Grotere kans op heupfractuur voor vrouwelijke vegetariërs

Ondergewicht en verminderde botgezondheid

Getty Images

Vrouwen die vegetarisch eten, hebben 33 procent meer kans op een heupfractuur in vergelijking met vrouwen die regelmatig vlees eten. De onderzoekers speculeren dat vegetariërs mogelijk niet voldoende voedingsstoffen binnenkrijgen voor een goede gezondheid van botten en spieren.

In eerdere studies werd gezien dat vegetariërs een lagere botmineraaldichtheid hebben dan mensen die vlees en vis eten. Om het risico van voeding op heupfracturen te onderzoeken, voerden wetenschappers van de Universiteit van Leeds een grootschalige analyse uit met behulp van de gegevens van 27.000 vrouwen in de leeftijd van 35 tot 69 jaar. Deze vrouwen zijn 20 jaar gevolgd als onderdeel van de UK Women’s Cohort Study.

Onderverdeeld in groepen

Vervolgens werden de vrouwen onderverdeeld in vleeseters (meer dan 5 keer per week vlees),  flexitatiërs (minder dan 5 keer per week vlees), pescotariërs (wel vis maar geen vlees) of vegetariërs (geen vlees of vis). Veganisten werden opgenomen in de vegetarische groep, omdat er niet genoeg veganisten waren om ze afzonderlijk te bestuderen. De analyse hield ook rekening met andere factoren die van invloed kunnen zijn op het risico op heupfracturen, waaronder leeftijd, alcoholgebruik, roken, bewegingsgewoonten, menopauzestatus en sociaaleconomische status.

33 procent meer kans op heupfractuur

Gedurende het onderzoek ontwikkelden 3 procent van de vrouwen op een gemiddelde leeftijd van 83 jaar. Vergeleken met vleeseters hadden vegetariërs 33 procent meer kans op een heupfractuur. Er werd door de onderzoekers echter geen verhoogd risico gezien bij pescotariërs en flexitariërs. De redenen voor het hogere risico zijn onduidelijk. De onderzoekers vermoeden dat vegetariërs vatbaar zijn voor vallen en breuken omdat ze mogelijk niet voldoende voedingsstoffen binnenkrijgen voor een goede gezondheid van botten en spieren. Daarnaast stellen de onderzoekers dat vegetariërs meer kans hebben op ondergewicht dan vleeseters. Hierdoor hebben ze minder vet op hun lichaam dat als een stootkussen kan dienen bij een val.

 

Bron: Nieuws voor diëtisten.

Auteur