wel iets zegt: of het gewicht de laatste tijd gedaald is, of de conditie achteruitgaat en of de spierkracht afneemt. Bij deze signalen gaan jouw alarmbellen (hopelijk) rinkelen:

  • Iemand verliest onbedoeld 3 kilo of meer (ook bij overgewicht). Het is een goede gewoonte om je vader, moeder of partner regelmatig te wegen als je ondervoeding vermoedt. Je kunt het vaak ook zien aan kleding die losser zit, de broekriem die een gaatje strakker moet of een horloge dat losser om de pols zit.
  • Iemand heeft minder energie en kracht. Opstaan uit een stoel is bijvoorbeeld lastig en na een kort stukje lopen is iemand al buiten adem. Misschien merk je ook dat iemand pakken en flessen niet meer zelf kan openen.

Herken je deze signalen? Neem dan contact op met de (huis)arts. Als je vader, moeder of partner thuiszorg krijgt, kun je je zorgen ook met de zorgverlener delen. Professionals in de gezondheidszorg kunnen screenen op ondervoeding. Ze kunnen dus onderzoeken of iemand ondervoed is met een gevalideerd meetinstrument. Wanneer sprake is van ondervoeding kunnen ze meteen actie ondernemen.

Meer kans op ondervoeding

Het is natuurlijk mooi als je ondervoeding kunt voorkomen of er in ieder geval vroeg bij bent. Want al bij een paar dagen niet of niet genoeg eten, holt de voedingstoestand achteruit.

De kans op ondervoeding is groter bij:

  • Minder eetlust of misselijkheid (ga juist ook eens tijdens etenstijd op bezoek om te zien of er gegeten wordt en biedt eventueel aan te helpen met het bereiden/opwarmen en/of eet mee)
  • Moeite met kauwen, slikken of proeven
  • Een gebitsprothese die niet lekker zit (kauwen kan dan pijn doen) 
  • Chronische diarree
  • Psychische problemen zoals angst, depressie of verdriet (waardoor iemand geen zin heeft om te eten en maaltijden overslaat of kleinere porties neemt)
  • Eenzaamheid
  • Armoede
  • Geen mogelijkheid hebben om eten te kopen of klaar te maken
  • Vergeetachtigheid of dementie (en daardoor vergeten te eten. Check regelmatig te koelkast. Gaat eten over de datum?, staan er nog restjes die niet gegeten worden? Is de koelkast wel gevuld?)
  • Verslaving
  • Ziekten zoals kanker, COPD, de ziekte van Parkinson, brandwonden of infecties. (Het lichaam kan dan meer energie en voedingsstoffen nodig hebben en het lukt niet iedereen om daar met gewone voeding voor te zorgen)

Helpen bij (kans op) ondervoeding

Wil jij iemand met (een grotere kans op) ondervoeding helpen? Je helpt vooral door op tijd aan de bel te trekken bij een arts of medewerker van de thuiszorg. Een diëtist kan de voeding bekijken en inschatten wat iemand te weinig binnenkrijgt en hoe hij of zij dit aan kan vullen. Vaak zijn extra eiwitten nodig om de spieren niet verder achteruit te laten gaan.

Maar ook kleine(re) gebaren hebben al impact. Doe bijvoorbeeld samen met iemand boodschappen, nodig iemand uit voor het eten, geef vershoudbakjes met maaltijden mee die thuis opgewarmd kunnen worden of regel maaltijden die aan huis bezorgd worden. En kunnen je kinderen koekjes bakken of zelf een toetje maken en dat langsbrengen? Dan kun jij juist weer een andere dag even op visite.  Bij dementie kun je kijken of een briefje op de koelkast met het woord 'koelkast' erop effect heeft. Zet ook ingeschonken schaaltjes vla of bekers melk kant-en-klaar in de koelkast. Vergeet iemand te eten of te drinken? Vraag dan aan het bezoek en ook aan de thuishulp om altijd iets te eten en te drinken aan te bieden.

Als iemand weinig levenslust heeft, kan het ook al helpen als er een leuke dagbesteding is. Misschien kan je moeder wel aansluiten bij een koffiemoment in de buurt, misschien wil je vader weer eens afspreken met zijn oude biljartvrienden of kun je je partner af en toe eens meenemen voor een lunch buiten de deur. Bijvoorbeeld in de wijk, stad of dorp waar hij/zij vroeger opgroeide. Zo kun je als omgeving veel betekenen voor iemand met (risico op) ondervoeding.

Dit artikel is geschreven door Christel Vondermans. Christel is diëtist. Ze geeft graag praktische adviezen en begrijpelijke uitleg, zodat een gezonde leefstijl voor iedereen een stukje haalbaarder en leuker wordt.