Minder zout in sommige voedingsmiddelen

Getty Images

Sommige voedingsmiddelen bevatten minder zout dan in 2011. Zo is het zoutgehalte in brood nu 21 procent lager dan in 2011. Dat blijkt uit onderzoek van het RIVM.

Het RIVM heeft gekeken hoeveel zout, suiker en verzadigd vet er in verschillende voedingsmiddelen zit en volgt hoe dit zich door de jaren heen ontwikkelt.

Aanleiding hiervoor is het 'Akkoord Verbetering Productsamenstelling', dat de minister van Volksgezondheid en de brancheorganisaties van de voedingsmiddelenindustrie, retail, horeca en catering begin 2014 getekend hebben. Hierin is afgesproken de gehalten aan zout, verzadigd vet en energie (suiker, vet) in voedingsmiddelen stapsgewijs te verlagen.

Lager zoutgehalte

Omdat brood een grote bijdrage levert aan de inname van zout, draagt de daling van het zoutgehalte in deze productcategorie er in belangrijke mate aan bij dat mensen dagelijks minder zout binnenkrijgen. In andere voedingsmiddelen, zoals soepen en vleeswaren, bleef het zoutgehalte gelijk. Voor verzadigd vet zijn geen significante verschillen in productsamenstelling geconstateerd ten opzichte van 2011.

In kaas is het zoutgehalte met circa 11 procent afgenomen ten opzichte het gehalte in 2011. Het zoutgehalte verschilt echter aanzienlijk per soort kaas. In vleeswaren bedoeld als broodbeleg is het zoutgehalte vergelijkbaar met dat van 2011 en 2013. De vleeswarensector heeft volgens afspraak tot in 2015 de tijd het gehalte aan zout en verzadigd vet te verlagen. Bewerkte groente en peulvruchten, zoals doperwten of bonen in blik of glas, hebben ook een lager zoutgehalte.

Suiker

Naast zout en verzadigd vet gaat het RIVM de komende jaren ook monitoren hoe de suikergehalten in voedingsmiddelen zich ontwikkelen. Daarom is het suikergehalte van diverse productcategorieën bepaald. Daarbij is gekeken naar productgroepen die meer dan 3 procent bijdragen aan de dagelijkse inname van suikers in Nederland, zoals zuivelproducten, (fris)dranken, banket en zoetwaren, broodbeleg, brood- en graanproducten, en bewerkte groenten en fruit. Deze 'nulmeting' maakt het mogelijk om te kijken in hoeverre fabrikanten erin slagen om het gehalte aan toegevoegde suiker in producten in de komende jaren stapsgewijs te verlagen.

Bron 
  • RIVM