Angststoornissen op een rij

Angst als slechte raadgever

Getty Images

Angst is een gezonde emotie die we allemaal kennen. Het zorgt ervoor dat we enge steegjes vermijden en actie ondernemen als we bijvoorbeeld gewond zijn. Soms slaat de angst echter door. Bij mensen met een angststoornis heeft angst zich ontwikkeld tot de spreekwoordelijke 'slechte raadgever'.

Angststoornissen behoren tot de meest voorkomende psychische stoornissen. Vrouwen hebben over het algemeen twee keer zoveel kans op een angststoornis dan mannen. De oorzaak van de stoornissen is in veel gevallen een combinatie van aanleg, gevoeligheid, nare ervaringen en een verstoorde balans in hersenstofjes (waaronder serotonine en noradrenaline).

Soorten

Binnen de psychiatrie zijn vele soorten angststoornissen bekend. Dit zijn de meest voorkomende verschijningsvormen:
1. Enkelvoudige fobie (angst voor spinnen, hoogtes, bloed, ongelukken, etc.)
2. Sociale fobie (specifiek: bijvoorbeeld spreken in het openbaar, of gegeneraliseerd: sociale angst)
3. Paniekstoornis, met of zonder agorafobie (pleinvrees)
4. Obsessieve-compulsieve stoornis (dwangstoornis)
5. Gegeneraliseerde angststoornis (overmatig piekeren)
6. PTSS: post-traumatische stress-stoornis

De meeste van deze fobieën en stoornissen worden gekenmerkt door onder andere de volgende symptomen:

  • concentratiestoornissen
  • piekeren
  • agitatie
  • rusteloosheid
  • bezorgdheid
  • ongeduld
  • slaapproblemen

Focus

Fobieën verschillen op twee punten van de overige stoornissen: focus en duur. Bij fobieën is er een extreme vrees voor een object. Het gevolg is dat patiënten dit object zo goed mogelijk vermijden.

Mensen met een gegeneraliseerde angststoornis en paniekstoornis hebben een willekeurige angst. De eerste groep piekert continu, over letterelijk van alles. Een paniekstoornis kan op elk willekeurig moment optreden, meestal zonder directe aanleiding.

Duur

De angst van fobische patiënten is kortdurend ("Een spin! Wegwezen!"). Patiënten met overige angststoornissen daarentegen lijden langdurig onder hun angst. Mensen met gegeneraliseerde sociale angst en PTSS bevinden zich continu in een staat van verhoogde alertheid.

Ze voelen zich angstig, hulpeloos, soms depressief en worden overal herinnerd aan hun vrees. Ook schrikken ze gemakkelijk. Overheersende angst kan het dagelijks leven behoorlijk moeilijk maken.

Misinterpretaties

Veel angstpatiënten zijn geneigd om gevaar in hun omgeving te zien. Daarnaast zijn ze alerter op lichaamssensaties. Vaak zijn het misinterpretaties van een verhoogde hartslag, zweten en blozen, die de angst mede laten ontstaan.

Normaal gesproken halen we onze schouders op als we merken dat we opgewonden zijn. Angstpatiënten worden er onrustig van: mijn lichaam reageert zo vreemd, er moet wel wat aan de hand zijn!

Neemt deze lichamelijke onrust toe, dan kan in het ergste geval een paniekaanval ontstaan. Dit is een enge ervaring en wordt door mensen omschreven als het gevoel dood te gaan.

Velen doen er na één aanval alles aan om de situatie waarin (of het object waarbij) de aanval optrad, te vermijden. Of te bezweren, door middel van dwangrituelen. Deze gedragingen versterken de angst echter.

Behandeling

Het sterke punt van angststoornissen is dat ze meestal irreëel zijn. Dit maakt de stoornissen goed behandelbaar. Behandeling komt over het algemeen neer op de aanpak van misinterpretaties en onlogische gedachten.

Patiënten krijgen informatie: wat is angst nu werkelijk? Waarom hoeven ze niet bang te zijn? Welke (ineffectieve) acties versterken hun angst?

Daarnaast zijn er gedragstherapieën die de patiënt confronteren met hun vrees. Om deze confrontaties beter aan te kunnen, krijgen patiënten relaxatietechnieken aangeleerd. In sommige gevallen gaat therapie vergezeld met kalmerende medicatie.

Erkenning en hulp

Overmatig angst lijkt voor buitenstaanders soms onterecht en vreemd. Sterker nog: zelfs patiënten die weten diep van binnen dat de angst irreëel is. Niettemin zijn de angstgevoelens levensecht. Net zoals het sociale isolement waar veel patiënten in dreigen te belanden.

Dwangrituelen kunnen letterlijk uren duren. Hierdoor is de patiënt soms niet meer in staat om te werken of (sociale) contacten te onderhouden. Sociale angst en pleinvrees kunnen van een patiënt een gevangene in eigen huis maken.

Het is voor de omgeving daarom belangrijk om de angst niet als onzin af te doen. Probeer de patiënt te stimuleren om zoveel mogelijk 'enge dingen' te blijven ondernemen. Zorg er daarnaast voor dat hij/zij hulp zoekt.

Auteur